Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Fascinerende November Music had betere afsluiting verdiend

CONCERTRECENSIE. Slot November Music met ‘Songs of Wars I Have Seen’ van Heiner Goebbels en KunstmuziekRoute, Verkadefabriek en diverse locaties in Den Bosch, 10 november 2013
beeld: Gemma Kessels
door: Rinus van der Heijden

Een enerverende November Music 2013. Dat is zelfs een té voorzichtige eindconclusie als je het jaarlijkse evenement van nieuwe muziek in ‘s-Hertogenbosch, in de breedte bekijkt. November Music 2013 is een daverend succes geworden, met muziek die door de nauwgezette keuzes die zijn gemaakt, een groter publiek heeft bediend dan de voorgaande twintig jaren. En die de dankbaarheid daarvoor in grote bezoekersaantallen heeft mogen aanvaarden.

 
Jacq Palinckx en Andreas van Zoelen tijdens de KunstmuziekRoute. In de Verkadefabriek werd het stuk ‘Songs of Wars I Have Seen’ uitgevoerd ol.v. dirigente Marit Strindlund.

Er was sprake van een fiks aantal topconcerten, waarvan het succes al voor aanvang kon worden voorspeld. Jammer is dat uitgerekend het slotconcert niet aan de hooggespannen verwachtingen voldeed. ‘Songs of Wars I Have Seen’ van de progressieve Duitse theatermaker en componist Heiner Goebbels werd keurig vorm gegeven door Muziektheater Transparant, barokorkest B’Rock en I Solisti del Vento, maar verrassen kon het zes jaar oude muziektheaterwerk nauwelijks. Bovendien bleef Goebbels bedoeling dat vrouwenleed in tijden van oorlog muzikaal en theatraal bloot gelegd moet worden, verborgen onder muziek die de dreiging van oorlogsgeweld nergens meekreeg.

Hoewel Heiner Goebbels in een interview naar aanleiding van zijn ‘Songs of Wars’ duidelijk stelde dat hij er geen boodschap aan wilde verbinden en ‘niet spreekt namens vrouwen of voor hen’, zat dit wel degelijk in de opzet verborgen. De teksten van de joods-Amerikaanse schrijfster Gertrude Stein, die zij tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef tijdens een verblijf in het Franse dorpje Vichy, waren uitgangspunt voor Goebbels. Steins pennenvruchten benaderde Heiner Goebbels vanuit zijn eigen stellingname; zij waren een universele aanklacht tegen alle onrecht en verdriet dat vrouwen – die veelal zonder wapens bij oorlogen worden betrokken - ondervinden.

Gedachtenspinsels
De teksten van Gertrude Stein bleven tijdens de uitvoering onaangetast en bleken te bestaan uit gedachtenspinsels over tijd en plek waar de schrijfster verbleef. Zij cirkelden vooral om haar opvatting dat de geschiedenis een dialectisch proces is, dat zij zich herhaalt en er eigenlijk niets nieuws onder de zon is. Gertrude Stein refereert vaak aan het werk van Shakespeare, aan diens Macbeth, aan Richard III en Henry IV, waarin de grote Engelse schrijver wreedheid en geweld uitgebreid aan de orde stelt. En dus deed Heiner Goebbels dat ook.


Theatermaker en componist Heiner Goebbels achter de schermen. Beelden van ‘Songs of Wars I Have Seen’.

Om de tijdloosheid van oorlogsgeweld aan de kaak te stellen en te vertalen naar het podium van nu, liet Heiner Goebbels muziek van barokcomponist Matthew Locke ineenvloeien met eigen composities. En ook al werden die twee werelden door elkaar heen gespeeld, het bleef bij een mooi bedacht concept, waarin velen Goebbels al voorgingen. Bovendien was het resultaat van die ineenstrengeling wat het beluisteren betreft, ook al niet opzienbarend.

Dat had het wellicht nog enigszins kunnen worden, als de theatrale effecten de muziek hadden ondersteund. Maar ook dat was niet het geval: twintig musici op hun stoel en vijftien schemerlampen zorgen voor een statisch toneelbeeld, dat geen uurlang beklijft. De filosofische mijmeringen van Gertrude Stein en de nauwelijks bij oorlog aanklampende muziek maakten van dit alles een immobiele gebeurtenis, die veel meer haken en ogen had verdiend.

De slotdag van November Music kende ’s middags de jaarlijks terugkerende KunstmuziekRoute, een pelgrimstocht langs allerlei verrassende muzikale treffens op even verrassende locaties. In de kleine, verborgen liggende ZuiderZinkerk in het centrum van Den Bosch vertolkte bassaxofonist Andreas van Zoelen viermaal een miniconcert, met één eigen compositie en wereldpremières van Jacq Palinckx en Maarten van Norden. Het werd een prachtige belevenis, waarin alle mogelijkheden van de bassaxofoon in korte tijd breed werden uitgemeten.


Pianist Christian Wallumrød en trompettist Eivind Lønning. Andreas van Zoelen.

Plofkip
Jacq Palinckx had drie Maximal Music-stukjes gecomponeerd: ‘Haal’, ‘Loop’, ‘Draai’ plus een improvisatie, waarbij de componist de bassaxofoon van Andreas van Zoelen live prepareerde. Terwijl de laatste blies, propte Jacq Palinckx de aluminium verpakking van een plofkip van Albert Heijn in de beker van de saxofoon, om er even later een plastic bakje en tamboerijns in te frotten. De uitkomst was prachtig: onvoorspelbare klanken werden toegevoegd aan de niet-alledaagse grom- en brompartijen van de saxofoonkolos.

De compositie van Maarten van Norden toonde door zijn lenigheid alle mogelijkheden en onmogelijkheden van de bassaxofoon. Andreas van Zoelen legde die met groot vakmanschap bloot en liet tegelijkertijd horen dat er véél, véél meer moet worden gedaan met de oudste telg van de saxofoonfamilie.

In de Toonzaal speelde het Christian Wallumrød Ensemble. De piano van de leider, plus cello, trompet, tenorsaxofoon en slagwerk/vibrafoon plaatsten de Noorse jazzscene, evenwichtig vertegenwoordigd op deze editie van November Music, nog eens in het zoeklicht. Wallumrøds ensemble moet het vooral hebben van impressionistische samenklanken. Soms zoetgevooisd, dan weer onderzoekend of neigend naar kamermuziek, was er zelfs ruimte voor een vrolijke mars. Wallumrød zorgt voor interessante muziek, maar je moet er niet te lang van proeven, want dan ga je er gegarandeerd van opboeren.

Zie ook:


© Jazzenzo 2010