Khaled wentelt zich in routineusheid
CONCERTRECENSIE. Popcentrum 013 Tilburg, Khaled en groep, 14 december 2007
beeld: Stef Mennens
door: Rinus van der Heijden
Wie zo´n twintig jaar geleden een concert meemaakte van – toen nog Cheb – Khaled, werd getroffen door de passie en de bezetenheid, die de Algerijnse raïzanger aan zowel zijn muziek als zijn optredens meegaf. Raï staat voor vrijheid van meningsuiting, een eigenschap die door Algerijnse machthebbers niet op prijs wordt gesteld. Waardoor tientallen raïzangers het leven lieten, geofferd op het altaar van staatsgeweld.
De Algerijnse raïzanger Khaled aan het werk in popcentrum 013, afgelopen vrijdag - klik op foto's
Khaled – Cheb wil zeggen ´de jongere´ - koos eieren voor zijn geld, liet ´Cheb´ vervallen, vertrok naar Parijs en begon vanuit deze stad zijn zegetocht door vooral Europa. Zijn charismatische verschijning, zijn opwindende muziek en teksten – ook al kon je die laatste niet verstaan, ze werden door Khaled middels dictie, vuur en uitstraling grotendeels verklaard – verpakten zijn (politieke) boodschap en zorgden voor nieuwe impulsen in moderne muziek.
Khaled is inmiddels bijna 48 jaar. Die leeftijd lijkt een zware wissel te hebben getrokken, want er is niet alleen een fysieke stijfheid in zijn spieren en gewrichten getrokken, het innerlijke vuur lijkt ook grotendeels gedoofd. Een concert in poppodium 013 in Tilburg werd daardoor een routineuze gebeurtenis, waarin het opstandige van raïmuziek ver was te zoeken en modieuze, vlakke en nietszeggende popinvloeden ervoor in de plaats zijn gekomen.
Daar kwam nog bij dat de kolkende stem van Khaled zwaar uit conditie was. Hij beperkte zich net te vaak tot het lage register. Zijn handelsmerk, het vocaal snellen van hoog naar laag, met galmende uithalen, gorgelende keelklanken en manifest boven de begeleiding uittorenend; daar was slechts incidenteel sprake van. Misschien was Khaled verkouden, hij kuchte namelijk nogal wat af. Misschien ook had hij zijn neus in andermans zaken gestoken, want naar dat lichaamsdeel greep hij nogal eens.
Het gemis aan authentieke instrumenten was een tweede zaak die mishaagde. Het oorspronkelijke Arabische instrumentarium was nu opgesloten in twee synthesizers, die vaardig werden bespeeld, maar net iets te elektronisch klonken. Wel plezierig was de aanwezigheid van een oud (Arabische luit), die staccato voor een imposante entree van Khaled zorgde en ook tijdens de rest van het concert vaak improviserend een hoofdrol speelde. Dat deed ook de slagwerker, die regelmatig buiten westerse (pop)ritmes trad en als een jazzdrummer levendige versieringen aanbracht. Waarmee beide musici aantoonden dat raï een vrijplaats kan zijn voor jazz en aanverwante improvisatiemuziek.
Het publiek, hoofdzakelijk gevormd door jonge Noordafrikanen, hoorde de muziek even plichtmatig aan als Khaled haar bracht. In kluitjes werd hier en daar gedanst, maar uitzinnig enthousiasme dat ooit optredens van Khaled kenmerkte, was ver te zoeken. Wat restte was de gelegenheid om kennis te nemen van een van de indringendste stemmen uit de moderne amusementsmuziek. Jammer dat amusement de plaats van eigenheid heeft ingenomen. Daar is niemand mee gediend, de boodschapper Khaled in het bijzonder niet.
- Khaled website