Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Snarky Puppy maakt zijn faam meer dan waar

CONCERTRECENSIE. Snarky Puppy, Paradox Tilburg, 17 mei 2014
beeld: Gemma van der Heyden
door: Rinus van der Heijden 

Als je de omschrijvingen leest waarmee de muzikale belijdenis van de negenmansband Snarky Puppy wordt omschreven, kom je uit bij jazz, funk, soul, jazzrock, progressieve rock en nu-jazz. Maar de New Yorkers gaan veel verder; in feite kun je zeggen dat Snarky Puppy drager is van het gehele Amerikaanse erfgoed.

  
Snarky Puppy met basgitarist Michael League, saxofonist Chris Bullock en toetsenist Cory Henry in de Tilburgse jazzclub Paradox. 

Want in de eindeloze stroom van stijlen die door een uitverkocht Paradox vloeide, durfde de groep het zelfs aan een stukje te croonen. Wellicht als eerbetoon aan Tony Bennett of Dean Martin? Of was het de spot drijven met deze illustere voorgangers? Of misschien een ode aan de wat progressievere Bobby McFerrin?

Bij Snarky Puppy weet je het maar nooit. Hoewel de groep inmiddels een status heeft opgebouwd die tegen cult aanschurkt, blijven de Amerikanen puberale schooljochies, die spot en ernst vermengen in een spelpatroon dat zijn gelijke niet kent. Snarky Puppy is op dit moment niet voor niets een van de aansprekendste nieuwe groepen, die bij zowel popliefhebbers als jazzfanaten verbijstering de lijven injaagt.

Uitverkocht
De concerten van Snarky Puppy in Tilburg, Amsterdam en Groningen waren in een mum van tijd uitverkocht. Waarbij je zou kunnen vrezen dat de groep zijn ding zou doen, het programma kwam afraffelen om zo snel mogelijk weer in te pakken. In Tilburg was daar geen sprake van: het concert duurde twee uur, was één brok dynamiet met retestrak ensemblespel en imponerende solo-exercities van alle bandleden. Dit alles gebracht alsof het de gewoonste zaak van de wereld was en met een enthousiasme alsof de negen musici nog maar aan het begin stonden van hun carrière.

  
Toetsenist Bill Laurance, trompettist Mike Maher en slagwerker Robert 'Sput' Searight.

Invloeden uit de jazzrock van de jaren zeventig van de vorige eeuw waren als de spreekwoordelijke rode draad door het optreden verweven. Billy Cobham, George Duke en Airto Moreira zijn zeker inspirators geweest voor Snarky Puppy, dat kan haast niet anders. Maar de toevoegingen van hedendaagse popinvloeden, de duizelingwekkende wisseling van ritmes en tempi en het strakke vakmanschap van elk bandlid afzonderlijk, geven Snarky Puppy een onmiskenbaar nieuw geluid. 

De keuze voor twee toetsenisten, twee koperblazers en twee percussionisten draait uit op een machtig orkestraal totaalgeluid, waarmee met name de funkpassages een imponerende vorm kregen. Leider Michael League was niet alleen een aangename verhaaltjesverteller, zijn basgitaar was startmotor en automatische versnellingsbak tegelijk. Toetsenist Cory Henry deed er op een aanstelligere manier alles aan om zich als publiekslieveling te manifesteren, maar buiten dat is hij een duivel op zijn elektronica. Zijn duel met mede-toetsenist Bill Laurance was top, hetgeen ook gold voor het een-tweetje van percussionist Nate Werth en slagwerker Robert ‘Sput’ Searight. 

Loepzuiver
Die laatste is van een loepzuiver karaatgehalte: hij drumt alsof hij in een coffeeshop even wat verpozing zoekt. Op een open manier oogcontact met het publiek zoekend, sloeg hij uiterst ontspannen het ene na het andere adembenemende ritmepatroon. Daarbij aan één stuk schakelend van ingenieus naar architectonisch. Waarmee hij de belangrijkste bouwheer is van dat retestrakke groepsgeluid, waarvan hierboven al sprake was. 

Een vet uitverkocht Paradox kreeg derhalve volop waar voor zijn geld. Het o zo beroemde Snarky Puppy kwam er zomaar voor vrienden spelen en maakte op een uiterst sympathieke wijze zijn faam meer dan waar.


© Jazzenzo 2010