Humor en emotie afwezig bij Vein en Andy Sheppard
CONCERTRECENSIE. Vein ft. Andy Sheppard, TivoliVredenburg, Utrecht, 20 december 2019
beeld: Ton van Leeuwen
door: Cyriel Pluimakers
Het Zwitserse Vein, dat al sinds 2006 bestaat, is een van de meer avontuurlijke pianotrio’s van de West-Europese jazzscene. Pianist Michael Arbenz, contrabassist Thomas Lähns en drummer Florian Arbenz ondernemen dan ook graag ontmoetingen met andere internationale musici. Zo gingen ze onder meer samenwerkingen aan met trombonist Glenn Ferris en de saxofonisten Greg Osby en Dave Liebman. In hun laatste albums slaan ze nieuwe wegen in: zo brachten ze in 2017 een productie uit die gewijd is aan de klassieke muziek van Maurice Ravel en kreeg in 2018 een samenwerking met de Norbotten Big Band gestalte.
Pianotrio Vein trad op met saxofonist Andy Sheppard in zaal Cloud Nine van TivoliVredenburg in Utrecht.
Matig bezocht
Tijdens hun, buitengewoon matig bezochte, optreden in de Club Nine zaal in het Utrechtse TivoliVredenburg staat het werk van deze twee albums centraal. Gast is de Britse tenorsaxofonist Andy Sheppard, die ook al gefeatured was op de cd ‘Plays Ravel’. Vanaf het eerste moment wordt er gespeeld met een Zwitserse precisie: ingewikkelde maatsoorten komen moeiteloos voorbij en met name drummer Arbenz maakt een diepgaande indruk met zijn grote technische beheersing. De pianist, die trouwens zijn broer is, blinkt uit met een orkestrale aanpak door het gebruik van stevige akkoorden onder de krachtige solo’s van Sheppard.
Contrabassist Thomas Lähns, Andy Sheppard en drummer Florian Arbenz.
Ravel
Subtieler opereert het trio, zonder Sheppard, in interpretaties van divers werk van Ravel. Muziek die in deze jazzsetting opnieuw belicht wordt, maar ook laat horen hoe diepgaand de grote klassieke componist beïnvloed was door dit aan het begin van de twintigste eeuw nieuw opgekomen genre. Verwijzingen zijn er ook naar het werk van tijdgenoot Debussy. Pianist Arbenz beschikt over een uitgebreid palet aan ideeën, een flexibel toucher en een feilloze techniek. Contrabassist Lähns beperkt zich vooral tot de rol van begeleider.
Humorloos
Ruim vijf kwartier wordt er door het trio op het scherpst van de snede gespeeld, maar toch raakt de muziek de zaal niet echt. Ook tenorsaxofonist Sheppard, die bekend staat om zijn muzikale vuurwerk, blijft in zijn spel aan de oppervlakte. Emotie lijkt afwezig en enig gevoel voor humor kan de musici ook niet toegedicht worden. De aankondigingen zijn nogal plichtmatig en het ijs wordt er allerminst mee gebroken. De lage publieke opkomst doet de sfeer geen goed: was het echt niet mogelijk om aan dit concert een aantrekkelijke marketingactie te verbinden, die een aantal extra jazzliefhebbers over de streep had getrokken?