Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Echte jazz, kom daar nog maar eens om

CONCERTRECENSIE. Rein de Graaff Trio & Eric Alexander, Paradox Tilburg, 4 maart
beeld: Liesbeth Keder
door: Erno Elsinga

Ongetwijfeld zal Rein de Graaff als zovelen geconstateerd hebben dat de jazz allang geen jazz meer is. In een tijd waarin zelfs overleden musici middels hologrammen nog concerten verzorgen, heeft de gepassioneerd beboppianist geen website en wordt een tournee per post aangekondigd. Echte jazz, komt dat zien.

  
Het Rein de Graaff Trio met tenorsaxofonist Eric Alexander op het podium van Paradox. 

Missionaris
De Graaff, inmiddels 73 jaar, toog in de jaren zestig naar New York om er te studeren en te spelen met de groten der aarde zoals Dexter Gordon, Arnett Cobb en Johnny Griffin. De Groninger schreef de Boy Edgar Prijs en de Bird Award achter zijn naam, nam ruim veertig albums op en verkondigd met de gedrevenheid van een missionaris nog immer de oervormen van de jazz, opdat deze niet verloren gaan.

Met Amerikaanse gastsaxofonisten toert De Graaff met generatiegenoot Eric Ineke en contrabassist Marius Beets sinds jaar en dag door Nederland om de bebop- en cool-jazztraditie levendig te houden, zoals nu met tenorsaxofonist Eric Alexander die zijn invloeden ontleent aan George Coleman en John Coltrane en zijn sporen onder meer verdiende aan de zijde van Pat Martino. Een saxofonist met een muzikaal palet variërend van postbop, mainstream tot soul-jazz en, naast eigen werk, als sideman op zo’n zestig albums terug te vinden is.

  
Contrabassist Marius Beets, Eric Alexander en slagwerker Eric Ineke.

Ambacht
Het concert in Tilburg verliep zoals te verwachten viel. De traditionele jazzschema’s werden eindeloos opgerekt en dienden vooral – met het thema als verbindend bruggetje - als kapstok voor de keurig over de vier musici verdeelde solo’s. Slagwerker Ineke (68) sloeg in zijn enthousiasme de balans nogal eens aan gort, maar op zijn ritmevastheid en creativiteit viel weinig aan te merken. Contrabassist Beets beperkte zich veelal tot een droge lopende bas, maar kwam in zijn solopartijen met ontvlambaar spel indrukwekkend tot leven.

De Graaff zette zijn oneindige kennis van het bebopidioom vakkundig om in melodieuze solo’s waar de krachtige, vaak kort aangeblazen melodielijnen van Alexander over de stevige bebopstukken en weelderige ballads muzikaal het meeste avontuur boden.

Binnen het hippe, hedendaagse jazzgebeuren is de bebop een museumstuk. Een muzikaal ambacht dat in zijn puurste vorm nog door weinigen op niveau wordt uitgeoefend. Veteraan Rein de Graaff heeft niet de behoefte de platgetreden paden van zijtakken te voorzien. En waarom zou hij ook. Echte jazz, kom daar nog maar eens om.



Rein de Graaff in de serie Jazzportretten.


© Jazzenzo 2010