Jim Hall hoeft niet vingervlug te zijn om te overtuigen CONCERTRECENSIE. Bimhuis Amsterdam, Jim Hall Trio, 10 oktober 2007
beeld: Jojanneke Claessen
door: Mischa Andriessen
De gitaar verleidt zo ongeveer de helft van haar bespelers tot uitsloverij en bij benadering het andere deel tot zingen. Gelukkig biedt een enkeling dapper weerstand.
Het trio van gitarist Jim Hall in Bimhuis met Geoffrey Keezer op piano en Scott Colley op contrabas - klik op foto
Jim Hall oogt bepaald niet als een gitaarheld – dat heeft hij nooit gedaan – en hij gedraagt zich ook niet zo. Zevenenzeventig is hij inmiddels. Flink op leeftijd, snel moe. De vingers zijn strammer geworden. De geest is kwieker dan voorheen. Waar de souplesse het bij momenten laat afweten, bieden fantasie en de gewiekstheid van jarenlange ervaring uitkomst, en mochten die haperen, zijn er altijd nog de beduidend jongere collega’s Geoffrey Keezer (piano) en Schott Colley (bas) die elk hiaat zo opvullen dat het lijkt alsof het zo was afgesproken.
Veel belangrijker nog dan zijn technisch kunnen, is echter Halls vermogen om in ontelbaar vaak gespeelde stukken nieuwe mogelijkheden te blijven ontdekken. Of het nu “All the things you are” of “St Thomas” is, altijd komt er een verrassende passage. Dat je de meester ziet denken, ziet broeden op een idee, maakt het allemaal nog boeiender. Na een leven lang jazz is de spelvreugde, het plezier in het improviseren bij Hall onverminderd gebleven.
Opvallend genoeg neemt hij zelf het voortouw in het verkennen van nieuwe wegen. De twee andere muzikanten steunen hem daar volledig in, zonder dat ze daardoor een ondergeschikte rol opgelegd krijgen. Keezer is een jonge pianist die van de drie het bloemrijkst en meest wijdlopig speelt. Zijn spel is virtuoos en fris, maar steekt bij de zeggingskracht van Hall, maar zeker ook van Colley, soms wat studieus af. De duo’s tussen Colley en Hall waren net even sprankelender dan die tussen Keezer en Hall of die tussen Keezer en Colley.
De bassist had de eer het beste stuk van de avond te hebben aangedragen. Zijn “Americana” werd door Hall ingeleid met een Anti-Bush boutade en opgedragen aan de vrede. Wat volgde was het meest intense samenspel van het concert. Wrange, weerbarstige noten die heel subtiel, bijna verstild, en met heel veel empathie werden gebracht. “Vroeger vond ik dat de muziek het verhaal moest vertellen”, zei Hall voorafgaand aan dit prachtnummer. “Nu voel ik mij genoodzaakt om iets over de toestand in de wereld te zeggen”. Met het optreden en vooral met “Americana” sprak het Jim Hall Trio zich echter woordeloos en wonderschoon uit, op geen enkele manier misverstaanbaar. Uitsloven of zingen, het bleek beide volledig overbodig om een uitverkocht Bimhuis het zwijgen op te leggen.
© Jazzenzo 2010