Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Kunst en Cultuur hoort apolitiek te zijn

COLUMN
door: Loet van der Lee












Met het nieuwe advies van de Raad voor Cultuur als leidraad en een bestuur van het Fonds Podiumkunsten dat zich slaafs laat leiden door de financiële sturing vanuit Den Haag, kregen de talloze grote en kleine makers van Kunst en Cultuur afgelopen maandag de zoveelste tegenslag te verduren.

De nieuwe opgelegde code voor de kunstwereld is: doe aan diversiteit en inclusie zoals de minister van cultuur Van Engelshoven en daarmee de Raad voor Cultuur (of is hetandersom) het bedacht heeft. Met andere woorden; Let op huidskleur, afkomst en gender.

De nieuwe zogenaamde ‘Identiteitspolitiek’ dicteert aan kunstenaars een zichtbare betrokkenheid bij de overtuiging dat mensen van elkaar verschillen op basis van huidskleur, afkomst en gender. Niet het eerder gepropageerde principe van gelijkheid van mensen maar juist de verschillen moeten worden benadrukt in het beleid en daarna mag het in de uitvoering worden ‘gevierd’. Na de storm van talentontwikkeling, cultuurparticipatie, genderneutraliteit en pluriformiteit is nu dus diversiteit en inclusie salonfähig.

De schaarse toekenningen - en dus grote hoeveelheid afwijzingen - van de recente subsidieronde van het Fonds Podiumkunsten laten zien dat hier geen ruimte is voor interpretatie. Een groep van bijvoorbeeld uitsluitend Nederlandse makers die divers zijn omdat ze elkaar aanvullen door bijvoorbeeld hun uiteenlopende achtergronden, meningen en ideeën, komt niet meer in aanmerking voor een ondersteuning die wel uit algemene Nederlandse middelen wordt gefinancierd.

Je kunt nu bijvoorbeeld een nieuw toneelstuk schrijven met een rol voor enkele Oeigoeren. Laat dan vooral zien hoe zeer zij verschillen van ons Nederlanders en laat vervolgens zien hoe fantastisch het is dat deze onderdrukte moslimgroep anders is. Vergeet niet om er ook een uit Iran afkomstige transseksueel in te verwerken en in je aanvraag er een hoofdstukje aan te wijden.

De laatste keer dat er zoveel overheidsinvloed op de kunsten is uitgeoefend is lang geleden maar ligt nog pijnlijk vers in het geheugen. In 1941 werd de Nederlandse Kultuurkamer ingericht die op bloedstollende wijze de Nederlandse Kunst en Cultuur naar hun hand zette en daarmee de vernietigende politiek van onze oosterburen ondersteunde. Zo ernstig is het nu natuurlijk niet maar er wordt wel een cruciale fout gemaakt.

Iedereen is gelijkwaardig in het maken en het beleven van Kunst en Cultuur. Dat is nou juist de kernwaarde van Kunst en Cultuur. Proberen om sociaal maatschappelijke ontwikkelingen te sturen door middel van financiering staat haaks op de basisgedachte van het uitvoeren - en creëren - van Kunst en Cultuur. We hebben het hier over de sector waarbij de ‘vrije geest’ essentieel is. Zonder die vrijheid wordt de kunst geknecht en ontdaan van de onbevangenheid.

Veel van de aanvragen aan de diverse fondsen hebben betrekking op educatieve projecten op het gebied van muziek en kunst. Onderwijs aan peuters, jonge kinderen en jongvolwassene. De nieuwe stimuleringspolitiek zorgt er dan voor dat deze nieuwe generatie denkt en doet zoals dat momenteel door de Raad voor Cultuur als correct wordt gezien. Een bijzondere en zorgwekkende ontwikkeling.

Kunst en Cultuur hoort apolitiek te zijn en dat is het niet als op deze wijze beleid wordt gemaakt.


Loet van der Lee (1968) is muzikant en concertorganisator.


© Jazzenzo 2010