Baraná & Ceyl’an Ertem – Xenopolis CD-RECENSIE Baraná, dat bestaat sinds 2002, is sinds die tijd het troetelkind van Kamperman en Üvez. Op het eerste gezicht zou je kunnen concluderen dat het credo ligt besloten in het samenbrengen van Nederlandse en Turkse cultuur. Maar Baraná gaat verder, omdat het vele culturele uitingen en nog meer eigen interpretaties aan de mix van Turkse en Nederlandse elementen toevoegt.
Baraná & Ceyl’an Ertem – Xenopolis
bezetting: Ceyl’an Ertem zang; Behsat Üvez zang en elektrische baglama; Steven Kamperman altklarinet en sopraansaxofoon; Jeff Sopacua elektrische gitaar; Ernst Reijseger cello en elektrische cello; Afra Mussawissade percussie en elektronica
opgenomen: 2010 en 2011 in diverse studio’s
release: 2011
label: Baykus Music
tracks: 9
tijd: 50.38
website: www.barana.nl - www.baykusmusic.com
door: Rinus van der Heijden
De metropool Istanbul is de spil waar het nieuwste project van de Nederlandse rietblazer Steven Kamperman en zijn Turkse evenknie Behsat Üvez om draait. De hoofdstad van Turkije wordt vanuit allerlei uitgangspunten benaderd en daarmee is deze cd ‘Xenopolis’ in feite een reisgids door een stad waar oud en nieuw en oost en west samenvloeien.
Voor ‘Xenopolis’ zocht het duo een vocaliste die zijn concept-Istanbul vorm kon geven. Via Youtube stuitten beiden op Ceyl’an Ertem, een zangeres die ongetwijfeld klassiek moet zijn geschoold. Anders is haar bewonderenswaardige stemtechniek en –beheersing niet te verklaren: zij zingt vooral in het middenregister, maar kruipt ook moeiteloos naar de hoogste en laagste regionen, legt er een ongekende expressie overheen, improviseert moeiteloos en zet alle folkloristische verworvenheden van Turkije naar haar hand.
De negen stukken op ‘Xenopolis’ verbeelden allerlei elementen van Istanbul. Het begint met de door Istanbul geplande vernietiging van de voormalige zigeunerwijk Sulukule en verhaalt verder over de stad waar Ferrari’s een integraal onderdeel vormen van het straatbeeld, over de onderwereld van Istanbul, een ode aan de beroemde zangeres Bergen, over de haat-liefdeverhouding met de stad en de stad waar ook gedanst en gefeest kan worden.
Wie denkt dat ‘Xenopolis’ een vooral uit Turkse invloeden samengesteld album is, krijgt de deksel op de neus. Baraná heeft er duidelijk voor gekozen jong publiek aan zich te binden. Dat wordt onder meer uitgedrukt in de aanwezigheid van gitarist Jeff Sopacua en de elektrische cello van Ernst Reijseger, maar ook in de gesamplede loops en ritmes. De baglama (Turkse snaarinstrument) en stem van Üvez en het sterk aanwezige stemgeluid van zangeres Ertem brengen echter alles weer in evenwicht. Oud en nieuw en oost en west, we zeiden het al.
Barana & Ceyl’an Ertem - Arabesk / Sen Affetsen Ben Affetmem
Rotterdam, 2011
© Jazzenzo 2010