Ambrose Akinmusire laat muziek klinken als een mantra
CONCERTRECENSIE. Ambrose Akinmusire Quartet, Bimhuis Amsterdam, 14 november 2016
beeld: Thomas Huisman
door: Jochem le Cointre
Het Bimhuis vult zich met talloze jazzfanaten en studenten van het Amsterdam Conservatorium om de Amerikaanse trompettist Ambrose Akinmusire aan het werk te zien. Zelfs de gangpaden zijn bezet, om vooral dicht op de band te zitten. Naast de trompettist bestaat het kwartet uit pianist Sam Harris, contrabassist Harish Raghavan, en slagwerker Justin Brown.
Sfeervol concert Ambrose Akinmusire Quartet in Bimhuis.
Het concert begint intiem met piano die rustige akkoorden neerlegt en een naar de juiste noten zoekende trompet waarbij het unieke geluid van Akinmusire meteen herkenbaar is. Een lang stuk met veel dynamiek volgt waarbij het weergaloze samenspel van contrabas en drums opvalt. Hun klank komt voort uit een soort bipolaire ritmiek; de twee spelen vrijwel nooit op dezelfde tel en toch creëren ze een nieuw ritme, een derde laag. Dat zorgt soms voor onrust en veel beweging. Raghavan en Brown schudden aan de fundering van wat een ritmesectie behoort te zijn en overstijgen daarmee de muzikale vorm waardoor ze nieuwe hoogten bereiken. Brown speelt in de traditie van Tony Williams en Elvin Jones. Raghavan is duidelijk geïnspireerd door Ron Carter en Charlie Haden.
Ook het daaropvolgende stuk is bedaard. De interactie ontstaat wanneer Brown, soms met de rug naar het publiek, met grote klappen op de toms of cymbles de band dwingt tot antwoord. Zo nu en dan zijn die muzikale statements misplaatst, maar het zorgt voor een grote spanning. Pianist Sam Harris speelt vrij, kiest zijn noten af en toe willekeurig maar wijdt al zijn aandacht aan timbre en structuur. Het puur ritmische laat hij over aan de bassist en drummer die dat fantastisch opvangen. Soms zijn Harris' solo's extreem onsamenhangend zoals bij een uptempo stuk waarbij zijn handen over de piano vliegen. Het geheel van de band houdt zijn spel bijeen.
Pianist Sam Harris, slagwerker Justin Brown, Akinmusire, en contrabassist Harish Raghavan (boven).
De melodieën van Akinmusire bestaan vooral uit lange noten over veranderende akkoorden. Zijn muziek is daarmee zoals een mantra: hypnotiserend. Toch missen zijn stukken (geen enkele compositie werd aangekondigd) daarmee de nodige contrast en samenhang. Zijn melodieën benadrukken meer een klankkleur dan een gezongen of gesproken verhaal. Maar dit euvel definieert wel zijn stijl: lyrisch in zijn eenvoud, treffend in zijn effect. Vooral in de solo's laat de trompettist horen wat voor contrast aan klanken en expressie hij in zijn mars heeft. Daarbij springt hij van hoog naar laag en komen alle soorten timbres langs: zacht, luid, met effect, of juist een heldere toon.
Door de stilte en vrijheid van Akinmusire's muziek groeide de ruimte voor het samenspel, en ook de ruimte voor de luisteraar om betrokken te raken. En dat deed vrijwel de hele zaal voor de volle twee uur dat het kwartet in het Bimhuis stond. Een inspirerend kwartet dat tot de top van de moderne Amerikaanse jazz behoort.