Bij Stranger Than Paranoia klotst het water alle kanten op CONCERTRECENSIE. Festival Stranger Than Paranoia. Paradox Tilburg, 22 en 24 december 2011 Daarvan getuigde het concert in Tilburg, dat kerstavond 2011 besloot en het publiek in Paradox heel wat enthousiaster maakte dan de nachtmissen in de kerken iets verderop. Bij Douglas/Joseph/Reijseger vloeit al het water door de jazzzee en het klotst werkelijk alle kanten op. Jazz, kaseko – uiteraard, Franky Douglas en Lesley Joseph buiten hun Surinaamse/Curaçaose afkomst gelukkig volledig uit – folklore, funk en vooral uiterst fantasievolle improvisaties zorgen voor dienbare èn dansbare muziek. Meest in het oog springend element bij het trio is het ongeremde spelplezier en de daaruit voortvloeiende tot vrolijkheid stemmende muziek. Zij voelt aan als een wandeling door een voorjaarstuin, waar je maar niet genoeg krijgt van alle geuren en kleuren.
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
Franky Douglas, Lesley Joseph en Ernst Reijseger. Drie kompanen uit de ‘sectie snaren’ van de improvisatiemuziek. De een speelt gitaar, de ander basgitaar en de derde cello. Zo op papier misschien een saaie combinatie, goed voor wat modernistisch/klassiek gepriegel? Neeeee, niet als al die snaren worden beroerd door deze drie prachtmusici, die ooit toevallig bij elkaar kwamen, maar nu een van de verrassendste Nederlandse trio’s van dit moment vormen.
Gitarist Reinier Baas, het trio Lesley Joseph, Ernst Reijseger, Franky Douglas en Kurt Rosenwinkel passeerden onder meer de revue tijdens Stranger Than Paranoia, editie Tilburg.
Het trio opende zijn concert met ingetogen, melancholische klanken, die affiniteit opriepen met folkloristische muziek uit Oost-Europa. Ze werden echter al spoedig gekruid met specerijen uit het Caribisch gebied. Franky Douglas ontlokte het gehele concert voornamelijk akkoorden aan zijn gitaar. Lesley Joseph sloeg de ene keer met volle hand op de snaren van zijn basgitaar, waarmee hij ophitsende funkritmes bloot legde. Andere keren racede hij met plukkende vingers razendsnel over de snaren om zodoende torenhoge staccatobouwsels af te scheiden. En al klopte hij nogal eens aan de deur van Jaco Pastorius, Lesley Joseph blijft met alle ondergane invloeden Lesley Joseph.
En Ernst Reijseger? Hij deed wat je van hem kunt verwachten: de cello in elk geval niet traditioneel bespelen. Hij nam het instrument opnieuw in de houdgreep van gitaristen, beklopte en bestreelde het, plukte en streek, maar zorgde bovenal dat het unieke concept van dit drietal door zijn inzet door de hele wereld van de muziek werd gesleept. Het feest van deze drie enthousiastelingen werd compleet, toen op uitnodiging van Reijseger pianist Harmen Fraanje aanschoof. Hij speelde drie stukken mee en deelde volop in de enthousiaste reacties van het publiek, nadat Joseph met drie noten uit ‘Jingle Bells’ de avond besloot.
Kurt Rosenwinkel trad solo op. Paul van Kemenade International Quintet met trombonist Ray Anderson. Trio Lesley Joseph, Ernst Reijseger, Franky Douglas.
Kurt Rosenwinkel, mondiaal beschouwd een van de geliefdste gitaristen van dit moment, tekende voor een soloconcert tijdens de eerste van drie Tilburgse avonden Stranger Than Paranoia. Eenzaampjes op een stoel gezeten, met een semi-akoestische gitaar, hield hij zijn blik verscholen onder zijn zwarte pet. Als hij het publiek al eens een blik toewierp, was dat schuw en verlegen. Zijn spel was er niet minder om. Vaak in blues gedrenkt, ritmes tappend met zijn voeten, was Rosenwinkels muziek zingbaar door de volle harmonische klankrijkdom die hij produceerde. In feite was zijn concert één lange étude, een reisje door het rijk van jazzstandards als ‘Along Came Daddy’ en ‘Goodbye Pork Pie Hat’.
Voor een wel heel verrassend toetje zorgde de Amerikaan, door ver na afloop van deze eerste ‘Tilburgse’ avond voor een landgenoot een plaatsje op het podium van Paradox te bepleiten. Deze Alain had hij ontmoet in Zweden, hij was met Kurt Rosenwinkel meegereisd en trad in Tilburg voor nog slechts een handvol achterblijvers in de sporen van zijn grote voorbeeld. In de sporen van de blues wel te verstaan, want deze kleine man zweette de traditie van de traditionele Mississippiblues letterlijk uit.
Het International Quintet van Paul van Kemenade speelde een belangrijke rol in de 2011-editie van Stranger Than Paranoia. Het dook op alle drie plekken van het festival op: Breda, Den Bosch en Tilburg. In de laatste stad zette het een monumentale versie neer van ‘Song For Che’ van Charlie Haden – slagwerker Han Bennink mompelde overigens door de aankondiging heen dat de compositie stamde uit de Spaanse Burgeroorlog. Met een lange bassolo van Ernst Glerum en druipende droefenis bij de blazers werd het een hymne, die zijn gelijke even niet kende.
Paul van Kemenade vormde een duo met pianist Stevko Busch. De gitaristen Reinier Baas en Wout Kemkens gaven eveneens een duoconcert.
Paul van Kemenade trad op kerstavond nogmaals aan, ditmaal met Stevko Busch. Met deze pianist vormt hij al enkele jaren een duo. Basis van hun repertoire zijn Russische gezangen van componisten als Taneyev en Glazunov. Hoewel die gezangen uiteraard aan een thema hangen, zit bij het duo Van Kemenade/Busch de kracht in de geen grenzen kennende improvisaties. Vaak legt de altsax van Paul van Kemenade een motiefje uit, dat door de piano van Stevko Busch - verglijdend van de achtergrond naar de voorgrond - zelfstandig wordt uitgebouwd. Mooi was het moment toen Paul van Kemenade – zacht blazend – het geluid van zijn bewegende kleppen percussief benutte.
Dit duoconcert werd besloten met de vertolking van ‘The Mountain’ van pianist/componist Dollar Brand. Een bijna adembenemend eerbetoon aan de legende die nu Abdullah Ibrahim heet. Paul van Kemenade en Stevko Busch tilden hun optreden ermee naar de afdeling eredivisie.
Gitaren zijn er in allerlei maten en soorten. Gitaarstijlen ook. Daarvan getuigden de jonge gitaristen Reinier Baas en Wout Kemkens. De een komt uit de hoek van de jazz, de ander uit die van rock, blues en soul. Hun treffen was van ongelijk niveau. Hoewel beiden over een evenwichtige en gevarieerde techniek beschikken, trok Reinier Baas alle punten naar zich toe. Wout Kemkens, die nogal eens gebruik maakte van de slidetechniek, kwam vaak niet verder dan het naar de andere zijde gooien van bundeltjes akkoorden en licks. Reinier Baas bleef er doodkalm onder, deed ‘zijn ding’ door noot voor noot uitgebreide improvisaties op te bouwen. Hij zag kans zijn muzikale fantasie naar de werkelijkheid van een podium te transformeren. Dat doen er wel meer, maar weinig die nog zo jong zijn als Baas.
Alhoewel de meeste aanwezigen deze avond niet precies begrepen waar de tandem Baas/Kemkens naar toe wilde, zorgde het tweespan voor glimmende contrasten. Zeg nou zelf: hardrockachtige gitaarklanken die psychedelische zang ondersteunen met als tegenargument Baas’ interpretatie van Chet Bakers ‘Everything Happens To Me’.
Stranger Than Paranoia sluit af op dinsdagavond 27 december in Paradox Tilburg.
Zie ook:
© Jazzenzo 2010