JOC haalt meer uit samenwerking met Tom Harrell CONCERTRECENSIE. Jazz Orchestra of the Concertgebouw & Tom Harrell, Porgy en Bess, Terneuzen, 3 april 2011 Harrell trad voor het eerst op in Porgy en Bess tijdens het Scheldejazz Festival van 1986. De lijst artiesten waar hij mee samenwerkte is eindeloos en bevat namen als Stan Kenton, Dizzie Gillespie, Horace Silver, Bill Evans en Gerry Mulligan. De huidige serie optredens is een hernieuwde samenwerking met het Jazz Orchestra of the Concertgebouw. In 2009 verzorgde het orkest, ter ere van hun 10-jarig jubileum, tijdens de Robeco zomerserie een aantal concerten in drie thema’s. Voor het thema jazz nodigden ze Harrell uit als solist. ‘Hij kende ons al via-via en was enthousiast’, vertelde saxofonist en artistiek leider Juan Martinez. ‘We speelden toen vier van zijn composities. Die samenwerking verliep heel goed en we konden er nog meer uit halen, vonden we. Daar is nu de gelegenheid voor’.
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw is een bigband, die bestaat uit enkele van de meest getalenteerde jazzmusici van Nederland. Rond 1996 begon het gezelschap gedurende acht maanden per jaar, om de twee weken te spelen in het Bimhuis in Amsterdam. Elke keer stond een ander thema, of een (internationaal) gelouterde solist centraal. Op deze manier bouwde men een enorme bibliotheek op, met ruim achthonderd composities en arrangementen. Zondag speelde het Jazz Orchestra of the Concertgebouw met zo’n internationale grootheid, de Amerikaanse trompettist Tom Harrell, als solist, in Porgy en Bess in Terneuzen.
![]()
Trompettist Tom Harrell trad op met het Jazz Orchestra of the Concertgebouw onder leiding van Henk Meutgeert.
De bigband warmde het publiek in Terneuzen op met het uptempo ‘Two brothers’ van saxofonist Simon Rigter. Die ‘broers’ bleken medesaxofonisten Sjoerd Dijkhuizen en Marco Kegel te zijn. Geïnspireerd gingen ze van start en soleerden veelvuldig en trefzeker. Dat zette de toon voor de rest van het concert. Het was genieten op diverse vlakken. Niets ging op de automatische piloot. Overtuiging, dat was de boodschap. Scherp en accuraat bij het inzetten van de onderdelen van de arrangementen. Virtuoos en meeslepend in de solo’s. En die waren er volop.
Na Berlin’s ‘How deep is the ocean’ , waarin trombonist Bert Boeren tergend langzaam van noot naar noot gleed en met veel vibrato, heel gevoelig, de melodie neerzette, trad Harrell aan. Zijn compositie ‘Entrance’ klonk door met name de invulling van de drum- en baspartij, zoals wel meer nummers, funky. Het stuk baseerde Harrell helemaal op klanken. Dat resulteerde in interessante harmonieën voor de blazerssectie. Zijn improvisatie klonk hier nog voorzichtig en de trompettist leek nog te zoeken naar de juiste tonen. Maar, al snel was hij op dreef. In ‘Times mirror’ bijvoorbeeld, een langzaam stuk met een pakkende, puntige melodie. Ook hier die kenmerkende arrangementen van de trompettist. De blazers trokken steeds dekens van klanken over elkaar heen.
![]()
Sjoerd Dijkhuizen, het JOC in Porgy en Bess, Tom Harrell.
Harrell arrangeerde verschillende typen stukken voor het orkest. In het snelle ‘Chasing the bird’ van Charlie Parker bewogen diverse harmonische lagen parallel en in ‘Shapes’ , een wat grotere compositie van zijn hand, lag de nadruk op de verschillende tempi en ritmieken. Ronduit groovy was de uitvoering van ‘Latifa’, onder meer door de plaatsing van de felle, syncopische accenten van de blazers, die tegen elkaar in gingen. Harrell anticipeerde daar mooi op. In zijn solo’s verbond hij vaak lijnen, soms razendsnel gespeeld, soms met alleen staccato klanken, met pauzes, hetgeen de spanning extra verhoogde.
Harrell is een stylist en vertaalt ingewikkelde harmonieën naar pakkende melodieën. En zo’n melodie, die kwam heel treffend tot uiting in ‘A portrait of Jenny’, nog zo’n hoogtepunt van deze middag. ‘Ik ben al jaren fan van Tom, luister maar eens hoe fantastisch hij een ballad kan spelen’, leidde orkestleider en arrangeur Henk Meutgeert het nummer in.
Afgeladen vol was het in Porgy en Bess, ook op het podium met bijna twintig musici. Dat leverde soms hilarische taferelen op. In hun gang naar de solistenmicrofoon, moesten de heren bijna over elkaar heen kruipen, voor het podium langs lopen, of al ‘paaldansend’ langs de pilaar, in het midden van het podium, zien te komen. De afsluiter was ‘Blues for the Date’, het titelstuk van het gelijknamige album met muziek van Peter Beets, dat in 2010 de Edison Jazz Award Nationaal won en door All About Jazz uitgeroepen werd tot één van de vijf beste ‘large ensemble albums’ van 2010. Ook hier haalden diverse solisten het onderste uit de kan en oogsten zichtbaar respect van medemusici. En, een mooi beeld, nog eenmaal keken ze allemaal, vol bewondering, met een glimlach om de mondhoeken, naar rechts, naar de man die zo bijzonder blies, Tom Harrell.
Ieder jaar neemt het orkest een cd op met muziek van een bandlid. Over twee maanden start men met de opnames van stukken van trompettist Jan van Duikeren. Dat kan weer. Het voorbestaan van het gezelschap kwam begin dit jaar nog even in het geding meldde Henk Meutgeert. Maar, men kan verder. Hans Zuiderbaan van Porgy en Bess haastte zich prompt met de suggestie, dat het orkest voortaan maar iedere eerste week van april in de Terneuzense jazzclub hun opwachting moest komen maken.
© Jazzenzo 2010