Schijnbaar onbezorgd maar niet oppervlakkig
Talking Cows melodieus en transparant
CONCERTRECENSIE. Talking Cows, Bimhuis Amsterdam, 16 januari 2011
beeld: Julia Free
door: Jan Jasper Tamboer
Je mag koeien en paarden niet met elkaar vergelijken, maar als je dat wel doet, dan lijkt Talking Cows meer op een paard dan op een koe. Ze zijn edel van karakter, ze zijn rank ter been en ze doen niet aan herkauwen. De band blinkt uit door lichtheid en luchtigheid, maar ontbeert geen diepgang.
Talking Cows Yonga Sun, Dion Nijland en Frans Vermeerssen in het Bimhuis.
Talking Cows laat zich inspireren door de muzikale vocabulaires van Thelonious Monk en Misha Mengelberg; in die zin staan ze in een traditie. Er zijn echter essentiële verschillen. De band ontstijgt het bebopgeluid van de grote pianist en is anderzijds lang niet zo avontuurlijk en losgeslagen als de Fluxuskunstenaar. Overigens, Mengelberg op zijn beurt vond grote inspiratie in het werk van Monk. Talking Cows heeft vooral een eigen sound en het handschrift van componisten Robert Jan Vermeulen en Frans Vermeerssen is goed herkenbaar.
De klank van het ensemble is vooral erg melodieus en altijd transparant, waardoor er een idee van ruimte ontstaat waarin de muzikanten zich optimaal kunnen ontplooien. De band lijkt in verschillende opzichten voor de gulden middenweg te kiezen. Het repertoire is niet puur traditioneel, maar ook niet vooruitstrevend. De groep speelt niet per se ingetogen, maar komt de meeste tijd ook niet tot grote dynamiek en de muzikanten zijn in hun spel bescheiden, noch opdringerig. Een enkele keer is er een ontremde climax en Vermeerssen laat zijn sax soms gorgelen, zuchten, zoemen en gillen, maar echt radicaal wordt het nooit.
Vermeerssen heeft op zijn onversterkte tenorsax een zangerig geluid, dat vele tinten aan kan nemen. Het samenspel met de overigen en met name Vermeulen is naadloos. Veelal reageert de pianist op de saxofonist door motiefjes te herhalen of te omspelen. Vermeulen speelt veel vloeiender dan Monk deed en minder krachtig, maar de pauzes in zijn spel doen denken aan de meester. Zijn timing is uitgekiend door de geplaatste stiltes die hij laat vallen. Hij onderzoekt de mogelijkheden van het klavier in de volle breedte en wisselt blokakkoorden en losse noten op aantrekkelijke wijze af.
Robert Jan Vermeulen, Frans Vermeerssen, Dion Nijland.
Dion Nijland is in zoverre een klassieke bassist, dat hij letterlijk in de schaduw van de frontman staat. Hij is echter beslist niet gezichtsloos. Zijn solo's hebben een pointe, hij speelt alert en laat geen noten liggen. Hij combineert voortreffelijk met Yonga Sun, die het van de subtiele accenten moet hebben en daarmee veel variatie in zijn spel brengt. De slagwerker voelt perfect de sfeer van een nummer aan en bepaalt daardoor hoe hij zich opstelt. Bijzonder prettig, een drummer die duidelijk aanwezig is, maar niet dominant.
Wie zichzelf 'de pratende koeien' noemt, moet wel over enig gevoel voor humor beschikken. Dat komt hier en daar tot uiting in de titels ('Hop'), en zeker ook in een act van drummer Sun. Hij ontdoet een Marsreep van het omhulsel, steekt de lekkernij in zijn mond, gaat smakelijk zitten kauwen en houdt ondertussen het ritme gaande door te knisperen met het verpakkingspapiertje. Vermakelijk. Overigens doet de band ook aan merchandising, want niet alleen zijn er cd's te koop, maar ook T-shirts met koeienkoppen.
Dat Talking Cows geen extremen opzoekt, maakt het ensemble voor velen aanvaardbaar. Dat het Bimhuis desondanks slecht bezet was lag waarschijnlijk aan andere factoren dan het karakter van het gebodene. Jammer, want voor deze muziek is zeker een publiek, een publiek dat beslist geen easyjazz voorgeschoteld krijgt, maar ook geen piepknor. Soms is het wel eens prettig om midden op de weg te lopen, dan heb je het beste uitzicht naar alle kanten en is de ruimte het grootst.