Moran, Frisell en Shepp hoogtepunten Jazz Middelheim 2015 CONCERTRECENSIE. Jazz Middelheim, Park den Brandt, Antwerpen, 13 t/m 16 augustus Geen eerbetoon, maar een recent verschenen opgepoetste uitgave van het album ‘Attica Blues’ uit begin jaren zeventig bracht Archie Shepp naar Antwerpen. Een herdenking aan een gewelddadige onderdrukking van een gevangenisopstand, maar vooral ook een bundeling van verschillende soorten Afro-Amerikaanse muziek zoals jazz, free jazz, rhythm and blues, soul, groove en funk. Ondanks de tragische lading de perfecte ingrediënten voor een wervelende muziekshow.
beeld: Eddy Westveer
door: Erno Elsinga
Met hommages aan Fats Waller, Louis Armstrong en John Coltrane centraal op het affiche, leek de vierendertigste editie van Jazz Middelheim in te boeten op het handelsmerk van het Antwerpse jazzfestival: verbreding en vernieuwing. De eerbetonen kenden een wisselend succes, maar het waren vooral de escapades van artist in residence Jason Moran, Bill Frisell en oudgediende Archie Shepp die een bezoek aan het vierdaagse festival de moeite waard maakten.
![]()
Chris Potter en Joe Lovano brachten 'A Love Supreme', Archie Shepp 'Attica Blues' en Bill Frisell voorzag Jazz Middelheim van een spetterend slotconcert.
Bijgestaan door de aanstekelijke swing van de Attica Blues Big Band en de zangeressen Marion Rampal en Cécile McLorin Salvant liet Shepp niet alleen op tenor- en sopraansaxofoon een onuitwisbare indruk achter, ook vocaal maakte de 78-jarige een onverwacht kloeke indruk. Met een doorleefde stem, maar toonvast trok Shepp de blues en soul uit het diepst van zijn hart. Soms brutaal dan weer droefgeestig zoals in ‘Mama Too Tight’. Shepp’s echtheid, de getekende bigbandarrangementen en een overtuigende Cécile McLorin Salvant toverden een triest gegeven om in een muzikale happening.
![]()
Archie Shepp met zangeres Cécile McLorin Salvant. Chris Potter en Joe Lovano over de top in 'A Love Supreme'. Dr. John met Nederlandse blazers op Jazz Middelheim.
Dat lag anders bij de hommage aan ‘A Love Supreme’, uitgevoerd door Chris Potter en Joe Lovano. Beide tenorsaxofonisten streden in vlijmscherpe solo’s het hardst om interpretatie, dynamiek en snelheid waardoor de meditatieve kracht van Coltrane’s suite verloren ging. Waar Lovano de noten nog enigszins liet ademen, was het vooral Potter die geen ruimte onbenut liet. Gedreven door een perfect strakke ritmesectie, met een weergaloze Jonathan Blake achter de drums, zag de bezoeker – niet gehinderd door historische kennis – de perfecte festivalband. Sceptici konden na afloop stellen dat zelfs twee topsaxofonisten niet in staat waren één Coltrane te evenaren.
Armstrong
Ook Dr. John’s hommage aan Louis Armstrong kende weinig bevrediging. Al was het verrassend dat ‘The Night Tripper’ gekozen had voor een Nederlandse blazerssectie bestaande uit Benjamin Herman, Jan van Duikeren, Lluc Casares, Jelle Schouten en de van Duitse komaf Tini Thomsen. Bovendien was op het laatste moment een gastrol weggelegd voor de Belgische trompettist Bart Maris.
Dr. John opende met Armstrong’s ‘What a wonderfull night’ en sloot af met diens eigen hit ‘Such a night’. Het bleken twee verschillende nachten, want wat een ode aan Armstrong moest zijn, werd toch vooral een Dr. John-concert. John’s kenmerkende raspende stem en rommelige timing achter de piano bewogen zich door opgewekte swing en treurige marssongs. De pianist gaf veel ruimte aan de blazers – onder leiding van de nerveus bewegende tromboniste Sarah Morrow - wiens solo’s steevast open doekjes opleverden. Maar meer overeenkomsten dan dat beiden uit New Orleans afkomstig zijn, zijn er tussen Armstrong en Dr. John niet.
![]()
Dr John. Zangeres Cécile McLorin Salvant. Trio Louis Sclavis, Henri Texier, Aldo Romano speelde eveneens op Middelheim.
Jason Moran
Naast Shepp waren het vooral Bill Frisell en Jason Moran die Jazz Middelheim tot een goed einde brachten. Frisell leverde met zijn trio een puik slotconcert af en Moran vulde als artist in residence met verve drie concerten in.
Adembenemend was Moran’s trioconcert op de vroege zondagmiddag met mezzosopraan – en echtgenote - Alicia Hall Moran en Bill Frisell. Onder andere werk van Gershwin, de zwarte traditie van de spirituals, werd op meditatieve wijze de klassieke wereld in getrokken. De gevarieerde opbouw van de stukken waarin Frisell als een landschapschilder zijn penseelstreken vervlocht met Moran’s hypnotiserende pianospel, creëerden in samenhang met Hall Moran’s klassiek geschoolde stem een muzieksoort van een verbluffend verstilde schoonheid.
Het trioconcert dat Moran op de vrijdagavond met gitariste Mary Halvorson en trompettist Ron Miles gaf, bevatte complexe improvisatiestructuren waarin een mengeling van stijlen werd samengebracht. Repetitief pianospel, beeldende elektronische klanksalvo’s van de gitaar waarover Miles langgerekte trompetnoten legde, varieerden de stukken van minimal, klassiek tot vrije jazz. Helder geformuleerd en doordacht, van een verhaspelde ragtime tot Philip Glass, waardoor het muzikaal treffen tot een uiterst boeiend hoorspel uitgroeide.
![]()
Jason Moran met 'Fats Waller Dance Party', in trio met Alicia Hall Moran en Bill Frisell, en in trio met Mary Halvorson en Ron Miles.
Van een heel ander kaliber bleek Moran’s Fats Waller Dance Party, een hommage aan de populaire stride-pianist uit de jaren dertig. Een dansfeestje werd het. Al voor het concert stond een groepje tieners paraat om vanaf de eerste tonen los te gaan en binnen een half uur stond de halve concerttent op zijn kop.
Met elementen uit de hiphop tilde Moran Waller’s stride-muziek op aanstekelijke wijze naar de huidige tijd, zonder wezenlijke aspecten van het uitgestorven genre uit het oog te verliezen. Verscholen achter een Fats Waller-masker vergat je Moran, die vanachter zijn Fender Rhodes spectaculair stride en hiphop vermengde en afgebroken ritmen dansbaar stapelde. Hoogtepunten waren het duostuk waarin Moran, opgezweept door drummer Charles Haynes (Lady Gaga), een staaltje stride-piano ten beste gaf waarbij Waller zijn vingers zou aflikken, en de in hiphop gedompelde ode aan Ornette Coleman.
Cowboy
Bijzonder was het slotconcert van Jazz Middelheim dat verzorgd werd door het trio van Bill Frisell. Als een regisseur van het niveau Tarantino, raasde de gitarist als een cowboy door de tijdsbeelden van zijn jeugd. Fragmenten uit onder meer ‘Midnight Cowboy’, ‘You Really Got Me’, het thema van de westernserie ‘Bonanza’ en ‘Days of wine and roses’ vloeiden met een stevig surf-, country-, rock- of bluesgeluid uit Frisell’s gitaar. Begeleid door een rafelig drummende Kenny Wollesen en contrabassist Tony Scherr die heerlijke tegenritmen speelde of met Frisell in dialoog ging. Verwijzend naar zijn recent verschenen album ‘Guitar in The Space Age’ dat zijn beslag kreeg in een verwoestende gitaarimprovisatie in de geest van Jimi Hendrix. Een muzikale trip die nog lang aan Jazz Middelheim 2015 zal doen terugdenken.
![]()
Slotconcert Bill Frisell Trio. Pianist Steve Kuhn met Steve Swallow en Joey Baron. Zangeres Robin McKelle.
Braaf
In de categorie ‘heel goed, maar weinig aan’ viel het concert van Steve Kuhn. De brave pianomeester – begeleid door basgitarist Steve Swallow en slagwerker Joey Baron - legde prachtige lagen aan in zijn spel, maar echt spannend werd het nooit. Dat gold ook enigszins voor zangeres Cécile McLorin Salvant die schitterde naast Archie Shepp en later met haar kwartet een eigen set speelde. De Amerikaanse, winnares van de Monk Jazz Competition, bezit een soepele, fluwelen warme stem waarmee ze tonen prachtig fraseert, maar mist ze net dat beetje extra om de aandacht lang vast te houden.
Een misser op het affiche bleek Robin McKelle & The Flytones. De zangeres was met een karrenvracht aan aanstekelijke covers uit de soul en rhythm and blues uit de jaren zestig en zeventig (Tina Turner, Booker T. and the M.G.’s) naar Antwerpen afgereisd, maar haar “are you ready?”-muziek verveelde al rap.
Toekomst
Jazz Middelheim trok dit jaar 16.000 bezoekers in vier dagen tijd, drieduizend minder dan vorig jaar. Door het ontbreken van publiekstrekkers zoals op voorgaande edities - Jamie Cullum, Toots Thielemans, John Zorn, Wayne Shorter, Herbie Hancock – en een openingsavond die volledig werd ingevuld door Belgische musici (TaxiWars, Brussels Jazz Orchestra, Eric Legnini), was op voorhand duidelijk dat editie 2015 niet als de meest spraakmakende de boeken zou ingaan.
Artistieke keuzes zijn mede van financiën afhankelijk. Wellicht speelt Middelheim al in op een toekomstige nieuwe koers omdat het festival na het jubileumjaar in 2016 zonder de financiële steun van de belangrijkste sponsor VRT moet zien te overleven. De toekomst zal het leren, maar laten we hopen dat Jazz Middelheim behouden blijft.
© Jazzenzo 2010