Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Hoornist Morris Kliphuis maakt wel de stap naar improvisatie

CONCERTRECENSIE. Kapok, Porgy en Bess Terneuzen, 26 februari 2012
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers

Jazzhoornisten zijn dun gezaaid. De jonge Morris Kliphuis is een uitzondering op de regel en maakte van improvisatie op de hoorn zijn specialiteit. Recent kwam van zijn trio Kapok het album ‘Flatlands’ uit. Daarop staat zowel ingetogen als energieke jazz met een eigen draai. Deze dag speelde Kapok in Porgy en Bess in Terneuzen.


Trio Kapok presenteerde zijn debuutalbum Flatlands in Zeeland, met Morris Kliphuis, Remco Menting en Timon Koomen.

Kapok komt voort uit het Morris Kliphuis Trio. Toen Timon Koomen gitarist Daniel de Moraes verving, begon het trio eigenlijk opnieuw. Voor de opnames van ‘Flatlands’ had het trio twee weken de beschikking over de Kytopia-studio in Utrecht. Kapok ging vrijwel blanco die studio in: nieuw materiaal, een nieuwe sound, veel elektrischer dan het Morris Kliphuis Trio en met effecten op de gitaar. En met een nieuw concept. Vandaar ook de naamsverandering.

Drummer Remco Menting zit bij de optredens op een cajon. Die bespeelt hij met een omgekeerd basdrumpedaal. Met de andere voet bedient hij niet de gebruikelijke hi-hat,  maar een tamboerijn. Om hem heen staan slechts een snaretrommel, floortom en wat kleine bekkens. Het dwingt hem in deze minibezetting creatief om te gaan met minimale middelen. En dat doet hij met verve. In het sfeervolle ‘Nausicaa’ volstonden brushes,  maar via een lekkere shuffle ging het alras naar veel complexere maar groovy ritmes. Het was enerverend om te ervaren hoe hij met zijn vier ledematen op dit setje zo veel patronen combineerde. Niet zelden bond hij daarbij nog een ketting met geitenhoefjes - “uit Chili, maar het stuk komt uit Zuid-Afrika” - om zijn onderbeen om de exotische ritmes aan te dikken.

Want zo ging het: van ingetogen en lyrisch naar regelrechte funk en van kleine stukjes collectieve improvisatie naar calypso (Rollins’ ‘St. Thomas’ kreeg weer een nieuwe dimensie). Met een hoorn? Die wordt in de klassieke muziek veel gebruikt. Er zijn ook veel hoornisten, maar weinigen maken de stap naar improvisatie. Jazzhoornisten zijn zeldzaam. Vanuit de traditie van wat zwaardere romantische orkestmuziek naar improvisatie is een vrij grote stap. Lastig ook.


Pianist en percussionist Remco Menting, hoornist Morris Kliphuis en gitarist Timon Koomen.

Bij een hoorn ontstaat de karakteristieke klank doordat de beker naar achteren wijst. Dat maakt het geluid indirecter. Hard werken dus voor Kliphuis om lijnen er duidelijk en ritmisch uit te krijgen. Maar hij is er bedreven in. Met lange emotionele tonen blies hij de thema’s in de langzamere stukken. Net zo goed nam hij de rol van begeleider op zich met een stuwende lijn of improviseerde hij met snelle lijnen over een verrassend breed register.

Met gitarist Timon Koomen had hij interessante duels. Ze reikten elkaar kleine lijntjes of verrassende klanken aan, overrompelden met een plotselinge inval en het spel van elkaar op het verkeerde been zetten ging vloeiend over in het ineenvlechten van hun partijen. Koomen beschikt over een fraaie techniek. Waar nodig speelde hij een strakke akkoordsequentie met een popmuziekachtige sfeer, maar ook combineerde hij breed uitwaaierende en harmonisch dik ingekleurde akkoorden met sprankelend getokkelde melodielijnen. En die groovy lijnen, die bleven maar opborrelen. Soms recht-toe-recht-aan in vieren op de tel. Maar zoals menig gitarist zijn inspiratie wel uit Mali haalt, zo klonken hier ook vaak die Afrikaanse ritmes in onregelmatige maatsoorten, maar oh zo swingend.

Op het album ‘Flatlands’ is naast Marc Constandse op bandoneon, percussionist Joshua Samson, de strijkers van het Ragazze Kwartet ook Ernst Glerum op contrabas te horen. Op de cd voegt hij klankkleuren en sfeer toe zonder een nadrukkelijke baslijn neer te zetten. Kliphuis koos dan ook bij dit trio bewust voor een basloze bezetting. Hij zocht de ruimte en vrijheid die zo ontstaat. In de improvisaties klinken daardoor allerlei lijnen door elkaar, zonder dat altijd besloten is over welk akkoord of in welke toonsoort gespeeld wordt. Het dwingt de muzikanten om inventief te zijn, ook bij zo’n optreden, waar ze zonder de gastmuzikanten, slechts met zijn drieen aan de bak moeten. Kapok is een originele en creatieve band band die het nieuwe concept waar maakt.

Zie ook:


© Jazzenzo 2010