Wolfgang Haffner – Kind of Cool CD-RECENSIE Met de prominente vibrafoon van Christopher Dell doet het geluid van ‘Kind of Cool’ denken aan het Modern Jazz Quartet. De opname van ‘Django’, geschreven door MJQ-leider John Lewis, is dan ook een geslaagde hommage aan deze groep. Haffner lukt het om door enkele slagen met zijn brushes een sfeer neer te zetten, die door zijn band wordt overgenomen.
Wolfgang Haffner – Kind of Cool
bezetting: Wolfgang Haffner drums, Christopher Dell vibrafoon, Jan Lundgren piano, Dan Berglund contrabas, Dusko Goykovich trompet, Jukka Perko altsaxofoon; gastmusici: Max Mutze zang, Frank Chastenier piano, Christian von Kaphengst contrabas, Nils Landgren trombone
opgenomen: 15 juli, 14 & 15 augustus 2014
uitgebracht: 27 februari 2015
label: ACT Music
aantal stukken: 11
tijd: 60:20
website: wolfganghaffner.wordpress.com - actmusic.com
door: David Cohen
‘Kind of Cool’, het nieuwe album van Wolfgang Haffner, drummer bij onder andere Peter Herbolzheimer, Chaka Khan en de NDR Bigband, bevat opnames van de grootste composities van de 20e eeuw. De drummer en bandleider durfde het aan stukken als ‘So What’, ‘Summertime’ en ‘My Funny Valentine’ in een cool jazzjasje opnieuw op de plaat te zetten.
Dit effect bereikt hij niet bij ieder nummer. Hoewel de plaat begint met een geslaagd eigen stuk, het funky ‘Hippie’, heeft Haffner op ‘So What’ grote moeite met het vinden van de juiste sfeer. Zijn keuze om de enigszins vergelijkbare originele swing aan te houden pakt verkeerd uit: de ritmesectie is het doorlopend met de solisten oneens. Haffner en contrabassist Berglund hebben te veel haast, en pas onder een coole, uiterst verdienstelijke trompetsolo van Goykovich komen de leden bij elkaar.
Ook op het sufgespeelde ‘Autumn Leaves’ weet Haffners band niet bepaald grenzen te verleggen, en saxofonist Jukka Perko doet op ‘My Funny Valentine’ weinig pogingen het door Chet Baker onsterfelijk gemaakte nummer nieuw leven in te blazen. ‘Piano Man’ (Eckstein/Kuller, niet te verwarren met het stuk van Billy Joel) is een wat vreemde eend in de anderszins instrumentale bijt.
Overtuigender is het swingende ‘One for Daddy-O’. Op deze blues van cornettist Nat Adderley speelt ook Nils Landgren een solo op de trombone. Erg fraai, ten slotte, is Haffners eigen ‘Remembrance’, het slotstuk van het album, met een prachtige melodievertolking door trompettist Dusko Goykovich. Niet alleen qua sfeer, maar ook qua melodie doet dit nummer denken aan ‘You Don’t Know What Love Is’.
Niet alle nummers op ‘Kind Of Cool’ zijn even goed gelukt. Vooral van ‘So What’, ‘Autumn Leaves’ en ‘My Funny Valentine’ had Haffner misschien beter af kunnen zien. Maar de fraaie uitvoeringen van ‘Remembrance’, ‘Django’ en ‘Hippie’ bewijzen dat ACT, die de drummer een ‘meester van sfeer, groove en flow’ noemt, wel enigszins in zijn recht staat.
Piano Man
Hippie
© Jazzenzo 2010