Dirindi – samba met een ondertoon van tristeza
CONCERTRECENSIE. De Spiegeltent Gouda, Dirindi, 2 december 2007
beeld: Hermen Buurman
door: Jan Horstink
Ongeveer 80 à 90 liefhebbers van tropische klanken hadden zich verzameld in de Spiegeltent in Gouda voor een concert van Dirindi, de sambagroep rond vocaliste Marzieh Reyhani en jazzgitarist Maarten van der Grinten. Enkele jaren geleden debuteerde de groep met Cantar do Jobim, een muzikaal programma gebaseerd op het werk van componist Antonio Carlos Jobim. Vooral diens sleutelrol bij het ontstaan van de Bossa Nova komt in dat programma en op de bijbehorende cd aan de orde.
Maarten van der Grinten, zangeres Marzieh Reyhani en Jura Gomes van de groep Dirindi in Gouda - klik op foto's
Dit jaar toert Dirindi met een heel nieuw project langs de theaters en schouwburgen. Nu staat de samba in al zijn verschijningsvormen centraal. De wereldmuziek in het programma Esse Samba wordt door de groep zelf omschreven als ‘beweeglijk, hip, uitbundig en met een flinke jazzsaus overgoten’. Verder zegt Dirindi over het programma: ‘de onstuimige percussie- en drumbijdragen ontlenen hun ritmische figuren aan de Braziliaanse carnavalsmuziek’.
Tijdens hun optreden in de Spiegeltent – dit keer dus niet in een theater of concertzaal – maken de zes bandleden plus vocaliste die omschrijvingen grotendeels waar. Zangeres Marzieh heeft een karakteristiek, eigen stemgeluid: licht, helder, maar toch met een warm timbre. En met opvallend weinig vibrato, zoals Astrud Gilberto, de oermoeder van de bossa klonk. Toch is Marzieh Reyhani absoluut geen imitatie van Gilberto.
De band, naast Reyhani en Van der Grinten bestaande uit Friederike Darius op dwarsfluit, Sjoerd Dijkhuizen op tenorsax en basklarinet, Jura Gomes op bas en zang, Enrique Firpi op drums en percussie en Alaor Soares percussie, speelt de samba op een ingetogen, bijna lieflijke manier met een ondertoon van tristeza, zoals dat hoort. De percussionisten zorgen voor een uitgebreid palet van ritmes, zonder dat deze ontaarden in een carnavaleske sambadreun. Bassist Gomes neemt enkele vocale partijen voor zijn rekening, waarin de meer traditionele bossa nova’s doorklinken.
Saxofonist Sjoerd Dijkhuizen doet in sommige solo’s denken aan het timbre van Stan Getz, zonder dat ook hij vervalt in epigonisme. Zijn solistische bijdragen op de basklarinet, een instrument met een sonore, lage klank geven een gedragen sfeer aan sommige nummers. Dat is des te opvallender, omdat dit instrument zeker in jazz niet veel meer wordt gebruikt. Gitarist Maarten van der Grinten, oorspronkelijk toch een echte jazzgitarist, voelt zich in deze formatie duidelijk erg prettig. Hij vervult zijn brugfunctie tussen ritme en melodie uiterst subtiel, zonder de boel muzikaal dicht te metselen.
De band heeft er zichtbaar plezier in nu eens niet op afstand in een theater te spelen, maar heel dicht op het publiek. Zangeres Marzieh kondigt de nummers op een sympathieke manier aan, open en vriendelijk naar de toehoorders. Ze legt uit wat de naam van de band betekent – een klein bos in Brazilië waar Jobim in zijn jeugd graag kwam – en nodigt de aanwezigen uit mee te zingen. Cansado de Sambar zingt het publiek gehoorzaam mee. Dan is het feest van tropische klanken voorbij en keren de toeschouwers in winterse temperaturen huiswaarts.
- Dirindi website