Zomerjazzfietstour weer van wonderschoon gehalte CONCERTRECENSIE. Zomerjazzfietstour, Grand Theatre en platteland Groningen, 30 en 31 augustus Want de ZJFT is een verslaving en wie één keer is geweest, kan niet anders dan terugkeren. Terug naar het noordelijke land, waar de stormachtige wind deze zaterdag muziekliefhebbers beproefde om bij de vele schuren, tenten en kerken te komen. Om er echter een beloning in de vorm van prachtige jazzconcerten voor terug te krijgen. En toen die wind ’s avonds weer enigszins tot rede was gekomen, bewogen de zestienhonderd deelnemers, murw geslagen door natuur en muziek maar wel verkwikt, naar de stulp waar ze thuis hoorden.
beeld: Gemma Kessels, Eddy Westveer
door: Rinus van der Heijden
Als het laatste daglicht zich terug trekt boven de oneindige grasvlakten van Groningen en de massieve wolkenpartijen erboven zich in donkere kleuren hullen, dan worden deze zaterdagavond vele honderden fietsers één met het verlaten landschap. Nietige poppetjes zijn het, die terugkeren van de Zomerjazzfietstour (ZJFT), de jaarlijkse gebeurtenis die liefhebbers van nieuwe jazz betovert en tegelijkertijd de ban voor volgend jaar nu al ontsluit.
Accordeonist Tuur Florizoone van Oliver’s Cinema. Alan Purves tijdens de proloog. Chris Corstens Quartet.
De 27e Zomerjazzfietstour was er weer een van wonderschoon gehalte. Dat de locaties – in kerken, tenten en boerenschuren – afwijkend zijn weten we na zoveel edities. Maar dat organisator Marcel Roelofs er nog altijd in slaagt de meest bizarre bezettingen uit de grond te stampen, maakt de Zomerjazzfietstour nóg afwijkender dan welk ander evenement op het gebied van improvisatiemuziek ook. Het gaat er hier dan ook niet om welk concert het beste van de dag is. Dat zijn ze namelijk allemaal. En dat komt dan voornamelijk door de inzet van de uitgenodigde musici. “Het is fantastisch om hier te spelen”, vatte basgitarist Mark Haanstra de mening van hen samen.
Barnicle Bill
Mark Haanstra maakt deel uit van Barnicle Bill, een trio dat verder wordt gevormd door altsaxofonist Miguel Martinez en slagwerker John Engels. Als gast was Wolter Wierbos uitgenodigd. Dat betekende een regelrechte verrijking, want de trombonist legde fascinerende duels aan met de anderen. Nogal wat stijlen werden vertolkt, zodat het kon gebeuren dat blues, een héél langzame ballad, Thelonious Monk (‘Straight No Chaser’), Duke Ellington (‘Caravan’) en een calypso voorbij kwamen in de schuur van Huizinga, waar manshoog gestapelde strobalen de tribunes voor het talrijke publiek vormden.
Oliver’s Cinema met Eric Vloeimans. Het kerkje van Feerwerd waar Ramón Valle optrad. Slagwerker John Engels van het Barnicle Bill Trio.
Een van de vier routes van de Zomerjazzfietstour werd geopend in de kerk van Aduard. Door publiekslieveling Eric Vloeimans, mét cellist Jörg Brinkmann en accordeonist Tuur Florizoone, verenigd in het nieuwe trio Oliver’s Cinema. Het thema uit de film ‘Rosemary’s Baby’ vormde de opening van een daverend concert in een bomvolle kerk. De paden tussen de banken, de banken voor de ouderlingen, op en achter het podium, elk vrij plekje was ingenomen. Mooi om te zien hoe een man met fietshandschoentjes aan voortdurend de haren van een kind streelde en een andere man, weggedrukt in een hoekje, doodkalm een donkerbruine boterham met kaas zat te eten.
En intussen kwamen prachtige stukken voorbij: ‘Imagining’, ‘Les Vapes’, geïnspireerd op een schilderij van Salvador Dali en vooral het indrukwekkende ‘Kwa heri’ van de Belg Florizoone. Hij stelde er de koloniale schandvlek van zijn vaderland in het voormalige Congo muzikaal mee aan de orde. “Heel binnenkort komt de eerste cd van Oliver’s Cinema uit”, vertelde Eric Vloeimans na afloop van het concert. “Die hebben we meteen nadat we samen waren, opgenomen.”
All Ellington
In een andere kerk, die van Niehove, speelde zich het project ‘All Ellington’ af. Een initiatief van cornettist Eric Boeren, die grote namen rond zich had verzameld, zoals Michael Moore, Joost Buis, Wilbert de Joode, Jodi Gilbert en Michael Vatcher. Het project stond wat later op de dag geprogrammeerd, waardoor zich de volgende tweespraak in het kerkje ontwikkelde: “Waar zitten we nu, is dit Niehove of Oldehove?” “Komt hier dan die van Ellington?” “Halen we van hieruit Eric Vloeimans nog?” “Nou, anders slaan we die toch over.”
‘All Ellington’ van cornettist Eric Boeren. De Bakfietsband, een initiatief van Oscar Jan Hoogland. Guillaume Roy van Trio Amarco.
De twee kennelijk door de vele fietskilometers aangeslagen liefhebbers sloegen Vloeimans met het Nationaal Jeugd Jazz Orkest inderdaad over en bléven, zoals alle andere aanwezigen. Want ‘All Ellington’ is razend interessant. Met de kleine koper- en rietsecties cornet, trompet, trombone; en altsax, tenorsax en baritonsax zag de mini-mini bigband kans de typische Ellingtonkleuren tevoorschijn te toveren. Stukken als ‘Night Song’, ‘African Flower’, ‘Everything But You’ en ‘Do Not Disturb’ kregen de kenmerkende Amsterdamse Schoolaanpak mee, met vrije improvisaties naast melodische intermezzi en schurende probeersels op het gebied van orkestratie en bezetting.
Fraai was de vertolking van ‘All Too Soon’ van Jodi Gilbert, met flarden van een vérweg trompet, opgevolgd door de machtige trombone van Joost Buis, die de totale orkestklank weer eens kwam aankondigen.
En dan waren er nog het Chris Corstens Quartet en de Bakfietsband. De laatste is een initiatief van pianist Oscar Jan Hoogland, die er een piano voor doormidden zaagde, op een bakfiets plaatste en daar ook plaats inruimde voor een cello, saxofoon en slagwerkje. Het voertuig bewoog zich rond de kerk van Niehove en het publiek vond het prachtig.
Drukke dag
Hoogland had er een drukke dag mee, want hij maakte ook deel uit van de bezetting van ‘All Ellington’ en Chris Corstens. Bij de laatste waagde hij zelfs een dansje tijdens een calypso. Opvallend was hier de rol die de cello van Harald Austbø vervulde: niet als melodie-, maar als ritme-instrument. Het verschafte leider Corstens volop de gelegenheid vet uit te pakken op tenor- en sopraansaxofoon.
Alfred Spirli trad op met Alan Purves. Christophe Monniot van Trio Monniot. Parkeren bij de Oostum kerk waar Simon Nabatov & Nils Wogram optraden.
Voorafgaande aan de ZJFT op zaterdag is er vrijdagsavonds De Proloog. In het Grand Theatre in stad Groningen. Deze avond stond Franse improvisatiemuziek centraal. Trio Amarco opende het eerste van drie concerten. De drie (viool, altviool, contrabas) begonnen als een ensemble uit de hedendaagse gecomponeerde muziek, maar bogen al snel richting vrije improvisatie. Met de nadruk op vrij: met een uit elkaar geknutselde strijkstok de achterkant van de contrabassnaren bespelen, aan die snaren trekken als klinken er pistoolschoten en geplukte vioolsnaren, die klinken als een dieseltje dat maar niet op gang wil komen. Voor Trio Amarco bestaan er geen begrenzingen.
Die golden ook niet voor het duo Alfred Spirli/Alan Purves. De laatste is de vleesgeworden vrijheid in het kwadraat. Buisjes die janken, varkentjes die piepen, kokers die loeien, koffiebekertjes die wippen en een afvoerslang die fluit; Purves kreeg het allemaal voor elkaar. Op zelfgemaakte instrumenten van afval of goedkoop speelgoed. Spirli zwiepte intussen draden in de rondte die geluid maakten of licht vingen en liet bandijzer zingen. Waarbij hij vaak verwonderd de wereld inkeek als iemand die het voor het eerst ziet sneeuwen. Een prachtconcert, dat door zijn eigenzinnigheid boeide van de eerste tot de laatste verrichting.
Nieuw trio
Saxofonist Christophe Monniot kwam met een nieuw trio, met Matyas Szandai op contrabas en John Quitzke op slagwerk. Szandai is een pracht-bassist, die de lome strakheid bezit van Oscar Pettiford. Hij bleef constant bij zijn leest, terwijl de anderen de wandelschoenen aantrokken en de vloeivelden van de vrije improvisatie introkken. Een sopraan- en altsaxofoon tegelijk in de mond is geen probleem voor Monniot en de Domenico Modugno-hit ‘Come Prima’ door een kinderliedje weven schijnt ook alledaagse kost te zijn voor de blazer.
En zoals een dahliatuin in de herfst zo veelkleurig kan zijn, zo sloeg slagwerker Quitzke het ene na het andere boeket uit zijn trommels. Dat ze maar snel weer eens naar Nederland afzakken, al deze Fransmannen. Min één, die vermaledijde Alan Purves, want die is Schot. Maar hij moet zeker meekomen.
© Jazzenzo 2010