Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Subliem vakmanschap mengt met oprechte emotie

CONCERTRECENSIE. Michiel Borstlap Trio, Paradox Tilburg, 28  februari 2014.
beeld: Gemma van der Heyden
door: Rinus van der Heijden

Ingekapseld tussen openingsstuk ‘Just One Of Those Things’ en toegift ‘Somewhere Over The Rainbow/Things Ain’t What They Used To Be’ zou je denken dat het Michiel Borstlap Trio een ode kwam brengen aan klassieke jazzcomponisten: aan Cole Porter, Harold Arlen en Duke Ellington. Precies zoals al zovele pianotrio’s doen. Op voorhand weinig opwinding ga je dan denken. Maar hoe anders pakte het deze avond uit. Het trio van Michiel Borstlap maakte van zijn concert een ademstokkende gebeurtenis.


Opperste concentratie tijdens het concert van het Michiel Borstlap Trio in de Paradox te Tilburg.

Waar andere technisch hoogbegaafde solisten stuklopen op hun gesublimeerde vakmanschap, benut Michiel Borstlap de piano als een wijd openstaande sluisdeur voor zijn emoties. Die golven gepassioneerd door zijn spel, vegen de ijzingwekkende greep van technisch kunnen resoluut opzij. En voegen daarmee iets toe, waarvoor in de hedendaagse praktijk van geïmproviseerde muziek nauwelijks nog plaats is.

Oprechte emotie
Want met oprechte emotie doordrenken Michiel Borstlap, basgitarist Boudewijn Lucas en slagwerker Erik Krooger hun concert. Dat daarmee een vooruitgeschoven positie inneemt binnen het begrip pianotrio.

Al in het openingsstuk van de avond, de voornoemde Portercompositie 'Just One Of Those Things' werd het signaal op groen gezet om te laten zien waar het deze avond om draaide: subliem vakmanschap. Schijnbaar zomaar raakte Michiel Borstlap het thema even aan, waarbij hij zijn ogen onafgebroken op Erik Kooger hield gericht. Alsof daar de wijsheid vandaan moest komen. Niet dus, want de slagwerker zat voortdurend met het hoofd afgewend. Zoals hij gedurende het hele concert de indruk wekte dat hij een eenmanspost bediende. Dat leek echter maar, want binnen deze prachtige triniteit nam hij volledig zijn evenredige verantwoordelijkheid.

Alle visuele rompslomp van die eerste minuten bleek bedrog. Want toen werd het tempo opgeschroefd. En hoe! Sneller dan een komeet valt, denderden de noten uit de piano neer. In een onwaarschijnlijke vaart raasde het trio rond de kern van de bijna tachtig jaar oude Cole Porterklassieker.

Om even gemakkelijk over te schakelen naar de eerste eigen compositie van de avond: 'Change'. Hier leek het alsof het alleen maar om de heiliging van een flegmatiek tempo ging. Michiel Borstlap wandelde in volle concentratie met de kin op zijn borst bijna wringend-traag door de noten.


Michiel Borstlap, slagwerker Erik Kooger en basgitarist Boudewijn Lucas.

Bassnaren
Na de pauze nam basgitarist Boudewijn Lucas de gelegenheid te baat om opwinding aan zijn snaren te ontfutselen, waarbij Michiel Borstlap met gekruiste armen onder de solo door lispelde. Voor zover mogelijk verdiepte het spel van het trio zich nog verder. De pianist zat nu zo diep naar zijn instrument gebogen, dat zijn voorhoofd rustte op de klep.

Zo moeten pianogiganten als Franz Liszt, Dmitri Sjostakovitsj en Sergej Prokofjev ook ooit hebben gewerkt: volledig geconcentreerd wat zich in hun hoofd afspeelde aan hun handen hebben toevertrouwd. Op die manier ontstond toen klassieke muziek; zoals bij Michiel Borstlap wordt in het heden nieuwe muziek geboren.

De klassieke componisten moesten hun muziek, eveneens geboren uit volstrekte improvisatie, noteren voor het nageslacht. Moderne componisten, die hun eigen uitvoerder zijn, zijn precies dezelfde improvisatoren. Zij hoeven echter niets te noteren, zij mogen immers bij elk concert hun gang gaan en op die manier de pianotraditie verder uitbouwen.

Romantisch
En dat dit al eeuwen zo gaat bewees Michiel Borstlap nog eens ten overvloede, toen hij middenin een stuk improvisatie overschakelde naar een romantisch intermezzo. Dat Felix Mendelssohn Bartholdy dik tweehonderd jaar geleden gegarandeerd precies zo op intuïtie in elkaar heeft geknutseld. Om het daarna aan het muziekpapier toe te vertrouwen.

Daar is bij Michiel Borstlap echter geen sprake van, want die speelt alles uit zijn hoofd: Mendelssohn, Schumann, Chopin en alle andere pianotitanen, de volledige jazzpianotraditie en wat dan nog rest van de hele santekraam!


© Jazzenzo 2010