Fusion op North Sea Jazz verguisd én bemind
CONCERTRECENSIE. North Sea Jazz Festival, 7, 8 en 9 juli 2017
beeld: Karen van Gilst, Ron Beenen, Eric van Nieuwland, Ronald Rijntjes
door: Ron Holman
Vaste prik op North Sea Jazz Festival is de komst van muzikanten die in de jaren zeventig en daarna grote naam hebben gemaakt in de fusion, een genre dat lange tijd vooral bij jazzpuristen een besmette muziekstijl is geweest. Die vonden, bij de opkomst daarvan eind jaren zestig, het gebruik van elektrische instrumenten maar niks en zeker de kruisbestuiving met de pop en de rock werd verfoeid.
Fusion van onder meer Cory Henry, Herbie Hancock en Lee Ritenour op North Sea Jazz.
Vijftig jaar
Het album ‘Bitches Brew’ van Miles Davis uit 1969 wordt gezien als de bakermat van deze nieuwe vorm van jazz. Muzikanten die aan dat album meewerkten zijn nu grootheden: Chick Corea, Dave Holland, Wayne Shorter, Joe Zawinul (1932 – 2007), Jack DeJohnette en Herbie Hancock. Bijna vijftig jaar later bestaat het genre nog steeds, zijn er meer uiteenlopende kruisbestuivingen geweest en spreken we nu over bijvoorbeeld world fusion, jazz dance en smooth jazz.
In de Hudson-zaal speelden toetsenist Dave Grusin (84) en gitarist Lee Ritenour, beiden belangrijke vertegenwoordigers van de smooth jazz. De albums van deze mannen bevatten over het algemeen strak gepolijste kabbel-jazz, vaak voorzien van Braziliaanse of Zuid-Amerikaanse ritmes waarvan elk scherp randje is weggeslepen. Live is dat een stuk minder het geval en wordt er soms stevig gefunkt en krijgen de solisten de tijd om hun verhaal op te bouwen. En dat kunnen ze zeker want Grusin en Ritenour en de rest van de band, bassist Tom Kennedy en zoon Wes Ritenour, zijn muzikanten van grote klasse. ‘Mountain Dance’ met het klaterend piano-intro mag dus niet ontbreken.
Bassist Erick Coomes van Lettuce. Gitarist Valentijn Bannier van de band Koffie. Trombone Shorty.
De band Koffie gebruikt veel Afrikaanse ritmes en hun muziek is vooral gericht op het platspelen van de tent. Rekening houdend met het tijdstip van het optreden, ze openen de Congo-zaal op vrijdag, is dat een niet geringe opgave maar het lukt ze uiteindelijk wel. De in bontgekleurde kledij gestoken band heeft met frontman en gitarist Valentijn Bannier de juiste man daarvoor. Hij rent als een stier over het podium, geeft muzikale aanwijzingen en hitst tegelijkertijd het publiek op. De groep speelt veel werk van hun laatste album Huntu.
Funk
De relatief onbekende Amerikaanse groep Lettuce bestaat al twintig jaar en mag op vrijdagmiddag de Nile-zaal opwarmen voor grote artiesten als Grace Jones en Joss Stone later die avond. Onverstoord funken ze zich door hun repertoire heen, een soort kruising tussen de Average White Band en The Meters. Op den duur is de strakke zompige jazzfunk - met bassist Erick Coomes gekleed als een grunger op tropenvakantie - wat eenvormig, maar niemand in de zaal heeft daar moeite mee, het danst er lustig op los.
Toetsenist Bill Laurance. Cory Henry en Jacob Collier met Metropole Orkest. Bokanté.
Nog meer spetterende New Orleans funk is er in de vorm van Trombone Shorty. Een joelende menigte moedigt hem aan als hij tijdens een trompetsolo een noot minutenlang aanhoudt. Shorty beheerst de circular breathing techniek als geen ander. Sceptici vinden het te veel een acrobatenact, maar het blijft indrukwekkend om te zien en te horen.
Recycling
Herbie Hancock heeft voor zijn concert in de Amazon drummer Vinnie Colauita, bassist James Genus, gitarist Lionel Loueke en saxofonist, toetsenist en vocalist Terrace Martin ingehuurd. Hancock speelde al vaak op North Sea Jazz en uiteraard komen hits als ‘Chameleon’ en ‘Actual Proof’ voorbij. Toch presteert Hancock het om zijn nummers telkens een andere draai te geven, een soort recycling dus. Jammer is dat in het begin het geluid het laat afweten. De bas klinkt veel te wollig en ongedefinieerd en de drums van de toch al hard slaande Colauita, komen overal boven uit. De nuance is ver te zoeken en pas geleidelijk ontstaat er een redelijke balans.
Herbie Hancock en band. Chick Corea met Elektric Band en in duo met Béla Fleck.
Opvallend is de repertoirekeuze. Zo kiest Hancock voor het wat zoete ‘Come Running to Me’ van het album ‘Sunlight’ uit 1978 dat toentertijd door recensenten werd verguisd, onder andere vanwege het gebruik van de vocoder. Achteraf blijken er tal van interessante composities op het album te staan, belangrijk genoeg voor toetsenist Cory Henry om het nummer ‘I Thought it was You’ van datzelfde album met het Metropole Orkest te spelen.
Chick Corea treedt als Artist in Residence drie dagen op, onder andere met zijn Elektric Band met virtuozen als Dave Weckl op drums, Frank Gambale op gitaar, Eric Marienthal op verschillende saxofoons en Nathan East op bas als vervanger van John Patitucci, die optreedt met Wayne Shorter. East is natuurlijk een uitstekende bassist, maar toch mis je het karakteristieke spel van Patitucci. Het is elke keer weer een mirakel hoe de leden van de band de complexe muziek met schijnbaar veel gemak spelen. Uitsmijter ‘Got A Match?’ is daar een voorbeeld van: veel maatwisselingen, ingewikkelde unisono partijen en snelle omschakelingen naar jazz of latin. Petje af.
Jamiroquai. Usher and the Roots. Heidi Vogel van Cinematic Orchestra.
Toekomst
Fusion heeft zich zeker ontwikkeld in de laatste vijftig jaar, maar toch liggen de hoogtijdagen achter ons en grijpen al die grootheden van toen terug op de nummers die destijds veel indruk maakten. De fans in de bomvolle zalen vinden dat niet erg. Net als hun muzikale helden komen ze elk jaar weer terug. Er zijn nieuwe ontwikkelingen, zoals het project Yussef Kamaal, een duo dat helaas al uit elkaar is. Yussef Dayes speelde op North Sea met een nieuwe band waarin de mix van jazzrock met allerlei dancestijlen overeind is gebleven. Een concert dat naar meer smaakte. De fusion is dus niet helemaal doodgebloed. Door de komst van jonge talenten worden steeds weer nieuwe vormen bedacht. Gelukkig maar.
Gezien: Koffie, Lettuce, Dave Grusin & Lee Ritenour, Dhafer Youssef, Chick Corea Elektric Band, Herbie Hancock, Bokanté, Chick Corea & Bela Fleck, Jacob Collier & Cory Henry met Metropole Orkest en Yussef Dayes.
Recensie zaterdag en zondag:
- North Sea Jazz worstelend op zoek naar vernieuwing
door: Cyriel Pluimakers
Recensie vrijdag:
- North Sea Jazz eert de jazzklassiekers
door: Cyriel Pluimakers
De hoogtijdagen van de barok liggen ook achter ons en ook van de romantiek, het impressionisme, de swing, de bebop en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Al die stijlen worden, gelukkig, nog steeds gespeeld.
en de door puristen zo verafschuwde cross-over stijlen worden zo gevestigde stijlen. Dat is altijd al zo geweest. In de klassieke concertpraktijk is dat allang geaccepteerd. Waarom moeten er toch altijd weer dat soort kanttekeningen bij sommige muzieksoorten worden gezet in de zin van de 'hoogtijdagen', hip of niet, cool of ouderwets? Het is een probleem van diegenen die schrijvende over jazz. De muzikanten en het publiek maken zich er helemaal niet druk om. Behalve een paar gefrustreerde puristen hier en daar. Maar die zijn statistisch te verwaarlozen.
Addy Scheele (E-mail ) (URL) - 13-07-’17 00:06