Gegroet beste meneer Carlton CONCERTRECENSIE. Bimhuis Amsterdam, Hi Larry! met Jan Kuiper en Larry Carlton, 13 december 2006
beeld: Ger Koelemij
door: Tim Sprangers
Hi Larry! Het is de logische naam van de kleine tour waarin gitarist en componist Jan Kuiper de legendarische blues/jazz/fusiongitarist Larry Carlton heeft uitgenodigd. Samen met Zoumana Diarra (Malinese gitaar en kora), Digimon Roovers (gitaarbas), Mousse Pathe M’Baye (djembe, tama) en Mamour Seck (conga) speelden zij in het Bimhuis het eerste van vijf concerten in Nederland. Het was een zeer wisselvallige avond, waarbij hoogstaande solo’s met afwachtend en te respectvol samenspel werden gecombineerd.
Mousse Pathe M’Baye, Jan Kuiper met Larry Carlton en Digimon Roovers, Zoumana Diarra
Carlton bekende dat het pas de eerste repetitie van deze samenstelling was. Dit was aan alles te merken. Verbaasd keek hij enkele keren op als een nummer plotseling werd beëindigd. En nog verbaasder raakte hij, toen Diarra zijn kora beroerde. Niet gek overigens, wat een prachtig instrument. De Afrikaanse 44-snarige gitaar heeft Diarra zelf gebouwd en kenmerkt zich door sprookjesachtige klanken: lief, verhalend en meelevend. Hoe anders dan zijn Malinese jazzgitaar, die te veel op de achtergrond bleef.
Spanning was tijdens het gehele concert ver te zoeken. Het bleef een wat laffe aangelegenheid: via behouden bluesjes werden stiekeme uitstapjes gemaakt naar de funk en de jazz. Waarbij de drie Afrikaanse muzikanten zorgden voor een afrobeat of melodie. Overtuigend was het niet. De verschillende opstellingen en de aanwezigheid van Carlton, deden veel meer beloven dan het uiteindelijke resultaat. Het was vaak een zoeken naar mooi en synchroon samenspel. Natuurlijk is dít wat formaties van Jan Kuiper vaak kenmerkt. Hij wil via een onconventionele opstelling, met vaak multiculturele achtergronden, komen tot verrassende, intrigerende en originele klanksamensmeltingen. Intrigerende klanken werden met elk instrument zeker bereikt. Het bleef echter bij individuele uitingen.
Soms kwam het tot individuele hoogstandjes, buiten de kora, door onder meer de prettig schelle gitaarbas met enkele mooie intermezzo’s: Roovers wist met zijn instrument al slappend vet te funken. De percussiesectie was duidelijk op elkaar ingespeeld. Tijdens waanzinnig snelle solo’s van óf Mousse Pathe M’Baye óf Momour Seck begeleidde de een de ander op een onderhoudende manier. Jan Kuiper onderscheidde zich door flamencomelodieën te laten volgen op absurdistisch hoge tonen. Het verleidde Carlton niet tot gekke uitspattingen. Hij bleef grotendeels behoudend.
De onwennigheid van de groep van Jan Kuiper naar Larry Carlton en andersom, vertroebelde het samenspel. Bovendien leek een wederzijds respect een vloeiende samenwerking niet ten goede te komen. Verwachtingsvol en bescheiden keken de muzikanten elkaar regelmatig aan. Spanning ontbrak doordat niemand zonder toestemming iets durfde toe te voegen aan het groepsgeluid. Tijdens het laatste nummer, ‘Cissy Struth’ van The Meters, werd er iets meer geconverseerd. Hopelijk vormde het een voorbode van de volgende vier optredens.
© Jazzenzo 2010