Groeit North Sea Jazz het succes boven het hoofd?
CONCERTRECENSIE. North Sea Jazz Festival Rotterdam, 9 en 10 juli 2016
beeld: Eddy Westveer, Ron Beenen
door: Cyriel Pluimakers
De vooruitzichten voor de tweede en derde dag van North Sea Jazz 2016 zijn een stuk beter. Meer aandacht voor de echte jazz en meer innovatie in de totale programmering. Ook de traditie is zaterdag aardig vertegenwoordigd met toppers als Pat Metheny, Steps Ahead, Branford Marsalis en Enrico Pieranunzi.
Trio Scofield Mehldau Guilliana, contrabassist Henry Texier en zangeres Cécile McLorin Salvant op North Sea Jazz.
Het Jazz Orchestra of The Concertgebouw is sinds de artistieke leiding van Dennis Mackrel van internationaal niveau en beschikt over een ritmesectie die klinkt als een klok. Hammond-organist Dr. Lonnie Smith voorziet de bigband van een groove zonder weerga en de solo van trompettist Ruud Breuls op ‘Chelsea Bridge’ is een kunststuk. Sympathiek is ook het optreden van de jonge altsaxofonist Mo van der Does, winnaar van het Prinses Christina Concours.
Oerkracht
Veel jazzliefhebbers spoeden zich vervolgens naar de Madeira-zaal voor een optreden van de jonge tenorsaxofonist James Brandon Lewis. Met zijn energieke ritmesectie met bassist Luke Stewart en drummer Warren ‘Trae’ Crudup zet hij vanaf de eerste tel de zaal in vuur en vlam. Zijn indrukwekkende geluid doet denken aan John Coltrane en Albert Ayler, de grootheden van de jaren zestig. Waren de verwachtingen door zijn twee eerder op Okeh Records verschenen cd’s al hooggespannen, live komt daar nog een dimensie bij. Zijn improvisaties bezitten een unieke hoekigheid, zitten vol onverwachte vondsten en vormen ook nog eens een unieke vorm van topsport. Wat een oerkracht maakt de man los!
Dr. Lonnie Smith met Jazz Orchestra of The Concertgebouw. Esperanza Spalding. James Brandon Lewis Trio.
Bird Award winnares Cécile McLorin Salvant maakt alle verwachtingen waar. In een vijf kwartier durende adembenemende set laat ze de hele vocale traditie van de lichte muziek passeren. Ze refereert niet alleen aan Billie Holiday en de jonge Ella Fitzgerald, maar ook aan Judy Garland en Josephine Baker. Ook haar tweetaligheid maakt het mogelijk om niet alleen het Great American Songbook maar ook het Franse chanson voor het voetlicht te brengen. Haar trio onder leiding van pianist Aaron Diehl reageert alert en proactief op al haar vocale escapades. Met McLorin Salvant is de toekomst van de vocale jazz verzekerd.
Elling
Branford Marsalis gooide onlangs hoge ogen met zijn pas verschenen cd met vocalist Kurt Elling, een onverwachte combinatie die tot een schitterende muzikaal resultaat leidde. Ook live maakt hij dit helemaal waar. Elling lijkt een reïncarnatie van Frank Sinatra, maar voegt daar zijn eigen stijl aan toe. Het concert is smaakvol en de ritmesectie met pianist Joey Calderazzo, contrabassist Eric Revis en drummer Justin Faulkner is weergaloos. Marsalis en Elling genieten duidelijk van het succes van hun samenwerking. Een overtreffende trap vormt de toegift waarin ook zangeres McLorin Salvant toetreedt tot de band en Aaron Diehl achter de vleugel aanschuift. Spannende scats tussen de beide vocalisten zijn het resultaat. Een idee voor een volgende cd of tournee?
Pharoah Sanders. Branford Marsalis Quartet met Kurt Elling. Cécile McLorin Salvant.
De zondag van North Sea Jazz start in de Hudson zaal met een groot orkest rond componist en trompettist Michael Mantler. Al decennia behoort Mantler tot de smaakmakers op het gebied van cross-over projecten. Onder leiding van Christoph Cech wordt ‘The Jazz Composers’s Orchestra Update’ uitgevoerd. Prachtige en rijke collectieven, waarin ook de strijkers uitgebreid te horen zijn, vormen het resultaat. Trompettist Mantler krijgt aan het begin en einde een feature. Opvallend zijn de solistische prestaties van tenorsaxofonist Harry Sokal en de ronduit schitterende Wolfgang Puschnig die zijn altsaxofoon laat zingen en blèren.
Éminence grise
Contrabassist Henri Texier vormt een éminence grise van de Franse jazz. Bijna elk jaar weet hij de wereld te verbazen met een nieuwe opvallende productie. In zijn huidige ensemble Sky Dancers 6 treffen we in de frontline baritonsaxofonist François Corneloup aan en zijn zoon Sébastien op altsaxofoon. Zelden klonken blazers zo homogeen. Op gitaar treffen we de uit Viëtnam afkomstige Nguyen Lê aan, aan de toetsen de jonge Armel Dupas en achter het drumstel de superenergieke Louis Moutin. Vanaf de eerste noot is duidelijk dat hier een krachtige band staat die een statement wil maken. De composities vormen een soort suite opgedragen aan de Noord-Amerikaanse indianen.
Charles Lloyd. Het orkest van trompettist Michael Mantler. Brad Mehldau.
Tenorsaxofonist Charles Lloyd treedt op met pianist Jason Moran, contrabassist Reuben Rogers en drummer Eric Harland. De legendarische musicus, die ooit hét icoon vormde van de flowerpower jazz, is uitgegroeid tot een van de fakkeldragers van de spirituele muziek. Zijn spel is bijna religieus van karakter en zijn muzikale visie getuigt van een grote verbeelding. De rust die hij uitstraalt op het podium brengt de zaal bijna in trance en de capriolen van pianist Moran zorgen ervoor dat het concert nooit saai wordt.
Smaakmaker
Spiritualiteit vinden we ook terug in het optreden van Pharoah Sanders, ook zo’n icoon uit de jaren ’60 en ’70. Met zijn nog steeds grootse en meeslepende saxofoongeluid weet hij het publiek te verleiden, maar de smaakmaker vormt de uit India afkomstige percussionist Trilok Gurtu. Een persoonlijkheid die de percussie opnieuw uitgevonden heeft en zelfs met een emmer water meer muziek weet te maken dan menig ander op een hele set.
Weinig smaakvol is de afsluiter Scofield Mehldau Giuliana, een concert waarin het met name gaat om powerplay en waarin muzikale inhoud en emotie ver te zoeken zijn. Het zou de organisatie van North Sea hebben gesierd als het programma in de Hudson geëindigd was met iets innovatiefs, een nieuwe belofte voor de toekomst van de jazz. Een genre dat op North Sea helaas al jaren te weinig voor het voetlicht komt.
Pat Metheny en contrabassist Ron Carter. Drukte bij de ingang van Ahoy. Trio van pianist Enrico Pieranunzi.
Akoestiek
Maar liefst 70.000 bezoekers werden er de afgelopen drie dagen in de Ahoy gepropt, een complex dat inmiddels letterlijk en figuurlijk uit zijn voegen barst. Het is verleidelijk om voort te borduren op grote pop acts en bekende succesnummers. Maar het feit dat North Sea Jazz nog nooit zo snel uitverkocht was, geeft ook de mogelijkheid van een upgrade van de programmering en organisatie. Wat te denken van een thematische programmering, waarin bij elke komende editie telkens een land centraal staat? Het zou van artistiek initiatief getuigd hebben als de prachtige fototentoonstelling van Mariagrazia Giove vergezeld was van een drie dagen durende Italiaanse jazzprogrammering in de nabijgelegen Madeira-zaal met lekker eten in de foyer, door een authentieke kok bereid.
Het is goed om te horen dat het Ahoycomplex de komende jaren verbouwd zal worden, maar het is noodzakelijk om hierbij een verbetering van de akoestiek en de geluidsversterking in mee te nemen. Want het geluid is in een aantal zalen onverdraaglijk slecht. Het North Sea Jazz Festival heeft vooralsnog geen intenties om te verhuizen, maar verbetering van het huidige concept in de Ahoy is zeker op zijn plaats.
Gezien: Jazz Orchestra of The Concertgebouw with Dr. Lonnie Smith, James Brandon Lewis Trio, Cécile McLorin Salvant & Aaron Diehl Trio, Branford Marsalis Quartet with Kurt Elling (9/7). Michael Mantler ‘The Jazz Composer’s Update’, Henri Texier Sky Dancers 6, Charles Lloyd New Quartet, Scofield Mehldau Giuliana (10/7).
Lees ook:
- Recensie openingsdag: Maakt het North Sea Jazz Festival de juiste keuzes?
Volgens mij hoorde ik op NSJ ook een aantal Nederlandse musici. Maar misschien was dat een illusie..
:-)
Yonga Sun (E-mail ) (URL) - 11-07-’16 23:01
Voor innovatie moest je vooral in de wat kleinere zaaltjes zijn. Volga en Yenisei barstten uit hun voegen van het innovatieve talent, en trouwens ook van de bezoekers. Nederlands, maar ook Duits, Frans, Brits. Misschien de volgende keer ook eens daar gaan kijken?
Bert Lochs - 12-07-’16 00:30
Ben blij dat de prachtige foto'S va Mariagrazia Giove genoemd worden in de recensie. Die zijn net zo outstanding als de optredens van sommige topmusici. En het idee van landenpresentaties geeft natuurlijk meer aanknopingspunten.
Wim van Zon (E-mail ) - 12-07-’16 02:08
Ik heb vrijwel alle edities van het North Sea Jazz Festival meegemaakt en sedert het begin wordt er geklaagd over de programmering, want als er één bevolkingsgroep is die ouwehoert, dan is het wel een jazzliefhebber. Richtingenstrijd is inherent aan jazz. Chicago versus New Orleans, dixieland versus de oude stijl, hotjazz versus de dansbare jazz, swing versus bebop, east coast versus west coast of mainstream versus freejazz. Gepassioneerde jazzfans gingen ooit met elkaar op de vuist vanwege hun favoriete muziek. Puristen zijn van alle tijden en smaken verschillen. De Doelen liep ooit leeg wegens de elektrische piano in de begeleidingsband van Miles Davis tijdens het Newport Festival, de voorloper van NSJ en de pleuris brak uit toen Paul Acket James Brown boekte en later Earth Wind & Fire op het affiche zette. Menig jazzbandje zou zo’n blazerssectie willen, maar E W & F is pop en pop is geen jazz. Wat jazz is weet niemand. Er bestaat geen sluitende definitie van de muziek die al meer dan honderd jaar oud is. De hedendaagse jazz is een rijk palet aan verschillende stijlen en genres, beïnvloed door de actuele ontwikkelingen in de muziek en de maatschappij. Het oeverloze gemekker over het jazzgehalte van het NSJ en dat het in ‘s-Gravenhage allemaal veel beter was, komen mij zo langzamerhand flink de neus uit. Het wás in Den Haag niet beter dan in Rotterdam. Integendeel. Kleine, zweetzalen met slechte zichtlijnen. Zeshonderd treden naar het dakterras, zeulende colonnes in het eindeloze trappenhuis van de centrale hal en - zeker in het begin - een hopeloze geluidsversterking. De Bose-boxjes trokken het helemaal niet. In Ahoy zijn meer en comfortabele podia, dus het jazzaanbod is sowieso groter dan in Den Haag. Het is anno 2016 zelfs fysiek onmogelijk om alle ‘echte’ jazzacts op het festival te zien. Niemand kan er iets aan doen dat Duke Ellington, Ella Fitzgerald en Dizzy Gillespie nu in Het Grote Orkest spelen. Zijn Kenny Garrett en Chris Potter minder dan Lou Donaldson en Illinois Jacket? Gelul. Bovendien, veel artiesten van de eerste edities spelen nog steeds! De azijnpissers met hun zwaar gedateerde smaak hebben volkomen ongelijk. Het North Sea is het beste jazzfestival ter wereld. De trouwe aanhang, het zeer gemêleerde en internationale publiek is daarvan het bewijs. Dat de editie van 2016 al in januari was uitverkocht is tekenend voor de groeiende belangstelling. De jazz verjongt zich continu en dat typeert de grote kracht van het genre. En wat is er mis met het feit dat nieuwe luisteraars door de populaire acts op het festival geïnteresseerd raken in de voorlopers? Het dedain over het popgehalte doet daarnaast geen recht aan de kwaliteit van de optredende bands. In de Volkskrant van 14 juli 2016 wordt ook geprutteld over de geluidstechniek. Ik ga niet ontkennen dat het volume bij sommige concerten op NSJ (The Roots!) te hard was, maar het diffuse zaalgeluid bij Kamasi Washington - exponent van de talentvolle, nieuwe lichting - was geen gevolg van een onverantwoord geluidsniveau. De balans tussen het Metropole Orkest en de begeleidingsband was matig, het volume viel wel mee. De Volkskrant stelt dat de geluidskwaliteit het laatste jaar achteruit holt. Dat is onzin. De meeste concerten werden prima versterkt en ook in Den Haag was het geluid wel eens te hard (Statenhal). Dat journalisten geen aandacht aan dit fenomeen besteden is ook niet waar. Meerdere recensenten maakten, indien relevant, melding van een matige geluidskwaliteit. Het North Sea Jazz Festival onttrekt zich niet aan zijn verantwoordelijkheid. Overal zijn oordopjes verkrijgbaar en de ARBO-regels worden toegepast. Gehoorschade bij de jeugd is zeker geen gevolg van het festival, maar dat de kwaliteit van de geluidstechniek iets is om constant in de gaten te houden, staat als een paal boven water. Dan kan men nog gaan jammeren over het eten, maar de broodjes van Hans Worst waren dit jaar weer prima.
Hans Zirkzee (E-mail ) - 14-07-’16 23:22
Ik herken me grotendeels in de reactie van Hans Zirkzee. Ikzelf ga sinds 1981. Wat ik me van recensies kan herinneren uit die tijd en de vele jaren daarna is inderdaad over het algemeen de in mijn ogen te kritische noten, zelfs zure noten die werden gekraakt over het vermeende lage jazz-gehalte, en dan vooral te weinig Nederlandse jazz-groepen en avant-garde groepen en het programmeren van pop-acts. Als ik nu kijk naar de programmering van destijds vind ik die kritiek sterk overdreven. Acket programmeerde wel degelijk avant-garde, Nederlanders en potentieel nieuw talent. Voor iedereen zat er wat bij en er is helemaal niets mis met het trekken van een breder publiek met grote (pop?)namen om een festival rendabel te maken. Ikzelf bewaar warme herinneren aan Den Haag omdat ik daar mijn grote helden in het wild heb horen spelen en de meeste zalen wat karakteristieker waren, zoals inderdaad die tent boven op het dak of die 2 kelderzalen zonder stoelen. Met Ahoy heb ik wat dat betreft emotioneel gezien wat minder binding, voor de kwaliteit van de muziek maakt dat natuurlijk niets uit. In de jaren 80 was het geluid soms ook vaak slecht, puilden sommige zalen uit bij grote namen, moest je lang in de rij staan om naar binnen te kunnen en kon je je kont niet keren in de overvolle gangen. Het blijft altijd een persoonlijke keuze om je te begeven in die massa in ruil voor Pharoah Sanders, Branford Marsalis of Charles Lloyd, of losse avondjes in Bim-huis, Lantaren-Venster of North Sea Jazz-club.
Wat me in de laatste jaren opvalt is dat per zaal minder concerten worden geprogrammeerd. Daar staat tegenover dat de concerten doorgaans zeer op tijd beginnen en eindigen. De toegangsprijzen zijn al die jaren vrij goed in verhouding zijn gebleven.
En wat programmering op een jazz-festival betreft: ik heb een mooie plaat van Mahalia Jackson (pure gospel) live at Newport uit 1958. Eén van haar beste opnames
Gert-Jan Smit (E-mail ) - 28-07-’16 10:36