Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Sylvain Rifflet - Troubadours

CD-RECENSIE

Sylvain Rifflet - Troubadours
bezetting: Sylvain Rifflet tenorsaxofoon, klarinet, basklarinet, harmonium, shruti box; Benjamin Flament percussie; Verneri Pohjola trompet
opgenomen: september 2018, Ohm Sweet Ohm Studios, Parijs
uitgebracht: november 2019
label: L ’Autre Distribution
aantal stukken: 10
tijdsduur: 45’15
website: www.sylvainrifflet.com  
door: Georges Tonla Briquet


De Franse tenorsaxofonist Sylvain Rifflet houdt duidelijk van rollenspellen. Voor ‘Mechanics’ was hij gehuld in een futuristische rode capemantel. Met ‘Perpetual Motion’ dook hij in gezelschap van onder meer Jon Irabagon en een jongerenkoor in de wereld van de New Yorkse viking Moondog. En nu staat hij op de hoes van ‘Troubadours’ in vol steampunkornaat. Gelukkig lijdt de muziek niet onder deze externe factoren, integendeel.

De laatste jaren groeide Rifflet uit tot het enfant terrible van de Franse jazzscene. In de eerste plaats door zijn opvallende thema’s en de hele inkleding die hiermee gepaard ging maar gelukkig ook als saxofonist en componist. Zijn nieuwste cd ligt helemaal in het vervolg hiervan. De focus ligt deze keer bij de middeleeuwse troubadours en hun invloed op literatuur en cultuur die nog tot op de dag van vandaag blijft nazinderen.

Medereizigers voor dit avontuur zijn percussionist Benjamin Flament (hun vierde samenwerking) en trompettist Verneri Pohjola. Met deze laatste was Rifflet trouwens ook te horen op ‘Left Tokyo Right’ van Pascal Schumacher. Zelf hanteert hij tenorsaxofoon, klarinet, basklarinet, harmonium en een shruti-box gekocht tijdens een van zijn reizen in Indië.

Op ‘Troubadours’ smelt profane middeleeuwse muziek samen met de repetitieve patronen van de vorige eeuw, alles in een modale context geplaatst. Rifflet schreef zelf het materiaal op uitzondering van ‘I’vo’bene’ (Ghirardello da Firenze) en ‘The Peacocks’ (Jimmy Rowles). De andere titels (behalve ‘Le Murmure’) verwijzen trouwens naar middeleeuwse componisten.

Door dezelfde functionele en repetitieve ritmepatronen uit zijn vorige werkstukken aan te wenden als basis, ligt ‘Troubadours’ in het verlengde van ‘Mechanics’ maar dan met extra elementen en inkleuringen. Vooral het verhalende karakter werd scherper gesteld door tromgeroffel en de bourdonklanken van harmonium en shruti-box. Percussie en bourdon vormden ook de basisbegeleiding in de troubadourtijden. Hier komen nu saxofoon en trompet bij maar op dergelijk gesofistikeerde en berekende wijze dat alle elementen naadloos in elkaar schuiven als twee tijdsdimensies die samensmelten. De openingstrack ‘Sordelleo (da Goito)’ is daar meteen een sterk voorbeeld van. 

Andere hoogtepunten zijn ‘Eble (de Ventadour)’ en ‘Alberico (da Romano)’ waarin het aangewende instrumentarium als een wisteria onderling vergroeit. In ‘Na (de Casteldoza)’ illustreert Rifflet zijn meesterlijke beheersing van de circular breathing techniek. De invloed van Philip Glass is onweerlegbaar. Daarnaast zijn de parallellen met Indische muziek overal legio. Een stap verder en je komt zo terecht bij Coltrane. 

We gaan Rifflet zeker niet op dezelfde hoogte plaatsen als Coltrane maar de man heeft duidelijk een persoonlijke visie en een doel voor ogen. Stap voor stap en cd na cd bouwt hij een intrigerend repertoire op. Een troubadour uit de 21e eeuw als het ware. 




Beluister dit album via Spotify (inloggen noodzakelijk)





I’vo’bene


© Jazzenzo 2010