COLUMN
door: Cyriel Pluimakers
Hollands Maandblad staat met een breed palet aan bijdragen geheel
in het teken van jazz, inclusief bijlage.
In de jaren vijftig en zestig werd de jazz door schrijvers en dichters omarmd. Het leidde zelfs tot de fraaie synergie jazz & poetry, die veel schitterende voorbeelden heeft opgeleverd. Wie kent niet de onvergetelijke opnames van Jack Kerouac, Kenneth Rexroth, Allen Ginsberg of Leroi Jones (Amiri Baraka)? Nederlandse auteurs als Lucebert, Simon Vinkenoog, Remco Campert, Jules Deelder en J. Bernlef gaven in hun artistieke uitingen ruim baan aan de jazz. De afgelopen decennia lijkt het erop of de literatoren eerder kiezen voor de lichter te verteren popmuziek, bang om de boot te missen.
Binnenzak
In ons land etaleerden auteurs als Joost Zwagerman, P.F. Thomése en Bart Chabot maar al te graag hun kennis over het lichte genre. Je scoort nu eenmaal beter bij je lezers met onderwerpen die ze al in hun binnenzak denken te hebben. Jazz komt niet aanwaaien: je moet je erin verdiepen en je praat inmiddels al over een eeuw opgenomen muziek en een vracht aan studieboeken. Het verwerven van deze kennis kost veel tijd en de meeste muziekliefhebbers ontberen tegenwoordig de rust hiervoor. Hipsters kopen maar al te graag een box met nooit eerder verschenen live-opnames van Frank Zappa, maar laten Dexter Gordon of Art Pepper onaangeraakt in de bak staan.
Bijzonder
Gelukkig komt het Hollands Maandblad nu met een dubbelnummer waarin de jazz centraal staat. De redactie is in handen van Bert Vuijsje en Erik van den Berg en er is gekozen voor een breed palet aan bijdragen. Zo zorgen Mischa Andriessen, John Schoorl, Geert Buelens en Ab Baars voor gedichten en komt Wim Jansen met een stripverhaal over het Bimhuis op de Oudeschans. Essays bevat het tijdschrift van onder meer Guido van Rijn, Kevin Whitehead, Martin Schouten en Sipke Huismans. Bijzonder is de beschouwing van Joris Roelofs over Nietzsche als improvisator. Ontluisterend is het verhaal van Werner Herbers over de aan lager wal geraakte jazzcomponist George Handy. Ook de samenstellers leveren hun bijdrage: zo schrijft Van den Berg over de vroegste jaren van Misha Mengelberg en Bert Vuijsje over joodse jazz.
Toporkest
Meer dan fraai is de tekening van Floris Tilanus op de middenpagina’s met Thelonious Monk en zijn geliefde echtgenote Nellie. Je zou hem er zo uitlichten en inlijsten. Dat het dubbelnummer ook nog vergezeld gaat van een speciale uitgave over het Jazz Orchestra of the Concertgebouw vormt een heuse kers op de taart. Deze bigband behoort al jaren tot de champions league van de Nederlandse jazz en in het boekje wordt er ingegaan op de geschiedenis en de actuele artistieke visie van dit toporkest. De bekende tekenaar Sam Drukker neemt de illustraties voor zijn rekening, met uitdrukkingsvolle portretten van een aantal musici.
Ruimte
Je zou willen dat de jazz in de nabije toekomst minder stiefkinderlijk behandeld wordt door onze literatoren en dat meer tijdschriften, literair en niet-literair, ruimte geven aan dit genre dat er de afgelopen eeuw in geslaagd is vele planken te vullen met onsterfelijke muzikale meesterwerken.
Hollands Maandblad juni/juli incl. bijlage: 95 pagina’s
Uitgever: Stichting Hollands Maandblad