El Periquín: “‘Diálogos’ is een heel persoonlijk werkje geworden”
INTERVIEWdoor: Nicolle Leenhouwers
De Nederlandse flamencogitarist ‘El Periquín’ in studio Eurosound om er te werken aan zijn nieuwe cd - foto: Cathrin Boer
Dit najaar verschijnt ‘Diálogos’, de langverwachte derde cd van de Nederlandse flamencogitarist ‘El Periquín’. Grote namen uit de flamenco-, jazz-, en popwereld verleenden hun medewerking, waaronder bassist Carles Benavent, mondharpist Tollak Ollestad en percussionist Martin Verdonk. El Periquín, die in het dagelijks leven Peter Kalb heet, zit bijna 30 jaar in het vak. Hij kreeg les van de crème de la crème van de flamencowereld, ontving lovende kritieken voor zijn eerste twee cd’s en speelde op diverse grote podia in binnen- en buitenland. Jazzenzo zocht hem op in de studio in Herveld (provincie Gelderland), waar op dat moment de laatste hand wordt gelegd aan de nieuwe cd.
En, vordert het al? “Vandaag wel. Helaas liep gisteren de computer vast, dus er is nog heel wat werk te doen. Zullen we in de keuken naast de geluidsstudio gaan zitten? Dan kan Sven (de geluidstechnicus, red.) even rustig doorwerken…oh Sven, kun je die baspartij nog een tikje zachter zetten? Ja, zo is ie goed!”
De persoon achter El Periquín
Peter Kalb werkt zijn muziek uit tot in de kleinste finesses. Hij hoort details die veel vakmuzikanten ontgaan. Is hij altijd al zo intens met muziek bezig geweest? “Nou, eigenlijk wilde ik als kind profvoetballer worden. Ik was zelfs bijna geselecteerd voor een grote Nederlandse voetbalclub. Maar toen ik op mijn 11e de gitaar ontdekte, was ik verkocht en liet de voetbal links liggen.” Hij begon met klassiek gitaar, maar stapte na een paar maanden al over op flamenco. “Het klassieke repertoire lag me niet echt. Toen ik mijn gitaardocent flamenco hoorde spelen, dacht ik meteen: dat is het! Zo leerde ik dus al op mijn 11e de technieken van de flamencomuziek. Wat me er zo in aantrok? Het geluid van de akoestische gitaar, de timing, swing, ritmiek… echt geweldig! Iets wat ik, buiten het gitaargeluid, miste in de klassieke muziek.”
De flamencogitaar bleek hem zo goed te liggen, dat hij al op zijn 17e werd toegelaten tot het Rotterdams Conservatorium. Hier kreeg hij les van Paco Peña, een gevestigde naam in Nederland op het gebied van de ‘klassieke’ flamencomuziek. Een geweldige kans, zou je denken, maar bij Peter Kalb pakte dat anders uit. “Helaas voelde ik mij op het conservatorium niet thuis… ik had het gevoel dat ik veel beter de praktijk op kon gaan zoeken. Het is goed om de ‘klassieke’ flamenco als basis te hebben, maar ik wilde meer dan dat… mijn techniek verbeteren bij de grootmeesters van de moderne flamenco en het podium op.” Daarom vertrok hij in 1989 naar Spanje om een cursus te volgen bij de wereldberoemde flamencogitarist Manolo Sanlucar, die onder meer de leermeester was van Vicente Amigo. “Het was geweldig om les van hem te krijgen, ondanks dat het toen ruim 50 graden was in Jerez (Andalusië, red.). Sanlucar besteedde veel aandacht aan de modernere flamenco. Deze vorm is harmonisch en ritmisch complexer. Daarnaast worden er ook nog andere instrumenten gebruikt naast de gitaar.”
In 1991 vestigde Peter Kalb zich een aantal jaren in Spanje. Hier ontstond ook zijn artiestennaam ‘El Periquín’ wat een verbastering blijkt te zijn van ‘el Perico’, het Spaanse woord voor ‘Peter’. Hoewel het leven in Spanje hem prima beviel en hij hier dichter bij het flamencovuur zat, besloot El Periquín in 1996 toch weer naar Nederland terug te keren. Vanwaar die beslissing? “Halverwege de jaren negentig was het in Spanje nog een heel gedoe om je eigen muzikale koers te varen en een cd uit te brengen. In Nederland ging dat gemakkelijker. Toen ik eenmaal terug was, begon de bal al snel te rollen. Daardoor ben ik uiteindelijk maar in Nederland blijven ‘hangen’.”
Er volgden een reeks tournees door Europa, tv-optredens en concerten op de grotere Nederlandse podia. Zijn eerste album ‘Sonakay’ verscheen en kreeg lovende kritieken; de cd werd ook in Spanje verkocht: een primeur voor een Nederlandse flamencogitarist. Daarnaast werkte hij samen met onder andere Joan Albert Amargós (in de flamencowereld bekend als de beste arrangeur ter wereld, red.), flamencodanser Andrés Marín, filmcomponist Loek Dikker, en de jazzpianisten Amina Figarova en Mike del Ferro. Op zijn zachtst gezegd een indrukwekkend cv. Toch hebben in Nederland nog maar betrekkelijk weinig mensen van hem gehoord. Hoe verklaart hij dit? “In de eerste plaats is flamencomuziek natuurlijk geen commerciële muziekstijl. Daarnaast is het echter ook een publiciteitskwestie. In Nederland heerst een netwerkcultuur. Met de juiste mensen kennen kom je vaak verder dan met een flinke dosis talent. Het is echt zo.” Vervolgt verontwaardigd: “Toen bijvoorbeeld Juan Manuel Cañizares, een flamencogitarist van wereldformaat, op de Biënnale in Nederland speelde, werd daar op tv niet eens aandacht aan geschonken! Zelf ben ik ook niet zo’n netwerker. Het gaat mij om de muziek, de hele ziel en zaligheid die ik er inleg, dat vind ik veel belangrijker…”
Nieuwe CD
Met zijn nieuwe cd ‘Diálogos’ die in oktober uitkomt, hoopt hij dan ook een groter publiek te bereiken zonder commercieel te zijn. Aan de line-up zal het in ieder geval niet liggen. Bassist Carles Benavent, mondharpist Tollak Ollestad en percussionist Martin Verdonk verleenden hun medewerking; zij werkten samen met grote namen in de muziekwereld, waaronder Paco de Lucía, Prince, Santana en Al Jarreau. Het contact was zo gelegd. “Carles Benavent is een goede vriend van Joan Albert Amargós. Via hem kreeg ik het telefoonnummer van Benavent, die meteen mee wilde werken. Martin Verdonk heb ik gewoon gebeld en die gaf mij het nummer van Tollak weer. Het was geweldig om met ze samen te werken. Ze zijn allemaal erg professioneel. Bij flamencomuziek is het moeilijk om muzikanten mee te laten doen die uit een andere muzikale hoek komen. Benavent heeft natuurlijk veel met Paco de Lucía en Miles Davis gespeeld en Verdonk is een veelzijdige percussionist die het experiment niet uit de weg gaat. Hetzelfde geldt voor mondharpist Tollak.”
Om Carles Benavent zijn partij in te laten spelen, reisde El Periquín af naar Barcelona. Waarom hij zo graag Benavent wilde laten meewerken aan ‘Diálogos’? Hij veert hierbij op van zijn stoel en vertelt enthousiast en met diep respect in zijn stem: “Hij is echt een goeroe voor wat betreft het gebruik van de basgitaar in de flamencomuziek. De bas kwam van oorsprong namelijk niet voor in deze muziekstijl. Carles heeft het instrument geïntroduceerd en een geheel eigen geluid meegegeven wat weer door anderen is overgenomen. Daarnaast is hij ook een prettige persoon om mee samen te werken. Hij heeft geen groot ego en neemt er ook echt de tijd voor om een nummer tot iets heel moois te maken. Als het niet ‘goed’ klinkt dan speelt hij het gewoon weer opnieuw in.”
Het resultaat is een mix geworden van verschillende muziekstijlen: flamenco, jazz, klassiek, bossa, tango… “Simpel gezegd wel, maar het is niet waar de nadruk op ligt. ‘Diálogos’ is niet zo 1-2-3 in een hokje te stoppen. Het is een heel persoonlijk werkje geworden. Eigenlijk één doorlopend verhaal. In de 10 nummers is een soort van ‘leitmotiv’ verwerkt, een bepaald thema dat steeds weer terugkeert in een andere gedaante. Achter de nummers ligt geen heel concrete betekenis; natuurlijk heb ik er wel een bepaalde voorstelling bij, maar de luisteraar wordt uitgedaagd dit zelf in te vullen.” Een soort van abstract schilderij dus? “Zo zou je het kunnen zien, maar ook weer niet.” Wellicht een iets concreter tipje van de sluier? “Ik voel me erg verbonden met de natuur. Iets waar veel mensen in deze jachtige maatschappij veel te weinig aandacht aan besteden. De voorliefde die ik daar voor heb, wordt ook wel weerspiegeld in mijn muziek. Nu we het daar toch over hebben: een deel van de opbrengst van de cd verkoop gaat naar het Wereld Natuur Fonds. Ik hoop zo niet alleen het WNF te steunen, maar ook bij mensen de ogen te openen dat ze beter met de natuur om moeten gaan.”
Over het resultaat van de cd is El Periquín zeer tevreden, het album is een geslaagd ’project’. Of hij al plannen voor daarna heeft? “Ik ga in ieder geval weer het podium op. Er is een tournee gepland door Frankrijk met ‘Trio Chispa’. Dit trio bestaat uit Bub Boelens op basgitaar en Jaap Berends op gitaar. Beiden hebben ook aan ‘Diálogos' meegewerkt. We brengen een mix van jazz en flamenco (ook wel ‘Jazzenco’ genoemd, red.). Een unieke combinatie die je maar weinig tegenkomt. Er ligt ook nog een cd in het verschiet met dit trio. Daarnaast heb ik weer allerlei ideeën voor een nieuw project. Wat dat wordt, blijft nog even een verrassing.”
En Benavente, Verdonk, Tollak? Is er met één van hen nog een optreden te verwachten, of wellicht met alledrie? “Er is geen tournee gepland. We wonen natuurlijk allemaal ver uit elkaar, dus in praktisch opzicht is het moeilijk te realiseren. Maar dat wil nog niet zeggen dat het uitgesloten is, in de gaten houden dus!”
De toekomst
Tot slot: De toekomst van de flamencomuziek in Nederland. Het lijkt in populariteit toe te nemen, alleen al gezien het feit dat grote muziekfestivals als het North Sea Jazz ook flamencomuziek programmeren. Wat is zijn visie daarop? “Het tegendeel is waar denk ik. Flamenco lijkt juist eerder op zijn retour. Ooit was het iets exotisch, het kwam van ver en bijna niemand kende het. Er was ook niet zo makkelijk aan te komen. In het huidige, digitale, tijdperk pluk je alles zó van internet. Het nieuwe is er wel vanaf voor veel mensen.” Betreurt hij dit? “Welnee, mij maakt het niet uit. Er valt nog genoeg te experimenteren. Ik blijf gewoon mijn eigen ding doen. Nu alleen nog een groter publiek zien te bereiken!”
- El Periquín website
- Diálogos is vanaf oktober dit jaar verkrijgbaar in diverse speciaalzaken en via de website van El Periquín. Een deel van de opbrengst uit de CD-verkoop zal worden gedoneerd aan het Wereld Natuur Fonds.