Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Hecht samenspel van Brussels Jazz Orchestra en gasten

CONCERTRECENSIE. Brussels Jazz Orchestra met Tutu Puoane en Bert Joris, Zeeland Nazomerfestival, Abdijplein Middelburg, 28 augustus 2010
beeld: Lex de Meester
door: Mischa Beckers

In 1993 hield de BRT big band op te bestaan en verdween prompt de mogelijkheid om dit genre muziek op hoog niveau uit te voeren. Daarom richtten Frank Vaganée, Serge Plume en Marc Godfroid in datzelfde jaar een nieuwe, professionele big band op: The Brussels Jazz Orchestra. Opnames en uitvoeringen van dit gezelschap stonden meteen (inter)nationaal hoog aangeschreven en een immense reeks samenwerkingen volgde waaronder die met Philip Catherine, Toots Thielemans, Richard Galliano, Maria Schneider en Lee Konitz. Zaterdag speelde het Brussels Jazz Orchestra op het Abdijplein in Middelburg tijdens het Zeeland Nazomerfestival met zangeres Tutu Puoane en trompettist Bert Joris.


Ondanks de regen trok de Zuid-Afrikaanse zangeres Tutu Puoane en het Brussels Jazz Orchestra in Middelburg veel publiek.

Begin dit jaar verscheen het album ‘Mama Africa’ van de Zuid-Afrikaanse zangeres Tutu Puoane met het Brussels Jazz Orchestra (BJO). Het is een tribute aan één van Zuid-Afrika’s grootste artiesten, Miriam Makeba, die in november 2008 overleed. “We lieten twaalf stukken bewerken door musici uit het orkest of muzikanten die er dichtbij staan. We behielden de melodieën maar wat de arrangementen betreft werd het laken naar BJO toegetrokken, met de nodige soli en tutti's en vocale features”, zei orkestleider, saxofonist en fluitist Frank Vaganée. En dat bleek op het Abdijplein. De Xhosa en Zulu volksmuziek die Miriam Makeba als grondslag voor haar oeuvre koos, verdween grotendeels in veelal krachtige bigbandmuziek in diverse stijlen. BJO liet horen waarom het aangekondigd werd als “Europa’s beste bigband”. De arrangementen zijn meeslepend en de diverse lagen schuiven vloeiend in en over elkaar. Daarnaast speelt het orkest goed met dynamiek. Blazersgeweld en ingetogen spel wisselen continu stuivertje, soms via een uitgekiend traject met slinkse schijnbewegingen in de ritmesectie. Tenslotte heeft het orkest een aantal uitstekende solisten aan boord. Muzikanten die niet meteen hun kruit verschieten als ze naar voren treden maar een solo gedoseerd op– en uitbouwen, veelal daarbij melodieën grondig verkennen maar af en toe ook lekker buiten de klinkende akkoorden spelen.

Tutu Puoane, die vorig jaar de South African Music Award ontving, genoot van het samenspel met dit orkest. Na de korte introductie met een wat mystiekere zangpartij ging ze er meteen vol en overtuigend in. Met haar krachtige stem bood ze tegenpartij voor de blazers. Puoane’s stem neemt vele gedaantes aan: op groot volume soms in musical / Broadway stijl, authentiek in de kleinere liedjes van Makeba en gevoelig zoals in ‘What more could be right’ en het uitwaaierende en weidse ‘West Wind’. Moeiteloos dubbelde  ze thema’s en andere partijen die de blazers speelden en regelmatig improviseerde ze. Een mooi moment was het duel met saxofonist Kurt van Herck. Die bouwde zijn solo af waarop Puoane hem uitdaagde met een scat. Van Herck moest alle zeilen bijzetten om mee te kunnen gaan in Puoane’s meer Afrikaanse stijl.

Na de pauze betrad trompettist Bert Joris het podium. Onlangs kwam ‘Signs and Signatures’ uit, een vervolg op ‘The Music of Bert Joris’ dat BJO negen jaar geleden met hem opnam. Het album bevat nieuwe composities en nieuwe arrangementen van stukken die Joris al speelde in kleinere formaties. Middelburg beleefde de Nederlandse première van dit nieuwe album. Joris schrijft veel in opdracht voor het BJO. “Kwaliteit is gegarandeerd. Al zijn stukken hebben het Bert Joris-stempel en zijn meteen herkenbaar als dusdanig. Het enige verschil is dat er bij zijn eigen werk altijd plaats is voor blues, of een bluesy noot”, aldus Vaganée. Joris begon in uptempo bopstijl. Hij heeft een mooie toon. Die komt extra tot uiting in de wat langzamere stukken. Dan druipt de lyriek uit zijn trompet en vertelt hij zijn verhaal soms fluisterzacht. Eén van de hoogtepunten daarbij was ‘Connections’. Gevoelig ingeleid op contrabas ondersteunde een ingetogen pianobegeleiding de prachtige melodie. Joris genereert in zijn solo’s moeiteloos snelle en complexe lijnen maar hij vergrootte de spanningsboog regelmatig door te improviseren rond slechts één of twee noten. Het was mooi om te merken hoezeer Joris en het BJO één zijn. Puoane zei het al: “This is a special man. When he’s on stage, they become the Bert Joris Orchestra” en inderdaad ging het spel van de trompettist en het orkest organisch in elkaar op.

BJO stond voor de vierde keer op het podium bij het Zeeland Nazomerfestival. De eerste keer voor een handvol mensen in de stromende regen. Deze keer kwamen er vele honderden bezoekers op af. Ondanks opnieuw slagregens en een sporadische donderslag en bliksemschicht, zeker na de pauze, bleven ze, om te zien en horen waartoe BJO allemaal in staat is en onder de indruk van Puoane en Joris, die hun enthousiasme voor hun muziek en het samenspelen met het orkest, op het publiek overbrachten.

Zie ook:
16-02-10 Brussels Jazz Orchestra & Tutu Puoane – Mama Africa (cd-recensie)


© Jazzenzo 2010