Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

De engelen van Dr. Lonnie Smith

INTERVIEW
door: Cyriel Pluimakers










"Ik musiceer op mijn gehoor, nooit van het blad."
Foto © Ton van Leeuwen.


Dr. Lonnie Smith gaf afgelopen week in Nederland vier concerten met het Jazz Orchestra of the Concertgebouw ter promotie van hun album 'I Didn’t Know What Time It Was’. Naar aanleiding van de concerten en de uitgave van de LP sprak Jazzenzo de Hammondorganist in Amsterdam.

Jonge god
In de onpersoonlijke lobby van het Amsterdamse hotel, zit een van de grootmeesters van de Hammond B3. Een instrument dat ooit in veel zwarte kerken het kostbare pijporgel verving, maar vervolgens het klankbepalende instrument werd voor de souljazz. Dr. Lonnie Smith is een broze oude man van 74 jaar, maar zijn ogen sprankelen nog als die van een jonge god. Met veel liefde vertelt hij over zijn vak en de mensen die hem geholpen hebben, die hij ‘angels’ noemt. 

“Ik begon als trompettist en speelde in een schoolorkest”, vertelt hij. “De meeste organisten starten met piano, maar ik dook meteen achter de Hammond. Ik musiceer op mijn gehoor, nooit van het blad. Eerst oefende ik bij een vriendje thuis en later mocht ik spelen in een winkel waar ze die kostbare instrumenten verkochten. De eigenaar, Art Kubera, vond het goed dat ik van ’s ochtends vroeg tot sluitingstijd achter de toetsen zat. Art was feitelijk de eerste ‘angel’  in mijn carrière, want hij gaf me het instrument op een gegeven moment cadeau. Hij besefte dat ik een Hammond nooit zou kunnen betalen, maar er wel mijn brood mee kon verdienen. 

Benson
De tweede ‘angel’ die ik ontmoette was gitarist George Benson. Hij werkte toen nog met organist Jack McDuff en had veel succes, maar uiteindelijk koos hij toch voor mij. We gingen meteen toeren en met zijn kwartet maakte ik twee mooie platen: ‘It’s Uptown’ en ‘Cookbook’. Jim Sibley was toen onze manager en hij regelde veel concerten.”











"Lange tijd speelde ik met George Benson op Hawaii, waar we een beperkt succes hadden." Foto © Ton van Leeuwen.


Op zijn 21e maakt Smith zijn eerste eigen plaat, nota bene voor het gerenommeerde Columbia. “Ik verdiende in die tijd mijn geld met het begeleiden van shows van go go girls en ik greep deze kans met beide handen aan. Altsaxofonist Lou Donaldson, ook weer zo’n ‘angel’, zorgde er vervolgens voor dat ik een contract kreeg bij het gerenommeerde Blue Note. Deze move vormde de definitieve start van mijn carrière: voor dit label maakte ik tussen 1968 en 1970 vijf platen: ‘Think!’, ‘Turning Point’, ‘Move Your Hand’, ‘Drives’ en “Live at Club Mozambique’. De laatste werd pas in 1995 uitgebracht. Ik mocht werken met allerlei toppers, zoals trompettist Lee Morgan, tenorsaxofonist David ‘Fathead’ Newman, baritonsaxofonist Ronnie Cuber en de jonge gitarist Melvin Sparks. Ook onder leiding van Lou Donaldson maakte ik een aantal platen. ‘Midnight Creeper’ werd zelfs een hit en de titeltrack hoorde je overal.” 

Overleven
De tweede helft van de jaren zeventig en de jaren tachtig zijn een moeilijke periode voor Smith. Door de toenemende populariteit van de elektrische piano en met name de opkomst van de synthesizer, raakt de Hammond uit de gratie. “Lange tijd speelde ik met George Benson op Hawaii, waar we een beperkt succes hadden. Het was echt overleven.” In de loop van de jaren negentig en met name aan het begin van de 21e eeuw beleeft het Hammondorgel een comeback. Souljazz is ineens weer hip en de authentieke sound van Smith wordt gekoesterd als een kostbare oldtimer. Hij maakt een viertal cd’s voor het avontuurlijke Palmetto-label: ‘Too Damn Hot (2004), ‘Jungle Soul’ (2006), ‘Rise Up’ (2009) en ‘Spiral’ (2010). 

Inmiddels is de cirkel weer rond: Don Was, de huidige baas van Blue Note, heeft Smith weer teruggevraagd en sinds kort ligt er een nieuwe cd in de schappen: ‘Evolution’. “Hij heeft het album ook geproduceerd en laat me spelen met allerlei fantastische musici, zoals saxofonist Joe Lovano, gitarist Jonathan Kreisberg, de trompettisten Keyon Harrold en Maurice Brown, pianist Robert Glasper en de drummers Jonathan Blake en Joe Dyson. Ook Don Was is zo’n ‘angel’ die mij geholpen heeft.

Droom
Lovend is de Hammondorganist tot slot over het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, waarmee hij een tournee door Nederland maakt ter gelegenheid van de uitgave van de lp “I Didn’t Know What Time It Was’: “Het is een fantastische bigband zonder zwakke plekken. Deze samenwerking is voor mij een droom die uitkomt, want nog niet eerder maakte ik een plaat in een dergelijke setting.”

Lees ook:


© Jazzenzo 2010