Drew Gress Quintet intrigeert, maar mist net de vonk
CONCERTRECENSIE. Drew Gress Quintet 7Black Butterflies, Bimhuis Amsterdam, 25 februari 2009
beeld: Elton Eerkens
door: Tim Sprangers
Contrabassist Drew Gress presenteert zich graag als sideman; hij behoort ook zeker tot de meest gevraagde bassisten in de jazz/improscene. Het is een bescheiden presentatie. Gress heeft met zijn laatste twee platen ‘7 Black Butterflies’ (2005) en ‘The Irrational Numbers’ (2008) iedereen overtuigt van zijn compositorische talenten. Gress componeert zoals hij speelt: omvangrijk, donker en dromerig.
Het kwintet van bassist Drew Gress in Bimhuis. Pianist Craig Taborn en trompettist Ralph Alessi
Het kwintet bestaat naast Gress uit Ralph Alessi (trompet), Tim Berne (altsax), Craig Taborn (piano) en Tom Rainey (drums). De grootste kracht ligt in de afwisseling van volledig uitgeschreven gecompliceerde stukken die langzaam groeien naar complete improvisatie en met één klap weer terug in de gecomponeerde lijnen vallen. De stukken van Gress intrigeren dankzij deze spannende visie en de grote bijkomende dynamische veelzijdigheid. Sterke thema’s van Alessi en Berne, neigend naar de hardbop, kregen een vervolg in een ingehouden solo van Taborn die op zijn beurt ontspoorde in improvisatorisch geweld. Niet alleen op het podium, ook in de composities wordt constant gezocht naar variëteit in de levendigheid van (samen)klanken.
Naast de boeiende composities put het kwintet uit de individuele talenten en hun doorkneden samenspel. De terughoudende stijl van Alessi botert wonderlijk goed met de ruige kreten van Berne. Combinaties liepen zelden synchroon; vaker behielden zij een knarsende afstand en soms liepen hun melodieën zelfs polyfoon. Pianist Taborn hield zich voornamelijk op de achtergrond en fluisterde dan op subtiele wijze stiekem de band een andere kant op. Zijn piano was matig uitversterkt; enkel in solo’s of in heftig samenspel kon hij fel uit de hoek komen. Dit was een behoorlijke opgave, dankzij de altijd grove klappers van Rainey. Ook Rainey zoekt en zoekt naar zo veel mogelijk klanken, ritmes en tempi, vaak op onopgesmukt wijze via ruw geweld.
Hoewel dit een lofzang lijkt te zijn over het Drew Gress kwintet, vormden al hun kwaliteiten in veelzijdigheid juist ook een smetje op het optreden in het Bimhuis. Met de rijke bagage moet zorgvuldig omgesprongen worden om tot een essentie te komen en dit gebeurde maar zelden. Diepgang werd nauwelijks bereikt; dat is jammer, daar alle facetten aanwezig leken om te komen tot iets wezenlijks. Het zou de vermoeidheid kunnen zijn; alle musici leken uitgeput door de bijzonder strakke Europatour waarin zij zeven landen in veertien dagen aandoen. De immer verwarde Drew Gress leek tijdens aankondigingen af en toe volledig de weg kwijt.
De spannende composities, samenklanken, individuele klasse en avontuurlijke tochten maken het Drew Gress kwintet sowieso de moeite waard. In het Bimhuis werd alleen de vonk gemist die had geleid tot ware gelaagdheid.