Charlie Hunter Trio: Muziek voor open monden CONCERTRECENSIE. SJU Jazzpodium Utrecht, Charlie Hunter Trio, 29 maart 2008
beeld: Maarten Mooijman
door: Mischa Andriessen
Direct na afloop van het concert spoedden drie jonge bezoekers zich naar het podium en maakten met hun mobieltjes de ene na de andere foto van de gitaar die toen al afgebeuld in zijn koffer lag. Het beroemde, zelfgebouwde achtsnarige instrument waarmee Charlie Hunter wereldfaam vergaarde was het niet. In plaats daarvan bespeelde Hunter een variant met zeven snaren die hem waarschijnlijk nog beter in staat stelde gitaar- en baspartijen te combineren.
Charlie Hunter Trio bracht spelvreugde en professionaliteit. Dat leidde tot een levendige ambiance in SJU Jazzpodium
De muziek die Hunter maakt, is stevig ingebed in de Amerikaanse muziektraditie; jazz en blues natuurlijk, maar ook zuidelijke volksmuziek als Zydeco klinkt erin door. Daarnaast heeft de als lid van Hiphopgroep The Disposable Heroes of Hypocrisy aan het firmament verschenen Hunter altijd een speciale belangstelling gehad voor popmuziek. Hij bewerkte op verzoek van Blue Note bijvoorbeeld ooit Bob Marley’s succesalbum “Natty dread.” Behalve swingende blues en jazz had Hunter voor het Utrechtse publiek dan ook een lang reggae/dubnummer en eigenzinnige versie van electropop in petto.
Het is muziek die voor oppervlakkige beluistering weinig moeite kost. Muziek die voor sommigen een ideaal begin is van het stappen op zaterdagavond. Bandje, biertje, beetje lullen aan de bar. Twee laat gekomen meisjes die terugschrokken voor de (overigens zeer schappelijke) entreeprijs konden worden overgehaald met de mededeling dat er na afloop gedanst kon worden. Het Charlie Hunter Trio maakt muziek die dat allemaal kan hebben. De gezellige drukte in het SJU Jazzpodium zorgde voor een levendige ambiance die de muziek wel een enkele keer dreigde te overstemmen, maar haar nooit verstoorde.
Dat het door Hunter en zijn medestanders gebrachte zeer toegankelijk is, betekent niet dat het trio oppervlakkige muziek speelt. De dik aangezette groove die Hunter samen met de soepel drummende Tony Mason neerlegt, werkt weliswaar direct op de onderbuik, maar Hunter houdt het met zijn fenomenale technische beheersing van zijn instrument ook harmonisch interessant. Toetsenist Erik Deutsch vult hem wat dat betreft zeer goed aan al kunnen zijn klankkleurkeuzes nog wel wat verfijning gebruiken. Het trio is zeer goed ingespeeld en legt in haar spel die voor Amerikanen zo typerende mengeling van spelvreugde en professionaliteit. Na een wat ingehouden eerste set kwam de groep in de tweede echt op stoom met een voortdurende aanwezig maar nooit overdreven vertoon van virtuositeit. Dat een enkele compositie wat voortkabbelt, is tegen die tijd al lang geen bezwaar meer.
Hunter heeft in het verleden ook veel met blazers gespeeld en bijvoorbeeld zijn vijf jaar oude cd “Right Now Move” met John Ellis op sax, Curtis Fowlkes op trombone en Gregoire Maret op harmonica laat horen hoe sterk Hunters spel in deze combinatie is. Nu moest hij het zonder doen, waardoor de muziek toch net iets vlakker werd, maar er ook, dat moet gezegd, veel meer gelegenheid was om je met open mond over ’s mans gave te verbazen.
© Jazzenzo 2010