Hardbop verliest bij The Cookers nooit zeggingskracht CONCERTRECENSIE. The Cookers. Bimhuis Amsterdam, 25 februari 2012. En juist met deze Blakey speelden in het verleden, niet geheel toevallig, verschillende leden van The Cookers, een septet dat al jaren de hardbop levend houdt. Het gezelschap, met de 76-jarige Cecil McBee als oudste lid, laat horen dat de hardbop geen modeverschijnsel was in de jaren vijftig en zestig, zijn zeggingskracht is ook van nu.
beeld: Vera Mennens
door: Tim Sprangers
Als haakse reactie op de relaxte cooljazz kon je met hardbop (ontstaan midden jaren vijftig van de vorige eeuw) opstaan uit de stoelen en schudden met die heupen. Minder intellectueel en virtuoos dan de eveneens swingende bebop en meer gericht op (rhythm &) blues. Een stuk toegankelijker dus, aanraakbaar, herkenbaar en al snel immens populair. Drummer Art Blakey mag gerust gezien worden als de grondlegger van de hardbop. Met zijn Jazz Messengers maakte hij de vetste jazzplaten.
![]()
The Cookers, met onder andere contrabassist Cecil McBee en altsaxofonist Craig Handy (r), sloten hun Europese tournee af in het Bimhuis.
De eigen composities staan als een huis en voldoen aan de voorwaarden. Een vierkoppige blazerssectie knalt de aansprekende thema’s het Bimhuis in met vaak vuige, net wat langs elkaar heen lopende lijnen. Daarin zit een deel van de bluesziel: knoeperstrak mag het nooit worden, de imperfectie vormt de overtuigende perfectie. Polymelodisch duikelen de blaaspartijen over elkaar heen. Het is deze speelsheid die oneindig leuk is om naar te luisteren.
En ook ritmisch blinkt de band uit in grappigheden. Een thema dat net wat vertraagd wordt of de drummer die plots een vierkwartsmaat in drieën mept. Oppeppend zijn de overgangen tussen solo’s waarin losjes een eerder gehoord fragment wordt geblazen vanuit de zijkant. Billy Hart heet de slagwerker, ooit begeleider van Wes Montgomery, Miles Davis en ook Otis Redding. Hij is werkelijk een beest op vooral de cymbalen, keert ritmes zonder moeite om en vergeet na een indrukwekkende solo van een minuut of tien, dat hij niet alleen op het podium staat. Zie het niet als arrogantie, meer als complete toewijding. Zijn ingespannen gezichtsuitdrukking lijkt dit te verraden.
![]()
Pianist George Cables, trompettisten Eddy Henderson en David Weiss, tenorsaxofonist Billy Harper.
Zo zijn er nog meer helden in deze band. Eddie Henderson bijvoorbeeld, fusiontrompettist van onder andere Herbie Hancocks Mwandishi, een pionier toen de jaren zeventig-fusionjazz nog nieuw was. Tenorsaxofonist Billy Harper (Art Blakey, Max Roach, Lee Morgan) had de meeste solo’s, keer op keer van hoog niveau met Coltraneske virtuositeit.
Een enkele keer zakt de energie wat in, wat zou kunnen liggen aan de lange tour die achter hen ligt. Dit concert vormt de afsluiter. ‘Nu gaan we een week slapen’, mompelt trompettist Dan Weiss. The Cookers vervallen soms in routinematigheden als het netjes afgaan van wat plichtmatig gespeelde solo’s, zonder een gekke noot of onderhoudende spanningsboog. Hun houding is wel erg cool, een beetje mat zelfs. Gelukkig kunnen ze telkens bouwen op die typisch vitale hardbopthema’s, gespeeld met ruim tweehonderdvijftig jaar podiumervaring.
© Jazzenzo 2010