Utrecht Jazz Fest in nieuwe formule festival van uitersten
CONCERTRECENSIE. Utrecht Jazz Fest, Utrechts Conservatorium, Rasa, SJU Jazzpodium, Vredenburg, 11 t/m 15 maart 2008
beeld: Thomas Huisman
door: Mischa Andriessen
Vorig jaar veranderde het SJU Jazzfestival in het Utrecht Jazz Fest. Daarmee werd als prelude op het in Utrecht te realiseren Muziekpaleis voorzichtig gezocht naar een nieuwe formule waarin het goede van het oude format behouden zou blijven, maar worden aangevuld met acts die ook bij niet hardcore jazzliefhebbers aanslaan.
Op de eerste twee dagen van het vijfdaagse Utrecht Jazz Fest traden onder meer de groepen aan van gitarist Marzio Scholten, fluitist Jeroen Pek en Brabants Jazz Orkest met solist Paul van Kemenade (midden)
De traditionele plaats van handeling wordt verbouwd waardoor voor deze editie ten dele nieuwe locaties in het festivalprogramma werden betrokken. De geboekte bands werden bovendien over meer dagen verspreid. In plaats van drie duurt het UJF nu vijf dagen. Daarmee is gehoor gegeven aan een veel gehoorde klacht dat telkens drie volwaardige concerten op een avond misschien wat veel van het goede was.
De minder compacte opzet heeft echter in elk geval ook een duidelijk nadeel. Doordat het programma nu grotendeels doordeweeks wordt afgedraaid, zijn de lunchconcerten en de zogeheten fringe optredens die aan het avondprogramma voorafgaan, voor de ongelukkigen die een baan hebben eigenlijk niet te bezoeken. Daardoor bleven zij van de verrichtingen van onder meer Ramón Valle, Bart Maris en Yuri Honing verstoken.
Gibson, Hoogland, Jaeger, Van der Weide
Een op papier zeer aansprekende noviteit was de gratis toegankelijke openingsavond in de entener van de Vlissingenzaal in het Utrechts Conservatorium. Drie jonge bands kregen de kans zich aan het publiek te presenteren. Helaas vielen twee van de drie optredens tegen.
Het viertal Gibson, Hoogland, Jaeger, Van der Weide maakt muziek die wel experimenteel genoemd wordt, maar het in wezen niet is. De musici bedienden zich van een breed scala aan onorthodoxe technieken, maar de toepassing ervan lijkt toch meer afgekeken te zijn dan een noodzakelijkheid. In muziek waarin een voor de luisteraar makkelijk herkenbare melodische structurering ontbreekt, moeten de muzikanten hun ideeën urgent doen overkomen. Anders gezegd, de noten moeten op zijn minst de suggestie wekken dat zij met een dwingende reden hun plaats hebben gekregen. Daarin slaagde dit viertal jammer genoeg niet voldoende. Wel een sterk punt van dit kwartet is het gevoel voor dynamiek; statisch was het door hen gecreëerde klanklandschap zeker niet.
Marzio Scholten Group feat. Randal Corsen
Het kwintet van Marzio Scholten begeeft zich in een heel genre. Het vijftal speelt melodische powerjazz enigszins vergelijkbaar met bijvoorbeeld Michael Breckers Hudson Band. Het is muziek die veel makkelijker in het gehoor ligt dan die van de vorige groep, maar ook de band van de jonge gitarist bracht de eigen composities niet geraffineerd genoeg.
Pianist Randal Corsen te gast in de Marzio Scholten Group
Vooral in de solo’s bleken de musici weinig to the point. De veelheid aan noten zonder dwingende richting werkte op den duur verveling in de hand. Ook de ensembles werden met te veel franje gespeeld waardoor de melodieën wat modderig en niet trefzeker werden uitgevoerd en ook de groove aan kracht inboette.
Gijs Batelaan Quintet
Dat de groep van Marzio Scholten de toegemeten speeltijd ook nog eens zeer ruim overschreed, ging ten koste van het Gijs Batelaan Quintet. De band van de gitarist die op dit conservatorium werd opgeleid, zette met hun ingekorte set desondanks de beste prestatie van de avond neer. Het enthousiasme dat uit de muziek opklinkt, is zeer aanstekelijk en vooral de muzikale lef spreekt tot de verbeelding. Batelaan en zijn mannen zijn op de goede manier eigengereid. Clichés worden met een vette knipoog in de composities geïncorporeerd om daar in samenspraak met sprankelende, eigen ideeën een verrassend amalgaam van stijlen te laten ontstaan. Zelf noemt Batelaan de muziek jazz/fusion maar het resultaat is veel frisser dan die benaming doet vermoeden.
Gitarist Gijs Batelaan met bassist Rik Kraak en Ad Coolen op saxen
Dat is enerzijds een direct gevolg van de geestige en energieke aanpak. Anderzijds van de solistische kwaliteiten van alle vijf de musici die in hun solo’s de compositorische lijn niet uit het oog verliezen. Daarbij wordt niet op veilig gespeeld zodat er ook wel eens een fout wordt gemaakt. Het spelplezier spat ervan af, waardoor deze muziek wel de luisteraar meeneemt. Een dwingende pulse, explosieve solo’s, humor en een grote inzet, daarmee smeed het Gijs Batelaan Quintet een verrassend verbond tussen avontuur en toegankelijkheid. Daarbij mogen de ronkende sax van Ad Colen en het levendige drukwerk van Rick in ’t Veld niet onvermeld blijven. Inspirerend.
PitchWhiteStorm
De traditie gebiedt dat er jaarlijks ook een groep met Utrechtse banden op de planken staat. Dit jaar was dat het kwartet van fluitist Jeroen Pek. PitchWhiteStorm greep de thuiswedstrijd aan om hun nieuwe cd “The view & the tales” te presenteren. Naar zeggen van Pek is deze cd tot stand gekomen door een jaar lang te werken in de studio van drummer Onno Witte. Dat is een werkwijze die je vaker bij rockbands dan bij jazzensembles tegenkomt. PitchWhiteStorm begeeft zich op de grens van beide genres. Peks composities zijn verhalen, of beter gezegd illustraties van verhalen. Over plunderende vikingen, over Mussolini, over Salvador Dali.
Toetsenist Stormvogel, bassist David de Marez Oyens met drummer Onno Witte en fluitist Jeroen Pek
Verhalen die van te voren een uitgebreide toelichting kregen en ook in muzikaal opzicht nogal dik zijn aangezet. Veel details, effecten, gadgets, geintjes. De compositie naar aanleiding van een personage uit Hosseini’s “De Vliegeraar” heeft een oosters themaatje, het stuk over de mars van de Italiaanse fascisten naar Rome een opzettelijk uit de pas lopend marsritme. PitchWhiteStorm heeft een strak maar voor jazzbegrippen ook wat stug ritmetandem dat meer stuwt dan swingt. Pek op vele fluiten en Stormvogel op toetsen zorgen voor een overdadige inkleuring. Zelf noemde Pek zijn muziek tongue-in-cheek, maar eigenlijk ligt wat PitchWhiteStorm wil vertellen er nogal dik bovenop.
Brabants Jazz Orkest met Paul van Kemenade
Paul van Kemenade mocht het eerste exemplaar van de cd van PitchWhiteStorm ceremonieel in ontvangst nemen. Het vorig jaar verschenen “Freedom” dat Van Kemenade met het Brabants Jazz Orkest opnam, is eveneens een conceptuele cd. “Freedom” bevat gearrangeerde muziek van Charles Mingus, Carla Bley en Charlie Haden’s Liberation Orchestra. Mooi, maar moeilijk basismateriaal dat voor een groot deel uit de jaren zestig stamt.
Brabants Jazz Orkest onder leiding van Jeroen Doomernik met gastsolist Paul van Kemenade. Achter de piano Joris Reutelingsperger
De boodschap van die jaren werd destijds met veel elan en geïnspireerde energie gebracht, maar laat zich niet zonder vertaling overbrengen naar het nu. De op de achtergrond vertoonde filmpjes van onder meer Malcolm X en ‘Che’ Guevara brachten die tijdskloof duidelijk in beeld. Het BJO met altist Van Kemenade als belangrijkste solist slaagde er in elk geval in om het oorspronkelijke vuur van deze stukken intact te laten.
Dirigent Jeroen Doomernik focuste heel verstandig op de levendigheid van deze muziek en minder op een perfecte uitvoering. Zeker Mingus’ werk moet met heel veel schwung worden gespeeld; muziek die moet klinken alsof iemand zich door een menigte dringt, muziek als een verhit debat, misschien zelfs als een handgemeen. Zo klonk het niet en dat kan ook niet. Niet met zo’n groot orkest en niet zonder Mingus en de grote persoonlijkheden waarmee die drieste bassist zich doorgaans omringde. Hoe het wel klonk? Swingend, stevig, prettig, luchtig, lekker los. Muziek van mensen die vrij zijn, niet van mensen die het nog moeten worden.
- Utrecht Jazz Fest website