Jiddisch Festival krijgt spectaculaire opening
CONCERTRECENSIE. Opening Internationaal Jiddisch Festival Tilburg met Haytam Safia Qu4rtet en Matt Darriau’s Paradox Trio. Paradox Tilburg, 26 november 2010.
beeld: Steven de Kok
door: Rinus van der Heijden
De opening van het achtste Internationaal Jiddisch Festival Tilburg kreeg spectaculair gestalte door een dubbelconcert van twee groepen, die beide raakvlakken vertonen met Jiddische muziek. Waarbij dient opgemerkt dat het Haytam Safia Qu4rtet zijn vleugels verder uitsloeg dan alleen deze joodse muzieksoort. Als verrassing bracht het kwartet ook nog trompettist Eric Vloeimans mee. Wellicht dat daardoor muziekpodium Paradox dik was uitverkocht, want toen Matt Darriau aantrad met zijn Paradox Trio waren er plotsklaps wat stoelen leeg in de concertruimte.
Het Qu4rtet van Haytam Safia kreeg gezelschap van Eric Vloeimans. Matt Darriau' en zijn Paradox Trio sloot de openingsavond van het Jiddisch Festival af.
De Israëlische udspeler Haytam Safia is een specialist in klassieke Arabische muziek. Zijn opvattingen erover heeft hij verpakt in een moderne aanpak, waarin de ud, de Arabische luit, weliswaar centraal staat, maar door toevoeging van hobo, percussie en cello zijn concept naar alle kanten kan worden omgebogen. Safia’s kwartet brengt vooral bezonken muziek, waarin de verfijning die hobo en cello in zich (kunnen) dragen, volledig te gelde wordt gemaakt. Opvallend was de aanwezigheid van Osama Hileegi, die met zijn percussie het tapijt uitrolde, waarop het goed toeven was voor de ud van de leider. En trouwens ook voor de cello en hobo.
Gaandeweg het concert schoof trompettist Eric Vloeimans er in. Stilletjes kwam hij op het podium en stilletjes voegde hij zich in de muziek. Zijn trompet klonk even omfloerst als de hobo van Hanneke Ramselaar en hij voegde met intensief gespeelde soli nieuwe elementen aan de muziek toe. Of een trompet in elke muziekstijl past is niet zeker. Maar die van Eric Vloeimans wel. Jammer was het dat rechtstreekse duels – duetten mag ook – tussen trompet en hobo goeddeels uitbleven. Maar voor de rest was dit concert een fascinerende opening van het Jiddisch Festival.
Die fascinatie werd voortgezet door klarinettist/saxofonist/fluitist Matt Darriau. Met piano, accordeon contrabas en percussie kreeg Jiddische muziek nieuwe vormen. Pianist/accordeonist Alan Bern is een opvallende uitvoerder, die de piano hier als een dominant - in de positieve zin van het woord - instrument inzette. Maar hoe mooi ook was zijn aandeel in een duet met heel veel rusten tussen piano en percussie. Toen de klarinet erbij kwam werd het tempo opgevoerd en groeide als een roos het typische klezmergeluid er bovenuit.
De percussionisten Osama Mileegi (Qu4rtet) en Seido SalifkoskiI (trio). Matt Darriau's Paradox Trio.
Het Paradox Trio had voor muziekpodium Paradox – pas op voor spraakverwarring – nog een nieuwigheid in petto. Weliswaar door nood geboren, maar daardoor niet minder mooi. Oorspronkelijk bestaat het trio uit een pianist/accordeonist, percussionist en cellist. De Albanees Rubin Kodheli, die dit laatste instrument ter hand neemt, had visumproblemen toen hij uit New York wilde afreizen en moest daardoor noodgedwongen achter blijven. Zijn plek in Paradox werd ingevuld door contrabassist Jasper de Beer, die in de Amsterdam Klezmer Band speelt. Hij was derhalve van de muzikale materie op de hoogte en gaf het Paradox Trio mét dit andere instrument én met zijn vakkennis een mooi, fris geluid.
Accordeon en klarinet voegden zich ook zo fraai samen. Zoals in elke compositie was hier het aandeel van Seido Salifkoski op dumbek – een soort djembé – en ander percussiemateriaal prominent. Salifkosi leidde er zijn medespelers mee door vreemde landen en was daarmee symbool voor de zoektocht van de joden die vele eeuwen over de wereld trokken.
Minder geslaagd was het gebruik van verschillende fluiten die Darriau hanteerde. Zij haalden een laagje van de authenticiteit van zijn muziek. De inzet van een gebogen sopraansaxofoon daarentegen maakte weer veel goed, doordat je met dit flexibele instrument de juiste snelheid kunt bereiken om Jiddische muziek autonoom te laten klinken.
Matt Darriau en de zijnen wortelen ook in de jazz. Het was een genoegen mee te maken hoe snel naar deze muziekstijl werd doorgeschakeld. Daarmee verzorgden Darriau en zijn Paradox Trio een zwerftocht over de poesta’s van de (emotionele) muziek. Een dwingende piano, smachtende klarinet en onontkoombare percussie tekenden daarvoor. Meer is er kennelijk niet voor nodig. Maar dan moet je wel Matt Darriau heten.