Profeet of proleet
COLUMNdoor: Cyriel Pluimakers
Overal kom je hem tegen: in jury’s, in commissies, bij festivals en congressen. Meestal staat hij ergens op een opvallende plek samen met zijn maat J. Want M. is grossier in de nieuwste ontwikkelingen: zoals hij zelf zegt ‘Jazz met een fuck-off attitude’. Wat dat precies is weet niemand: het is het geheim van deze visionaire smid.
Ooit advocaat en amateurmuzikant plaveit hij nu de route naar de toekomst van de muziek. Niet alleen heeft hij een leuk kantoor in het Rotterdamse Groothandelsgebouw annex impresariaat, ook staat hij maar al te graag zelf aan het artistieke roer. Een jaar lang zelfs mocht hij zich programmeur jazz en pop noemen van het Concertgebouw in Amsterdam. Tegenwoordig is hij artistiek leider van de festivals Mondriaan Jazz en Jazz International Rotterdam. De gemeente Den Haag en de culturele jetset uit de Maasstad hangen aan zijn lippen. De echte jazz komt tenslotte uit Londen en New York, zeker niet uit NL.
Naarmate M. succesvoller is, worden zijn auto’s groter en glimmender. De zonnepanelen aan de Maasboulevard slaan bijna spontaan op hol als hij met zijn SUV komt aangereden. M. is de ‘king of jazz’ en mag zich de trotse vertegenwoordiger noemen van illustere artiesten als Snarky Puppy, Bill Laurence, Jason Lindner, Makaya McCraven, Erik Truffaz, Marquis Hill, Antonio Sánchez, Phronesis en Shai Maestro. En dan hebben we ook nog die Noorse fluistertrompettist: Mathias Eick, net zoals collega Avishai Cohen voorzien van een forse baard. Met Mark Giuliana en Avishai Cohen ging M. zelfs op tournee in de vorm van een double bill. Heel gewaagd. Het was alsof de glorietijden van de jazz herleefden. Jammer alleen dat de drummer en trompettist nogal bleekjes afstaken bij iconen als Art Blakey, Max Roach, Lee Morgan en Miles Davis. Groot succes had M. de afgelopen jaren met Cory Henry, die geen noot jazz speelde maar erg goed kon entertainen. De zalen zaten vol en er werd flink door het publiek meegezongen.
Zijn taal doorspekt M. met sappig en hip Engels: wat hij presenteert is niet alleen ‘fresh’, ‘hot’ en ‘what’s next’ maar ook ‘urban, sexy & edgy’. Veel ‘acts’ probeert hij uit in het Rotterdamse BIRD, een club voor de echte vernieuwing waar de juiste hippe mensen komen. De shows zijn er altijd ‘hot’. Andere podia hobbelen gezellig mee met de trend en presenteren maar al te graag zijn ‘Good Music’ series.
Naar zijn geheim gevraagd roept M.: “In muziek moet poëzie zitten, anders kom je bij je publiek niet binnen.” En omdat het in het Nederlands te gewoon klinkt: “You never know why it’s good music, but you can always feel when it’s good music.” Zelfs de televisie kwam op bezoek bij M. om een reportage te maken van zijn profetische gaven: “Jazz is inmiddels genreloos, het gaat om het interpreteren van het nu, je niet gebonden voelen aan conventies …. Het kan werken of niet werken. That’s Life.” M. heeft duidelijk de wijsheid in pacht.Critici van M. kunnen rekenen op forse sneren van hem in de media of worden in achterkamertjes afgestraft. Alleen hij kan het weten. Dat M. gelijktijdig impresario is en zijn eigen catalogus programmeert, is onbespreekbaar.
Tegen de bijzondere profetische gaven van M. is geen kruit gewassen: iedereen gaat voor hem opzij. Vandaar dat veel buitenlandse namen de poster sieren van het komende Mondriaan Jazz. Het schijnt dat een groot deel van musicerend Londen ingevlogen wordt. De marktwaarde van deze artiesten is de afgelopen weken dan ook aardig gestegen. En wat te denken van het Art Ensemble Of Chicago, dat al 50 jaar bestaat en waarvan een aantal hoofdpersonen al jaren in het orkest van de hemel spelen? Heel vernieuwend. Het NL-talent op Mondriaan Jazz blijft beperkt tot 2,5 ensemble. Mondriaan zou zich in zijn graf omdraaien. De verwachtingen over de line-up van het komende festival Jazz International Rotterdam zijn dan ook hoog gespannen …. M. houdt zich aanbevolen voor goede adviezen over NL-jazz. Je kunt hem mailen of appen. Telefonisch is hij onbereikbaar.
Beste C.
Ik snap dat u graag meer NL jazz-artiesten ziet op de festivals. Tegelijkertijd bent u degene die vaak de NL jazz-artiesten een veeg uit de pan geeft als zij vernieuwend zijn. Bovendien is het naar mijn bescheiden mening niet netjes als u een persoon op deze manier zwart probeert te maken. Tussen de lijnen door klinkt wel wat jaloezie door; u heeft graag ook een dikke vette auto en zou graag zelf ook geïnterviewd worden over uw kwaliteiten. Ik zou u graag willen adviseren: schoenmaker houd u bij uw leest. Schrijf over mooie muziek en stop met mensen afmaken. Verlaag u niet tot een dergelijk niveau.
Audi, vide, tace, si tu vis vivere in pace, audi alteram partem. (Hoor, zie en zwijg, als je in vrede wilt leven en luister naar de 'andere'kant)
Coos Wouter - 10-07-’19 09:36
Dit stuk gaat over belangenverstrengeling. Naar mijn idee is duidelijk waarneembaar dat er een soort van kartelvorming aan de hand is binnen een bepaald gedeelte van de jazzscene in Nederland wat het jazzklimaat en de mogelijkheden van de Nederlandse muziek en musicus die zich daar mee bezig houdt geen goed doet. Je ziet dezelfde mensen steeds terugkomen in allerlei vormen, functies e.d.. Dat was natuurlijk altijd al zo alleen hadden in het verleden die mensen die steeds rouleerden geen commerciële belangen dan behalve dat het af en toe een klein baantje opleverde. Nu er duidelijk commerciële belangen meespelen van bedrijven in een noodlijdend en tevens gesubsidieerd circuit kan je daar zeker vragen bij stellen. Dit fenomeen signaleert Cyriel. Laatst zag ik een email van Injazz voorbij komen waarin reclame werd gemaakt voor een commercieel festival van een bedrijf/persoon die weer allerlei bemoeienissen had binnen Injazz. Injazz behoort zich in te zetten voor de Nederlandse auteur/musicus die overigens ook het event betaald middels de SoCu gelden van de Buma en behoort niet een gratis platform te zijn voor commerciële andere partijen die nota bene bijna of niets doen voor de Nederlandse auteur/musicus. Dat dit mogelijk is komt natuurlijk door de incestueuze belangenverstrengeling. Over deze tendens gaat deze column. Een moedig stukje.
Ben van den Dungen (E-mail ) - 10-07-’19 13:14
Waarom schrijf je dit artikel überhaupt? Ik sluit mij volledig aan bij Coos Wouter. Het enige wat ik hier terug lees is je reinste afgunst en jaloezie. Dat je iemand zo compleet afbrand op persoonlijk vlak vind ik een hele treurige actie van je.
M. is naar mijn mening iemand met een droom net als jij en ik. Waar het bij de meeste bij een droom blijft is M. er een die wel ballen toont om zijn droom te concretiseren. En het klopt, de line-up staat niet bol van de Nederlandse artiesten. EN?? Wie zegt dat dit een vereiste is? De lokale bakker geven we toch ook geen preek als hij geen bruin brood wil verkopen? Als maker hoor je bijvoorbeeld dit vaak; 'maak in eerste instantie iets wat je zelf mooi vindt en niet voor het publiek'. Helemaal mee eens. Waarom zou dit recht niet gelden voor iemand die bijvoorbeeld zelf een festival wil organiseren?
Mijn mening is dat M. graag zijn persoonlijke visie en passie wil meegeven aan het Nederlandse publiek en dat op zijn manier wil doen. En daar is niks mis mee want jij en ik doen het niet. Dus Cyriel, wil je meer Nederlandse acts op een festival, ga dan lekker lobbyen en netwerken bij de organisatoren (wat M. blijkbaar goed kan; supermooi!) of begin je eigen festival.
Aan de andere kant stel ik voor ik dat als je weer zoiets op opschrijft je eerst even bij het Groothandelsgebouw langsloopt om gewoon van gedachten te wisselen. M. bijt niet..
Frerick (E-mail ) - 10-07-’19 15:11
Veel mooie muziek gemaakt met ‘Envy’ in de titel..... Trieste column...
Joop (E-mail ) - 10-07-’19 19:47
Wie is M.?
Yuri Honing (E-mail ) - 10-07-’19 20:40
Echt misselijkmakend, dat op de man spelen op deze manier. Wat dan nog, dat M. een succesvolle Double bill neerzet? Of dat Cory Henry geen echte jazz is? Of succes heeft in de media? Cyriel, hier klinkt duidelijk jaloezie in door, dat siert je niet, en jij bent zelf ook geen wonder van integriteit. Dat er commerciële belangen meespelen met een festival, is niet meer dan logisch, dat zowel Jazz International als Mondriaan Jazz goede lineups hebben is een zekerheid. De salonsocialist uit Utrecht, met zelf een (............ verwijderd door redactie), besliste anders. Bah.
Hans van Manen (E-mail ) - 10-07-’19 23:29
Moedig stukje. Doordrenkt van jaloezie en afgunst. Kinderachtig. Dit soort columns heeft de jazz in NL echt nodig! Ja-knikkertje en volgzame CP schaap Ben van den Dungen (docent op het conservatorium in Rotterdam toch? Oef...) is het weer met je eens Cyriel. Steek die maar in je zak! Hoera!
Maar even serieus: als het kennelijk gaat om zgn. belangenverstrengeling (dank voor het verhelderen Ben), zegt Hans hierboven het goed. Misschien kan de redactie ook een stuk publiceren over CP's palmares van (............ verwijderd door redactie) en meer? Kan de redactie misschien ook een stuk publiceren over het ontbreken van zijn artistieke visie ("Jazz meets Soul" in wereldstad Spijkenisse,... met jawel Ruben Hein!) Oh ja, en graag een stuk dat niet professioneel oogt en waarin kinderachtig op de man en persoon CP wordt gespeeld. Hopelijk kan Ben zich er dan weer in vinden en zijn studenten ook.
Journalistiek is op dit platform en vooral in dit stuk, erg ver te zoeken. De echte proleten. Goed bezig redactie! (......... verwijderd door redactie).
Stefan - 11-07-’19 09:35
Ik weet niet of we nou jaloers moeten zijn op M.Feit is dat de muziekindustrie verrot is en dat de muzikanten aan de zijlijn staan.Trends worden uitgemolken en als Jazz verkocht.Zo wie zo is Jazz onder muzikanten niet erg geliefd als label. We praten liever over muziek. Ik ben blij dat ik de Thelonius tijd in Rotterdam heb meegemaakt.Wij waren de schrik en de luis in de pels van onze kunstambtenaren.Grotendeels onafhankelijk van boekers werden er prachtige optredens gerealiseerd dankzij Willem van Empel en later cyriel.Altijd innovatieve muzikanten uit binnen- en buitenland en zeer belangrijk : we gunden elkaar wat en stonden open voor spijkerharde kritiek. Kom op mensen, hou elkaar scherp en daarna gezellig een borrel drinken !
Coen - 11-07-’19 14:25
Hi Cyriel, ik neem aan dat dit over Mike Bindraban gaat? Scheelt de lezer veel gegoogle ;-)
We leven in complexe hecht vervlochten tijden die zowel ruimte bieden voor nieuwe mogelijkheden en initiatieven maar tegelijkertijd ook vragen om passende morele en professionele kaders. Heb je artikel iig met belangstelling gelezen. Valt vanuit vele perspectieven veel over te zeggen zonder dat we het onderwerp beoordelend in een goed/fout, oprecht/pervers paradigma moeten trekken. Laten we allen met elkaar dit gesprek blijven voeren om tot passende professionele kaders te komen die ruimte schenken aan het meervoudige palet aan smaken en opvattingen. Groet, Marc
Marc van Roon - 13-07-’19 12:58
Hoe dan ook; er is reeds jaren wel degelijk een vernauwing in de Nederlandse jazzwereld aan de hand met in een aantal gevallen dezelfde mensen die te lang de dienst uitmaken en waarvan sommige met verschillende petten op, aan de touwtjes trekken. Dit draagt naar mijn mening niet altijd even bij aan een gezonde visie en verdere ontwikkeling van jazz in het algemeen in het toch al zo magere wereldje.
Paul van Kemenade (E-mail ) (URL) - 15-07-’19 22:59
Zou M. bang geworden zijn door de ongezouten kritiek van CP en nu snel de ook door CP bejubelde Greg Ward en Melissa Aldana geprogrammeerd hebben op Jazz International Rotterdam?
Maarten Kerkhof (E-mail ) - 18-07-’19 13:29
Ik was niet van plan hierop te reageren, maar nu Cyriel Pluimakers zijn tekstje via facebookberichtjes laat doorgriepen en doorzieken kan mijn reactie niet uitblijven. Papier is geduldig, maar internet nog veel geduldiger en het zou toch vreemd zijn als dit columnpje in de loop van de tijd nog enige vorm van waarheid zou worden toegedicht.
Ik ben bekend met de manier van polemiek voeren van Pluimakers. Een belangrijk deel van zijn tactiek is het geheel of gedeeltelijk verwijderen van hem onwelgevallige reacties (zie ook de “redactionele” ingrepen hierboven). Om deze reden ga ik mijn bijdrage ook delen via facebook. U kunt dus het onderstaande net zo goed ook op deze site laten staan. Het vindt toch wel zijn weg.
Mike Bindraban (of M. zoals Pluimakers hem bijna als een crimineel aanduidt) is mede-eigenaar van het boekingskantoor Good Music Company (een deel van het roster is te vinden in de column) en is daarnaast programmeur bij de festivals Jazz International Rotterdam en Mondriaan Jazz in Den Haag.
De portée van het stuk is mij niet echt duidelijk, behalve dat Pluimakers zo ongeveer alles wat Bindraban doet (van zijn auto tot zijn studie) helemaal niks vindt. Het fijne aan de muziekscene heb ik altijd gevonden dat je er van uit mag gaan dat iedereen op zijn eigen manier een steentje bijdraagt aan het mooier maken van de wereld middels het maken, verspreiden of laten horen van muziek. Daarin zou geen plaats voor verdachtmakingen, verdenkingen en afgunst mogen zijn. Dat is al een behoorlijk minpunt aan deze column.
Blijkens reacties in de commentaren onder de column door Ben van de Dungen en Paul van Kemenade (die inmiddels instemmend door Pluimakers op zijn facebookpagina zijn gedeeld) gaat de column vooral over belangenverstrengeling en het feit dat mensen meerdere functies hebben binnen dezelfde markt. Die discussie mag hij aanzwengelen natuurlijk.
In een ideale wereld is iedere markt dusdanig georganiseerd dat elke speler één duidelijk afgebakende functie heeft. Op die manier wordt elke schijn van belangenverstrengeling vermeden. Die wereld bestaat echter niet. Fons Burger, oprichter van Nighttown en in die hoedanigheid ook ooit voorkomer van Pluimakers’ gang naar het UWV na het faillissement van de door Pluimakers geprogrammeerde jazzclub Thelonious in de Rotterdamse Witte de With Straat, zei het al: “Met rock ’n roll is geen droog brood te verdienen.” Voor jazz geldt dat nog meer.
Voor veel mensen is het hebben van dubbele functies doodgewoon noodzaak om het hoofd bovenwater te houden. Sommigen zijn naast muzikant ook docent, anderen zijn naast festivalorganisator ook muzikant en weer anderen zijn naast programmeur ook recensent. Die laatste twee functies zijn overigens slecht te combineren, zoals ik zelf heb ondervonden toen ik kortstondig recensies schreef voor webzine Muzine.nl. Het was voor mij reden met dat laatste te stoppen. Dat zouden meer mensen moeten doen.
Dubbele functies zijn zo goed als onmogelijk te vermeiden. Op veel plekken is behoefte aan professionals en kenners. Voor ieder fonds en iedere subsidieverstrekker is het ondoenlijk beoordeelaars en commissieleden te vinden die geen enkel belang of binding hebben met de sector waarin zij actief zijn. Het gevaar gebrek aan inzicht en expertise te worden verweten is te groot. Aan mensen met kennis van zaken wordt van diverse kanten getrokken. Iedereen wil de in zijn of haar ogen beste mensen aan boord hebben.
Het combineren van een programmeurstaak en het hebben van een “commercieel boekingskantoor” is een verstrengeling van belangen die volgens Pluimakers helemaal niet door de beugel kan. Het is zeker een interessant punt van discussie, want op deze manier kun je je inderdaad gevallen voorstellen waarbij je je eigen klant wordt. Het is een bekende situatie die ook geldt voor North Sea Jazz en andere jazzfestivals waar Mojo de programmering doet, voor Le Guess Who? dat uit de koker van Belmont Bookings afkomstig is en voor Best Kept Secret van Friendly Fire.
Pluimakers kiest er met satanisch genoegen voor de aanval te openen op een piepklein boekingskantoortje waar slechts twee mensen met één assistent werken, maar dat volgens hem overal zijn tentakels heeft. Hoe komen ze anders aan een kantoor in het prestigieuze Rotterdamse Groothandelsgebouw? Dat het Groothandelsgebouw er juist is voor startende ondernemers in met name de creatieve sectoren en dat Good Music Company daar één kamertje heeft waar Pluimakers’ eigen platencollectie niet eens in zou passen laat hij gemakshalve even onvermeld.
En dan: wat betekent de term “commercieel boekingskantoor”? De term commercieel geldt voor iedereen die niet gratis werkt en zelfs bij hen die dat wel doen kan er een commercieel belang achter zitten. Ik neem aan dat CP Music Promotion ook gewoon facturen stuurt naar zijn opdrachtgevers. Dit argument is echt een lege huls.
Het is op zijn minst niet chic te noemen dat Pluimakers door Mike Bindraban op de korrel te nemen het heeft over één van zijn opvolgers bij Jazz International Rotterdam. Het is nog altijd een open zenuw bij Pluimakers dat zijn vertrek daar niet echt vrijwillig was en het gevolg van enorme tekorten die een aantal bestuursleden zelfs in de persoonlijke financiële omstandigheden troffen.
Enige verwijzing naar zijn niet al te florissante verleden op organisatorisch gebied worden door Pluimakers volhardend gewist uit reacties op zijn facebook-posts en zoals nu is gebleken ook uit de reacties op zijn bijdragen op jazzenzo.nl. Voor de belangstellenden heb ik screenshots van zijn censuuracties aldaar of zoals ze eufemistisch worden genoemd: (….verwijderd door de redactie…).
Ik snap dat dat verleden pijn doet omdat het een gevolg is van een veranderende wereld. De rol van programmeur is in de loop der jaren wezenlijk anders geworden. Er was ooit een tijd dat een programmeur vooral zijn muziekkennis (en die heeft Pluimakers ontegenzeggelijk) etaleerde en er van uit kon gaan dat wanneer zijn artistiek inhoudelijk fraaie keuzes niet door voldoende publiek werden opgepikt een (semi)-overheid het ontstane tekort wel aanvulde. Velen hebben daarvan in het verleden geprofiteerd, zowel organisatoren als muzikanten. Voor sommigen onder hen is het slikken dat dat niet meer zo is.
De vasthoudendheid van Pluimakers aan zijn principes dat inhoud boven publieksbereik moet gaan kan ik waarderen. Het heeft er echter wel toe geleid dat hij in zijn C.V. een veelheid aan voormalige dienstbetrekkingen moet vermelden. Inmiddels is deze voorvechter van de echte jazz actief als programmeur van Theater de Stoep in Spijkenisse. Ik ben er nog nooit geweest, dus misschien is dat wel het jazz-walhalla van Nederland, maar zijn programmering daar onder het motto ‘Jazz Meets Soul’ met echte jazz als Ruben Hein, Berget Lewis en Mark Reilly maakt niet dat ik meteen op mijn scooter spring om dat uit te gaan checken. Het zijn artiesten die ik als simpele pop-programmeur in het PAARD in Den Haag ook boek. Plus nog een heel rijtje jazznamen die ik in de programmering van De Stoep niet eens terugvind. Of heeft Pluimakers inmiddels ook begrepen dat het soms wel nodig is te kijken naar de wensen en behoeften van het publiek?
De programmeur van tegenwoordig moet niet alleen inhoudelijk sterk zijn maar ook van wanten weten op marketinggebied. Daar hoort ook bij dat hij of zij open moet staan voor nieuwe ontwikkelingen, nieuwe publieksgroepen en vooral niet als purist te werk moet gaan. Het is één van de redenen waarom ik als organisator van Mondriaan Jazz Mike Bindraban heb gevraagd als programmeur. Bindrabans taal is inderdaad wat minder archaïsch dan gebruikelijk in jazzkringen, hij kan soms als een enorme eikel overkomen en af en toe een grote mond hebben (zodat het wel lijkt of je hem overal tegen komt), maar hij is in ieder geval iemand die op zoek gaat naar jong talent en ervoor zorgt dat er nieuwe namen naar Nederland en Europa komen. Heel wel mogelijk dat die minder goed kunnen toeteren of trommelen dan Art Blakey, Miles Davis, Max Roach en Lee Morgan, maar we zullen het niet kunnen checken, want een wedstrijdje met die heren zit er niet meer in.
Een andere reden voor de samenwerking is mijn overtuiging dat waar het gaat om het scouten van talent je tegenwoordig bij de boekers of de agenten moet zijn. De rol die vroeger voor A&R-managers van platenmaatschappijen was weggelegd is sinds het instorten van de geluidsdragermarkt door hen overgenomen, tot spijt van wie het benijdt.
Hoe zit het dan met de belangenverstrengeling bij Mondriaan Jazz? In de drie edities die nu geweest zijn dan wel gepland staan hebben welgeteld vijf acts opgetreden uit het roster van Good Music Company. Minder dan twee per editie derhalve. Bij de start van de samenwerking hebben wij afgesproken dat Good Music Company voor deze acts geen commissie of boekingskosten in rekening brengt bij Mondriaan Jazz, juist om die schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan.
Dan is er nog de klacht van Pluimakers dat er bakken met subsidiegeld van de Gemeente Den Haag en het Fonds Podiumkunsten naar Mondriaan Jazz gaan en dat wij daarvoor weinig Nederlandse acts boeken.
Eerst maar eens de bakken met geld. De gemeente den Haag steunt Mondriaan Jazz inderdaad met een substantieel bedrag van € 25.000, wat bijna net zo veel is als het PAARD minimaal garandeert als eigen bijdrage in het festival. De bak met geld van het Fonds Podiumkunsten (waarover later meer) is € 12.000. Opnieuw een substantieel bedrag, maar een bak met geld? Not really.
Dat er weinig Nederlandse acts op Mondriaan Jazz staan is een feit. Het festival richt zich op een internationale programmering. In onze aanvragen hebben wij dat ook benadrukt. Zowel de gemeente Den Haag als het Fonds Podiumkunsten hebben die aanvragen laten beoordelen door commissies die zij ter zake kundig achtten. De opmerking van Pluimakers in zijn column dat de gemeente Den Haag aan Bindrabans lippen hangt is dan ook een belediging voor de deskundigheid van de commissie aldaar.
Bij de honorering vanuit het Fonds Podiumkunsten slaat hij de plank al helemaal mis. Die is namelijk in het kader van de regeling Internationalisering (Presentatie van buitenlandse concerten in Nederland). Het is wel al te zot om te verwachten dat met dat geld Nederlandse artiesten zullen worden geboekt.
Een ander aspect van zijn opmerkingen op dat vlak is ronduit zorgelijk. Reeds op 21 juni van dit jaar meldde Pluimakers op zijn facebook-pagina dat het Fonds Podiumkunsten heel veel geld in ons festival stak. Ik dacht destijds dat het een vergissing of een gok van zijn kant was. Pas op 5 juli kregen wij als organisatie vanuit het Fonds te horen dat het hierboven genoemde bedrag was toegekend. Hoe wist Pluimakers dat al twee weken van tevoren? Heeft een commissielid uit de school geklapt? Heeft Pluimakers hier misbruik gemaakt van zijn positie in Nederland?
Tenslotte en dan hou ik op over deze man: in eerste instantie was Pluimakers redelijk enthousiast over onze boeking van Art Ensemble Of Chicago op ons festival. Nu verwijt hij ons echter in zijn column dat wij slechts de nog levende leden van deze groep hebben geboekt. Hier moeten we echt schuld bekennen. We hebben nog een woordje gesproken met de poortwachter van de jazzhemel, maar deze bleek niet voor rede vatbaar. Noch Lester Bowie, noch Malachi Favors, noch Joseph Jarman kreeg toestemming om al was het maar voor alleen 12 oktober van dit jaar af te dalen naar de aarde. Sorry, Cyriel, dat had inderdaad beter gekund.
Henk Koolen (E-mail ) - 21-07-’19 09:53