Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

‘Dialoog’ tussen live gitaar en elektronische structuur?

CONCERTRECENSIE. Guitars and other machines, Neil Campbell, Carlo Bowry en Ross Gordon, de Spot, Middelburg, 29 november 2013
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers

Bij het lustrumfestival van de Zeeuwse Concertzaal in 2012 overrompelde de Britse gitarist Neil Campbell het publiek al. Met loops en elektronische effecten breidde hij het geluid en de mogelijkheden van de klassieke gitaar uit. Dit concert nam Campbell gitarist Carlo Bowry en producer Gordon Ross mee. Samen brachten ze het programma ‘Guitars and other Machines’.


Gitaren en machines door Neil Campbell, Ross Gordon en Carlo Bowry.

Campbell startte solo met ‘Acoustic Counterpoint’ van Steve Reich. Althans, hij speelde met, en over van te voren opgenomen partijen. In de eerste movement, van totaal drie waaruit het stuk bestaat, klonken zelfs tot tien klassieke gitaarpartijen en twee op basgitaar. Nadat Campbell met een pulserende reeks akkoorden de harmonie had ingeleid, ontsproot vanaf tape een steeds complexer wordend bouwwerk van veelstemmige canons.

Gefilmd
Op dezelfde manier werden de andere movements gebracht. Bij het opnemen van alle partijen is ook gefilmd. Tijdens het concert werden steeds van elke klinkende stem beelden getoond. Live speelde Campbell dan een aanvullende stem of een serie akkoorden. Secuur en sterk gearticuleerd zodat zijn partijen versmolten in het geheel. De zo opgebouwde warme (vanwege nylon snaren), volle en repeterende cadans kreeg in het  laatste movement meer onderhuidse spanning. Daarin speelden twee basgitaarpartijen een prominente rol. Die introduceerden veranderingen, ambiguïteit in toonsoort en maatsoort. Initieel zorgde dat voor een wat logge groove, langzaam ging die over in een ongemakkelijk voelende en wringende beat die uiteindelijk weer oploste naar een vast ritme.

Vervolgens schoof Carlo Bowry aan op elektrische gitaar. Campbell en Bowry brachten hun bewerking van Philip Glass’ ‘Metamorphosis’. Daarbij blijven de gitaristen dichtbij Glass’ partituur voor piano. Grotendeels speelt Campbell op klassieke gitaar de linkerhandpartij en Bowry op elektrische gitaar de die voor de rechterhand.

Deel een en vijf worden gedragen door een thema van twee noten dat Bowry herhaalde door het zacht aanslaan van een snaar en dan de volumeknop van de gitaar open te draaien. Elders pakte het contrast tussen klassieke en elektrische gitaar wat minder goed uit.

In het derde deel bijvoorbeeld klonken de scherp aangezette akkoorden op de elektrische gitaar dun tegenover de getokkelde partijen van Campbell. Zo ook de op de hals getapte arpeggio’s van Bowry. Ze klonken niet zo vloeiend, zeker niet vergeleken met de mitrailleursalvo’s die Campbell vervolgens met akelige precisie in tremelostijl tokkelde.


Neil Campbell, Carlo Bowry en Ross Gordon in de Spot in Middelburg.

Drie stukken
Na ‘Metamorphosis’ kreeg Bowry de gelegenheid zich met drie stukken solo te presenteren. Over een met zijn looppedalen opgebouwde begeleidingspartij soleerde hij aanvankelijk wat aarzelend. Wellicht zat de enorme hoeveelheid elektronische effecten hem hierbij eerder in de weg dan dat die ondersteunde. Ineens gooide hij de onzekerheid van zich af met een felle maar gecontroleerde solo, waarbij hij in enorme intervallen over de hals raasde, zich bedienend van perfect uigevoerde bijbehorende technieken. Bowry besloot met een stuk waarbij hij rijke en brede akkoorden mooi aan elkaar reeg.

Bowry had zijn ding gedaan, verdween meteen van het podium, de zaal in en Campbell nam het stokje weer over. Hij speelde wat ouder werk waarin hij zijn virtuositeit demonstreerde. ‘Delay Tactics’ was daarbij een van de hoogtepunten van de avond. In ongekend tempo tokkelde Campell daarbij op de middelste snaren een repeterend maar ook verschuivend ritmisch patroon. Daaroverheen legde hij een baspartij en op de onderste snaren werden thema’s en versieringen aangebracht. Zeer accuraat, zeer goed gedefinieerd.

Tenslotte voegde producer Gordon Ross zich bij Campbell. Samen brachten ze het stuk ‘Emergence’. Dat is deels gecomponeerd, qua structuur refererend aan ‘Acoustic Counterpoint’ en deels geïmproviseerd. Effectief wordt de live gitaar gesampled en tegelijkertijd worden de sequenties van noten, akkoorden en melodieën in cyclische structuren opgebouwd met software. De gitaar wordt daardoor getransformeerd naar drones van atmosferische, pulserende ritmes.

Inspiratie
De bedoeling is om inspiratie te bieden voor een geïmproviseerde ‘dialoog’ tussen de live gitaar en de elektronische structuur die er onder ligt. Ross gebruikte daarbij een laptop met Ableton-Livesoftware. Daarmee samplede hij live delen van Campbell’s spel, bewerkte die en creëerde er onderliggende partijen mee. Een doorklinkende losse snaar werd zo omgevormd dat hij de basis vormde voor een initieel bijna dance-achtige beat. Die werd weer in stukken geknipt en door allerlei filters gehaald. Net zo lang tot er een deken van elektronische patronen en klanken was gevormd.

Campbell leek af en toen te zoeken naar aanknopingspunten voor improvisatie of ander houvast waardoor de dialoog wat leek te stokken.

Een avond vol gitaren en zeker ook andere machines. Andere machines zoals looppedalen, echoapparaten en laptops, die Campbell ziet als nieuwe instrumenten die steeds meer uitbreiden wat voorheen mogelijk was in een live context.


© Jazzenzo 2010