Jubilerend Jazz Middelheim vindt elan in onverwachte hoek
CONCERTRECENSIE. Jazz Middelheim, Antwerpen, 13 en 15 augustus 2016
beeld: Bruno Bollaert
door: Mischa Andriessen
Het moeilijkste en tevens meest wezenlijke in kunst en dus ook muziek is de uiterste consequenties durven trekken uit je keuzes en sowieso gericht keuzes maken, dingen niet doen, weglaten opdat de kern van wat je wilt zeggen naar buiten komt. Wat dat aangaat kreeg menig ensemble op Jazz Middelheim een pittige les van een regelrechte outsider: punkicoon Patti Smith. Bijna zeventig is de zangeres en nog altijd honderd procent geloofwaardig. Van haar energie, geestdrift, toewijding en vooral ook haar focus konden veel anderen die dit jaar op het affiche stonden het nodige opsteken. Bij Smith gebeurde alles met een duidelijke reden, terwijl bij sommige andere acts geregeld de vraag bovenkwam: waarom eigenlijk?
Punkicoon Patti Smith, Craig Taborn en Pharoah Sanders op het hoofdpodium van Jazz Middelheim.
Waarom heeft trompettist Avishai Cohen bijvoorbeeld twee drummers in zijn groep? Waarom stonden er bij Denardo Vibe zoveel mensen op het podium? Dat die vragen überhaupt bovenkwamen, was al een veeg teken, maar vervelender is het dat er geen tevreden stemmend antwoord op de vragen valt te geven. In muziek hoeft zeker niet alles te kloppen. Dat neemt niet weg dat elke keuze (en niet kiezen is ook een keuze) consequenties heeft. Soms duperen musici zichzelf door voor een bepaald format te kiezen.
Foefje
Zoals Avishai Cohen. Zijn nieuwe groep The Big Vicious was vorig jaar al tijdens het State X New Forms Festival in Den Haag te zien. Toen speelde de Israëliër nog met twee drummers en twee gitaristen. Inmiddels is een gitarist ingeruild voor een bassist, maar met een dusdanige voorkeur voor het hoge register en vervormende apparatuur dat hij vaak nauwelijks van een gitarist te onderscheiden was. The Big Vicious is een project dat kan, maar vooral ook nog moet groeien. De twee drummers werken bijvoorbeeld weliswaar prima samen, maar brengen slechts spaarzaam de ritmische gelaagdheid die je zou verwachten. Op grond van de bandnaam zou je ook denken dat het er vuig en gemeen aan toegaat. Ook dat is niet het geval. Het ruige randje is vooralsnog een dunne laag vernis, eerder een technisch foefje dan iets wat van binnenuit komt. Daardoor ontstaat ook niet het contrast dat Cohen voor ogen moet hebben gehad. Al dat extra geluid leidt zelfs af van spel. De trompettist is op zijn best wanneer hij zich niet hoeft te overschreeuwen. Hoe kleiner en kwetsbaarder des te persoonlijker en overtuigender.
Avishai Cohen met zijn band The Big Vicious. Drummer Denardo Coleman en trompettist Wallace Roney Jr. brachten met Denardo Vibe een ode aan Ornette Coleman.
Cohen dook later nog voor een gastrol op bij Denardo Vibe. Een groep gewijd aan Ornette Coleman geleid door diens drummende zoon Denardo. Een dergelijk eerbetoon lijkt usance te worden op Jazz Middelheim. Alleen vorig jaar al werden Ray Charles en John Coltrane geëerd en hoewel dat ten dele teleurstellende concerten waren, werd die beginnende traditie dit jaar voortgezet. Sowieso een hondsmoeilijke opgave. Hoe eer je Ornette? Door zijn muziek na te spelen of juist door alles helemaal anders te doen? Denardo Vibe koos vooral voor de eerste oplossing. Eerder op de dag had de drummer in een vraaggesprek met schrijver Ashley Kahn menigeen voor zich gewonnen met zijn bescheiden- en eerlijkheid. Op de vraag welke indruk het op hem had gemaakt om als twaalfjarige op een plaat van zijn vader bij Blue Note te debuteren, gaf hij het volstrekt plausibele antwoord: ‘geen.’
Je kunt je afvragen of iemand die vanaf zo’n prille leeftijd, jarenlang tot het absolute einde bij de muziek van zijn vader betrokken is geweest, de aangewezen persoon is om een oorspronkelijke visie op die muziek te geven. In elk geval gebeurde dat niet. Dat er geen heldere keuzes waren gemaakt, was al terug te zien in de vreemde samenstelling van de band. Een deel lag voor de hand. Denardo maakte samen met de bassisten Al Mcdowell en Tony Falanga lang deel uit van Ornettes laatste band. Zij waren van de partij net als voormalig Prime Time-gitarist Charlie Ellerbie. Tot zover kwam iedereen uit de Colemanstal, maar vervolgens werd het een stuk vager. David Murray? Ja, die studeerde bij Bobby Bradford die bij Ornette heeft gespeeld. Rene McLean? Nou ja, dat is natuurlijk de zoon van Jacky op wiens Old And New Gospel Ornette uitzonderijk als sideman optrad. Wallace Roney Jr? Abraham Burton? Geen idee eigenlijk. Het maakt op zich ook weinig uit. Burton is bijvoorbeeld een uitstekende tenorsaxofonist. Omgekeerd betoonde McLean zich maar een heel gemiddeld blazer, dan doet de stamboom er weinig toe. Het optreden had zijn momenten waarop de bloedmooie Ornette-melodieën ongestoord hun werk konden doen. Dat gebeurde meestal wanneer de helft van de groep de zijkant van het podium opzocht en zowel de muziek als de solist eindelijk konden ademen. Dat was het meest tragische van dit tribuut; dat Ornettes muziek die zo hartstochtelijk over vrijheid gaat, vertolkt werd als was het een jamsessie waarin iedereen moest knokken om gehoord te worden.
René McLean (Denardo Vibe). Patti Smith steelt de show op Jazz Middelheim.
Drummer Eric Thielemans bracht ook een ode aan Coleman. Hij koos voor de tweede optie, zo ver mogelijk van het origineel wegblijven. Het leverde een gedateerd klinkende soort noise-rock op, waarin soms een Ornette-melodie bovendreef. Lang niet zo interessant als de rest van Thielemans carte-blanche.
Overtuiging
Vreemd genoeg lukte het Patti Smith wel. De zangeres en dichter zei meteen al dat haar muziek weinig met jazz te maken had. Ja, ze improviseerde wel eens wat en ze houdt van vrijheid. Wie niet? Hoe dan ook, Smith en haar driemans band met onder meer Polar Bear drummer Seb Rochford en haar zoon Jackson op bas en gitaar, kregen wel een indringende versie van Colemans 'Lonely Woman' uit de speakers, zoals ze schijnbaar in een moeite door ook Prince en dichter Allen Ginsberg treffend eerden. Smiths wapens zijn haar authenticiteit en dat ze zowel intuïtief als doordacht te werk gaat. Ze vertilt zich nergens aan, ze vaart evenmin op routine. In haar hele set kwamen ongeveer net zoveel akkoorden voorbij als in een gemiddeld jazznummer, maar er waren op Middelheim nauwelijks jazzmusici die haar energie, felheid en overtuiging benaderden. Het publiek pakte dat massaal op: ‘We willen dansen, Patti!’ ‘Nou ga dan dansen.’
Het was even wennen, het idee dat je zelf iets te kiezen hebt, dat je mag doen wat je wilt, mag dansen ook als overal stoelen staan en iedereen braaf zit. En wie zich eerder had afgevraagd wat Patti Smith in hemelsnaam op een jazzfestival deed, stelde zich nu heimelijk een andere vraag: wat deden die jazzbands daar?
Dat is natuurlijk wat overtrokken, maar wie de eenvoud en bezieling, maar vooral ook de gevolgtrekking uit haar keuzes in ogenschouw neemt, ziet dat er in de jazz nog een wereld te winnen is. Of dat er een verloren is gegaan, de geest van rebellie, de geest van de jaren zestig.
De blazers van ICP Orkest. Percussionist Zakir Hussain trad op met saxofonist Pharoah Sanders.
Krijg je die terug door de schaarse helden van weleer die nog actief zijn te laten optreden? Natuurlijk stelde het ICP Orkest niet teleur, dat geenszins, maar het joeg ook niemand meer de schrik om het hart. Integendeel, de fijne Ellington-arrangementen leken wel voor een zwoele namiddag in Park Den Brandt gemaakt.
Vergane glorie
Pharoah Sanders was daarentegen toch wel enigszins vergane glorie. Goddank is dat geluid er nog, die onvergelijkbare sound op tenor die tot de allermooiste ooit behoort. En hij werkt weer harder dan een paar jaar terug toen hij er echt met de pet naar gooide. Maar die sound verbloemt niet meer dat de ideeën op zijn. Luister oppervlakkig en het lijkt nog wel wat, maar eigenlijk zegt het niets meer. Sanders gaf wijselijk de meeste ruimte aan pianist Joachim Kuhn en percussionist Zakir Hussain die met veel muzikale acrobatiek, wat oudemans grollen en soms een sprankelend moment het optreden net aan acceptabel maakten.
Craig Taborn bleef wel volledig overeind. Het publiek reageerde zo gretig dat het al applaudisseerde wanneer de pianist zich een tel bedenktijd gunde. Zeer geconcentreerd improviseerde Taborn een opvallend coherente set, waarin tal van motieven telkens weer in een andere vorm terugkeerden. Het wordt ook meer en meer zijn eigen muziek. Met hoekige repetitieve patronen en lossere passages. In de verte klonk soms verwantschap door aan Keith Jarretts door gospel geïnjecteerde vamps, terwijl je soms ook de invloed van stride piano en vooral ook Duke Ellington dacht te horen, maar het toucher en de opbouw van ritme en melodie is onmiskenbaar Taborn. De bescheiden, ingetogen Amerikaan is niet iemand die een zaal aan het revolteren brengt, maar ondertussen draait hij in zijn eigen muziek een kleine revolutie af.
Soloconcert Craig Taborn. Power Trio met David Murray, Geri Allen en Terri Lyne Carrington.
Les
Even hoopvol was het optreden van Power Trio. Onder die naam hebben rietblazer David Murray, pianist Geri Allen en drummer Terri Lyne Carrington zich verenigd. Met name Murray en Allen zijn krachtige, niet zelden ook drukke spelers. Goed dat ze daarom van een bassist hebben afgezien. Zo is er ruimte, komt iedereen optimaal tot zijn recht, daardoor kwam de doorleefde muziek direct binnen. Murray nam minder vaak dan gebruikelijk zijn toevlucht tot het ultrahoge register, klonk daardoor nog krachtiger, aardser en coherenter. Hij grapte over het feit dat hij met twee vrouwen op het podium stond, maar juist de interactie tussen Allen en Carington was fenomenaal. Murray leek er daardoor soms eerder bij te hangen dan dat hij de ster van het drietal was, hoe sterk hij ook stond te blazen. Allen was sowieso in gloedvolle vorm, wat een weelderige pianist is dat. Toepasselijk werd de set met 'Perfection' van Ornette Coleman beëindigd. Allen citeerde in een moordend tempo volop uit Ornettes imposante oeuvre, maar vergat vooral niet het juiste gevoel over te brengen. En zo klonk oude free jazz zoals ze is gedacht, vurig, vrij, geloofwaardig en indringend. Patti Smith ging er daarom niet in haar eentje met de eer vandoor, maar laat haar les geleerd zijn.
Lees ook: