Esperanza Spalding - Chamber Music Society
CD-RECENSIE
Esperanza Spalding - Chamber Music Society
bezetting: Esperanza Spalding – akoestische bas, zang, arrangementen, productie, Leo Genovese – piano, Rhodes, melodica, Terri Lyne Carrington – drums, Quintino Cinalli – percussie, Entcho Todorov – viool, Lois Martin – Viola, David Eggar – cello, Gil Goldstein – productie, arrangementen. Gastbijdragen: Gretchen Parlato – zang, Milton Nascimento – zang , Ricardo Vogt – gitaar.
opgenomen: oktober 2009 en januari 2010
release: 17 augustus 2010
label: Heads Up
tracks: 11
tijd: 56:15
website: www.esperanzaspalding.com - www.myspace.com/esperanzaspalding
door: Kees Schreuders
De 26-jarige bassiste en vocaliste Esperanza Spalding veroverde de muziekwereld, niet geheel ten onrechte, met haar debuut-cd ‘Esperanza’. Een fris, aanstekelijk en schijnbaar onbevangen gemaakt album.
Dat Spalding een begenadigd en zelfbewust talent is, kan niet ter discussie staan. Ze speelt al een instrument sinds haar vijfde en op haar muzikale CV treffen we onder andere namen als: Joe Lovano (haar mentor), Pat Metheny, Patti Austin, Stanley Clarke, Christian Scott, M. Ward en Mike Stern.
Esperanza Spalding doet ook door uitgesproken opvattingen van zich spreken. Haar grenzeloze ambitie spreekt boekdelen als ze meldt dat ze haar carrière graag wil vormen naar een mix van de muzikale zelfverzekerdheid van een Madonna en een Ornette Coleman. Of, dat ze graag op haar muzikant zijn afgerekend wil worden en niet op haar sex-appeal. Ze wil zich er voor hoeden een genre artiest te worden, en dus in alle vrijheid te kunnen blijven samenwerken met artiesten die al of niet jazz spelen.
Spaldings genetische (Welsh, Spaans, Indiaans en Afrikaans) en muzikale roots vinden klaarblijkelijk hun weerslag in haar affiniteit met een variëteit aan muziekstijlen.
Op ‘Chamber Music Society’ doet ze, met de mentaliteit van een singer-songwriter, muzikaal verslag van haar verkenningen om een idioom op te bouwen uit de muzikale vocabulaires van kamermuziek, jazz ritmesectie, vocalese, folk en wereldmuziek. Wat daaruit ontstaat is niet een fusie van stijlen, maar een reeks gevarieerde songs, die vitaal meanderen langs diverse klankschakeringen die het instrumentarium mogelijk maakt. Met Spaldings vaak woordeloze zang en soepele basspel als verbindende factor.
De songs zijn gelaagd opgebouwd en op natuurlijke klankkleuren gearrangeerd waarbij Spaldings karakteristieke zang vaak centraal staat. De meeste nummers zijn zelf gecomponeerd, waarbij ze het, in haar geval toepasselijke, gedicht ‘Little Fly’ van William Blake op muziek zet. Haar jeugdig elan toont ze ook in de uitvoeringen van composities van anderen. Het onder andere door Nina Simone en David Bowie eerder vertolkte ‘Wild is the wind’ of Jobim’s ‘Inutil Paisagem’ dat een pareltje blijkt; twee stemmen - met Gretchen Parlato - een bas, sober, meer is er niet nodig om meegevoerd te worden. Inhoudelijk blijven haar eigen teksten een beetje aan de oppervlakte, zeker gezien haar ferme opinies. Natuur en leven lijken de thema’s.
Chamber Music Society is een wat minder intuïtief en meer bedachtzaam album geworden dan haar debuut-cd. Verbindende factor tussen de albums is de frisse urgentie waarmee Spalding de materie induikt en er mee aan de slag gaat. Chamber Music Society zal waarschijnlijk een minder groot publiek aanspreken, maar voor de muzikale omnivoren valt er veel te beleven. En Esperanza Spalding is nog lang niet uitverteld. Haar innerlijke drang is evident, haar ambitie hoog.
Prince gaat aan het eind 2010 een Amerikaanse tournee maken. Onder andere Cassandra Wilson en Esperanza Spalding vergezellen hem.