Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

“Pijnlijk dat ze bij Bimhuis het belang van improvisatiemuziek niet meer inzien”

INTERVIEW
door: Cyriel Pluimakers 








Han Bennink: “Wat vaak ontbreekt in veel muziek van tegenwoordig is humor.” 
Foto © Olga Beumer.


Drie dagen lang trad Han Bennink op in De Roode Bioscoop ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Hij gaf concerten met musici waarmee hij een band heeft opgebouwd, zoals Greetje Bijma, Mary Oliver, Nora Mulder, Joris Roelofs, Oscar Jan Hoogland, Reinier Baas, Ben van Gelder, Terrie Ex en uiteraard het ICP Orchestra. Een eigen festival dat, opmerkelijk genoeg, niet in het Bimhuis plaatsvindt. Voorafgaand aan het evenement had ik een gesprek met de meest bijzondere slagwerker, die ons kikkerlandje ooit heeft gekend.

Paplepel
“Mijn vader Rein speelde klarinet en slagwerk en nog veel meer. Hij was een soort Nikkelen Nelis en trad veel op met De Zaaiers, een dansorkest van de AVRO. De muziek kreeg ik echt met de paplepel ingegeven en om me te stimuleren knutselde mijn vader een snaredrum in elkaar. Die heb ik helemaal stuk gespeeld. Ik ben autodidact. Jazzdrummers als Warren Baby Dodds, Big Sid Catlett en Cozy Cole waren mijn helden. Ook was ik helemaal gek van boppers als Kenny Clarke, Max Roach, Shelly Manne en Roy Haynes. Die laatste is net 97 geworden. Drummen is goed voor je conditie. Aan fitness heb ik nooit gedaan, fietsen en wandelen doe ik wel graag.”

Weerklank
Bijzonder is dat de geïmproviseerde muziek van Bennink en de Instant Composers Pool (ICP) een weerklank krijgt bij de jonge generatie jazzmusici. “Ik speel regelmatig met Ian Cleaver, Reinier Baas, Ben van Gelder, Joris Roelofs en Oscar Jan Hoogland. Zij snappen echt waar improvisatie over gaat, ook al hebben ze allemaal op het conservatorium gezeten. Vooral Benjamin Herman heeft hier een grote rol in gespeeld: hij heeft het unieke van de muziek van Misha Mengelberg, met wie ik decennialang gespeeld heb, aan hun weten over te brengen. Daar ben ik hem ontzettend dankbaar voor. Elke muziekopleiding heeft gewoon een ‘lawaaiklasje’ nodig, zoals Misha dat noemde.”










"Er is veel veranderd sinds Huub van Riel niet meer de artistieke leiding heeft." Foto © Olga Beumer.


Pijn
“Het doet pijn dat ze bij het Bimhuis, ooit het belangrijkste improvisatiepodium van ons land, het belang van deze manier van muziek maken niet meer inzien. Er is veel veranderd sinds Huub van Riel niet meer de artistieke leiding heeft. De gesprekken met de huidige programmeur over een festival ter gelegenheid van mijn verjaardag liepen op niets uit. Zo wilde hij dat ik met allerlei Amerikanen moest spelen, die ik nog niet eens ken. Nou, ik ben tachtig en daar heb ik geen zin meer in. Als ik een festivalprogramma moet samenstellen denk ik aan mijn muzikale vrienden, mensen met wie ik iets jarenlang heb opgebouwd.” 

Afwijzing
Duidelijk is het dat de afwijzing door het Amsterdamse jazzpodium Bennink bijzonder aangrijpt, maar hij laat zich er niet door uit het veld slaan. Tenslotte staat hij nu aan de vooravond van een eigen festival in De Roode Bioscoop, een plek waar hij carte blanche heeft. “Die improvisatiemuziek is nog steeds bijzonder actueel. Het is onbegrijpelijk dat we zo in de steek worden gelaten door het Bimhuis, waar tegenwoordig buitenlandse namen de boventoon voeren met concerten waarin geen noot geïmproviseerd is. Alles is van tevoren afgesproken, de musici laten gewoon iedere avond weer hetzelfde kunstje zien of het nu in Amsterdam, Parijs of Rome is. Ook de Nederlandse overheid is een spelbreker want het ICP krijgt al jarenlang geen subsidie meer, terwijl we internationaal hoog aangeschreven staan. Wereldwijd krijgen we goede recensies. Onbegrijpelijk.”










“Ben heel blij dat ik in De Roode Bioscoop helemaal mijn
eigen ding kan doen.” 
Foto © Olga Beumer.


Humor

“Wat vaak ontbreekt in veel muziek van tegenwoordig is humor. Je moet jezelf en je improvisaties niet altijd serieus nemen. Je moet weer durven en spontaan zijn als een kind en je door niemand de les laten voorschrijven. Tekenen en collages maken doe ik ook graag, de meest rare dingen met elkaar combineren. Alles kan, niets is gek of onmogelijk. Je moet jezelf open durven stellen, net zoals musici als Louis Armstrong, Coleman Hawkins en Thelonious Monk. Het meest bewonder ik Sonny Rollins, met wie ik in 1967 een tournee maakte. Die man kan de muziek alle kanten op laten bewegen en als hij een ballad speelt, ja dan pakt hij me echt in.”

Vrienden
“Echte muziek moet een rafeltje hebben en geen zachtgekookt eitje zijn. Ik heb vanuit mijn hart drie avonden lang een programma kunnen maken met mijn vrienden - musici met wie ik lief en leed gedeeld heb - en ben heel blij dat ik in De Roode Bioscoop helemaal mijn eigen ding kan doen.”


Na afloop van het interview speelde Han Bennink ’s avonds ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag met muzikale vrienden in De Roode Bioscoop. Het verslag hiervan leest u hier.


© Jazzenzo 2010