'Uw Amerikaanse systeem bestaat niet' OPEN BRIEF AAN STAATSSECRETARIS HALBE ZIJLSTRA U wilt het “Amerikaanse systeem” van financiële ondersteuning voor de kunsten in Nederland introduceren, een systeem waarin mecenassen en bedrijfsleven subsidies verlenen, en dat zogenaamd fantastisch werkt. Frappant is echter dat ik nog nooit in mijn leven een Amerikaan heb horen pleiten voor dat “Amerikaanse systeem”. Steeds weer is men verbijsterd over hoeveel beter en respectvoller Europeanen met hun kunstenaars omgaan dan hun eigen medeburgers en overheden. Nog verbaasder wordt er gereageerd als je vertelt dat het “Amerikaanse systeem” waarschijnlijk ook in Nederland de norm gaat worden.
door: Jorrit Dijkstra
'Invoering van het 'Amerikaanse systeem' is on-Nederlands.'
Geachte staatssecretaris Zijlstra,
Ik ben een Nederlandse musicus, sinds negen jaar woonachtig in Amerika. Naast mijn werk in de Verenigde Staten (ik speel veel muziek, maar verdien mijn brood voornamelijk met lesgeven op Amerikaanse conservatoria) maak ik muziek in Nederland. Mijn composities worden door fantastische Nederlandse ensembles voor gevulde zalen gespeeld, en mijn eigen groepen (deels met Amerikaanse musici) spelen op de Nederlandse podia. Ik krijg deze kansen omdat Nederland een unieke infrastructuur voor muziek heeft, die de laatste veertig jaar zorgvuldig is opgebouwd onder andere door overheidssubsidies. Ik voel me bevoorrecht, want die kansen krijgen mijn Amerikaanse collega’s in hun eigen land niet.
Neem als voorbeeld de Jazz, die in Amerika eindelijk de erkenning geniet als “enige echte Amerikaanse kunstvorm”. De jazz krijgt van de Amerikaanse overheid geen rooie penny. Filantropen zijn voornamelijk geïnteresseerd in klassieke orkesten en ensembles, een traditie van meer dan honderd jaar onder de rijkere klassen uit de samenleving. Miljonairs zijn over het algemeen helaas geen jazz fans. Fundraising is in Amerika als fietsen in Nederland; het wordt al vanaf de lagere school met de paplepel ingegeven. Die traditie kennen we in Nederland niet. Bovendien moeten we ons realiseren dat de Amerikaanse pop- en jazzmuziek groot is geworden onder andere door een welwillende Europese afzetmarkt.
Bedoelt u als voorbeeld soms John, de trombonist van mijn groep, al negen jaar achter elkaar “Rising Star” in de Critics Poll van Downbeat, een wereldwijd toonaangevend jazzblad? John verdient zijn brood met specialistisch vertaalwerk, hetgeen zijn muziekcarrière mogelijk maakt. In muziekstad Chicago wordt jazz namelijk gespeeld in een aantal drukke, gezellige bars, op recettebasis. Een gemiddeld optreden met topmusici uit de Chicago jazz scene levert hem twintig dollar op, net genoeg voor een taxi naar huis. De veelgevraagde John verdient bij met optredens op toonaangevende Europese jazzfestivals en podia zoals het Bimhuis in Amsterdam, waar hij als held wordt binnengehaald en wél fatsoenlijk wordt betaald.
Of bedoelt u soms mijn collega Antonio uit New York, die een glansrijke carrière op de tenorsaxofoon heeft opgebouwd, en al vier jaar achter elkaar voor de prestigieuze Jazz Journalists Association Award is genomineerd, naast giganten als Sonny Rollins en Wayne Shorter? Antonio heeft zijn eerste tien jaar in New York een full-time baan bij een kledingbedrijf gehad, waarnaast hij in de avonduren studeerde en optredens in locale bars deed, tegen fooitjes met de pet rond. Antonio verdient momenteel het leeuwendeel van zijn inkomen in Europa, waar zijn gepassioneerde muziek op prestigieuze festivals geboekt wordt, voor een steeds groeiende schare fans. Thuiskomend blijft er helaas naast de huur en schoolkosten voor zijn zoon geen geld meer over voor de maandelijkse ziektekostenpremie van duizend dollar. Ziek worden is dus geen optie.
Of bedoelt u soms onze eigen klassieke saxofonist Ties Mellema, die u eigenhandig de Nederlandse Muziekprijs heeft uitgereikt? Ties speelt al jaren voor enthousiaste zalen in Amerika, maar komt ondanks wat reissubsidies van de Nederlandse overheid steevast quitte spelend thuis. Door een te onzekere Amerikaanse markt gaat Ties het nog een tournee proberen voor hij definitief besluit of hij Amerika nog wel kan aandoen. Hij besteedt zijn spaargeld liever op een andere manier dan aan de huur van bijvoorbeeld Carnegie Hall.
Maar ook de klassieke orkesten hebben het moeilijk. Het Philadelphia Orchestra is net failliet, het Detroit Symphony is net een zware staking van zes maanden te boven, het Honolulu Orchestra en het Syracuse Orchestra zijn opgedoekt. De vele lokale en nog wel enigszins gesubsidieerde amateurorkesten zitten vol met professionele musici die hun vak willen bijhouden, onbetaald dan wel. De kwaliteit kan niet gegarandeerd worden.
Beste heer Zijlstra, het Amerikaanse systeem bestaat niet, er is geen geld voor iets avontuurlijker vormen van muziek dan mainstream pop of behoudend klassiek. Natuurlijk kan je rijk worden met Hollywood filmmuziek of als Heavy Metal gitarist, want de afzetmarkt is de hele wereld. Ook bruiloften en partijen kunnen lucratief zijn. Echter slechts een paar grote steden kennen een rijk cultureel leven, het hele midden van Amerika is een culturele woestijn. Hoe zou u het vinden als u uw functie als staatssecretaris onbetaald moest uitoefenen, gefinancierd door een 36-urige werkweek bij de Hema?
Dat is volkomen on-Nederlands.
Jorrit Dijkstra,
Quincy, Massachusetts, V.S.
Jorrit Dijkstra is saxofonist en componist. Zijn muziek wordt uitgevoerd door het Amstel Quartet, de David Kweksliber Big Band en het Tetzepi Bigtet. In 2009 ontving hij de compositieopdracht van het North Sea Jazz Festival voor zijn groep Pillow Circles. Hij doceert muziekgeschiedenis, saxofoon en ensembles aan de University of Massachusetts en het New England Conservatory. Per september 2011 is hij aangesteld als Associate Professor aan het Berklee College of Music in Boston.
© Jazzenzo 2010