5 x typical Benjamin Herman Tekst en beeld: Karen van Gilst Waar gaat Benjamin Herman van ‘aan’? De bekendste versie van dit nummer is van gitarist Dick Dale en is gebruikt in Pulp Fiction. Er zijn ondertussen duizenden fantastische uitvoeringen van. Ik vind het alleen bijzonder hoe Lynn Hope het nummer over een hele andere boeg gooit. Ik heb het idee dat hij heeft geluisterd naar de versie van Leo Fuld. Een geweldige Rotterdamse zanger die heel groot was in Amerika. Ook Fuld zijn arrangement van het nummer is anders dan normaal. Het is gek genoeg - en helaas - niet meer te vinden op internet."
Benjamin Herman viert dit jaar zijn vijftigste verjaardag en brengt ter gelegenheid daarvan drie albums uit. ‘Project S’ is na ‘Bughouse’ de tweede in die reeks en wordt 13 juli op North Sea Jazz Festival gepresenteerd. In de rubriek 5 x typical presenteert Herman vijf saxofoonnummers van anderen en legt uit waarom die tot zijn favorieten behoren.
“Op mijn computer staat een hele lijst met saxofoonliedjes. Dingen die ik bijzonder vind. Qua klank. Waar ik wat mee kan. Die gebruik ik ook vaak als ik masterclasses geef. Veel saxofonisten benaderen hun instrument namelijk op dezelfde manier waardoor alles ook heel erg op elkaar gaat lijken. Dat is iets van alle tijden. Als bepaalde saxofonisten in de mode zijn dan gaat iedereen dat kopiëren. Begrijp me niet verkeerd, mijn helden zijn echte jazzspelers zoals Coltrane, Rollins en Parker. Misschien die laatste nog wel het meest. Het zijn er te veel om op te noemen. Maar qua sound, hoe je een instrument benaderd, is er een hoop verschil te maken. Ik vind dat voor mezelf heel belangrijk."
Benny Carter - August Moon (Inspiratie voor Hermans cd ’Swing de Paris’ i.s.m. Robin Nolan)
"Een van de mooiste dingen die ik ooit op de saxofoon heb gehoord is bijvoorbeeld van Benny Carter. Een waanzinnige saxofonist met een heel eigen stijl. Hoe hij het thema van ‘August Moon’ speelt probeer ik alsmaar te imiteren. Hij gebruikt zijn saxofoon op een manier die je wellicht nog nooit gehoord hebt. Ik sloeg er zelf stijl van achterover. Dat iemand zo’n geluid uit een saxofoon kan halen…
Ik weet niet of het ligt aan de manier waarop het is opgenomen of de ruimte waarin het gespeeld wordt, maar zijn geluid klinkt bijna als een altviool en dat vind ik heel bijzonder. Elke keer als ik het nummer zelf speel - ik heb het ook opgenomen met Robin Nolan - doe ik mijn best om het te benaderen. Het thema uit dit nummer is op een gegeven ogenblik iets heel belangrijks voor mij geweest. Het is een uitdaging om te imiteren en ontzettend leerzaam.
Voor de rest vind ik het een vrij saai nummer. Je zou kunnen zeggen dat het draait om de eerste acht maten. Elke saxofonist raad ik aan hier naar te luisteren."
Hank Crawford - Don’t cry baby
"Nog altijd ben ik dankbaar voor een tip van David Sanborn. In een interview noemde hij ooit zijn favoriete track. ‘Don’t cry baby’ van Hank Crawford. Crawford zat in de band bij Ray Charles, was een ontzettende deugniet en hardcore stoner. Hij was een tijd lang populair en op een gegeven moment - hoogstwaarschijnlijk door de drugs - in de vergetelheid geraakt. Desondanks kwam Sanborn met dit stuk. Een fantastisch nummer waarbij Crawford lange pauzes neemt tussen wat hij wel speelt. Minder noten spelen. Ik probeer het al mijn hele leven voor elkaar te krijgen. Heel af en toe lukt het.
De meeste (alt)saxofonisten fiedelen over het hele ding. "Moet je eens horen wat ik kan." Zo gaat dat heel vaak. Een wedstrijdje ver pissen. Het mooie aan deze opname vind ik dat Crawford het tegenovergestelde laat horen. Het is onwijs cliché maar het is zo moeilijk om je in te houden als je in een opnameruimte staat en hetgeen je speelt wordt vastgelegd voor de eeuwigheid. Of op het podium met dat ding in je bek en mensen voor je neus die denken “Nou, ben benieuwd wat ‘ie nu weer gaat spelen…”. Je komt snel in de verleiding om alles uit je sax te gooien. Niets spelen in plaats van een heleboel noten, dat heeft een groot effect."
Lynn Hope – Miserlou
"Lynn Hope was een rock and roll saxofonist. Fantastisch. Hij speelt echt in een specifieke scene maar zijn versie van ‘Misirlou’ is heel leuk. Mysterieus. Anders dan zijn rock-achtige nummers speelt hij deze melodie zacht, luchtig, zonder vibrato. Te gek. Ik weet niet onder welk genre je dit zou kunnen laten vallen maar ik houd er heel erg van.
Fausto Papetti - La Regaza Con La Valigia (Inspiratie voor Hermans album ‘Project S')
"Fausto Papetti, ook een van mijn favorieten. Hij werd verguisd omdat hij niet improviseerde en tegelijkertijd miljoenen platen verkocht. Zijn muziek was een soort muzak voor bij de borrel. Je moet maar eens googelen op Fausto Papetti en albumcovers. Hij heeft honderden platen uitgebracht en speelde gewoon hits na. Ook in dit nummer wordt niet geïmproviseerd maar hoe hij de melodie blaast is prachtig. Er komt een twang-gitaartje in voor en een koor, orgeltjes, vibrafoon, celeste, de juiste bas, de juiste gitaar... en ondertussen speelt hij gewoon heel mooi saxofoon. Waanzinnig mooi geluid.
Naar dit soort dingen ben ik altijd op zoek. Leuke combinaties waar je je saxofoon in kan plaatsen zonder dat het meteen op allerlei anderen dingen gaat lijken.
James Chance & The Contortions - Contort Yourself (Inspiratie voor Hermans ‘Bughouse’)
"Uit de jaren ‘80 - downtown New York - komt ook een ander interessant figuur; James Chance. Vroeger speelde hij onder de naam James White and the Blacks. Lekker politiek incorrect.
Hoe Chance de saxofoon benaderd is ook vrij uniek. Hij speelde vrij slecht. Eigenlijk kon hij helemaal niet spelen maar dat vind ik er nu juist zo leuk aan. Hij maakt namelijk wel helemaal zijn eigen muziek. Een soort death disco. Een mix tussen punk, disco en oude swing en daar zong hij dan ook nog een beetje bij. Allerlei verschillende stijlen die normaal gesproken niet zo snel met saxofoon worden gemengd."
© Jazzenzo 2010