Fred Anderson - 21st Century Chase
DVD-RECENSIE
Fred Anderson - 21st Century Chase
bezetting: Fred Anderson; tenorsax, Kidd Jordan; tenorsax, Harrison Bankhead; bas, Jeff Parker; gitaar, Chad Taylor; drums. Speciale gast: Henry Grimes; bas.
opgenomen: 22 maart 2009
release: 2009
tracks: 4
tijd: 1.24.00 (DVD)
label: Delmark
website: www.myspace.com/fredandersonsax - www.delmark.com
door: Mischa Andriessen
Op tweeëntwintig maart van dit jaar werd Chicago’s lokale jazzheld Fred Anderson tachtig. Om dat te vieren organiseerde hij in zijn eigen club The Velvet Lounge een eerbetoon. Niet in de eerste plaats aan zichzelf, maar aan Eddie Harris die op de T-shirts van zowel Anderson als Jordan prijkt, aan Albert Ayler en diens bassist Henry Grimes die voor een nummer zijn opwachting maakt. Dan is er ook nog een ode aan een van de voormannen van de AACM Alvin Fielder. Voor alles is dit concert echter een hommage aan een legendarisch tenorduel. Dat tussen Wardell Gray en Dexter Gordon uit 1947 en getiteld ‘The Chase’.
Ondanks het pittige tempo in het ruim zesendertig minuten durende ‘21st Century Chase pt 1’, het puntige en prikkende gitaarwerk van Parker en de stevige drive van Bankhead en met name Taylor benadert dit tenorduel de tomeloze energie en fantasie van het voorbeeld nergens. Anderson en Jordan zijn beide blazers met een geweldige kracht en inzet, maar met een beperkt palet. Het zijn beide ook blazers die hun klassiekers kennen, zowel in de oudere als in de vrije jazz. Zo worden Ornette Coleman en John Coltrane geciteerd.
Hoewel de urgentie van de musici in hun houding en toewijding duidelijk wordt, kent het concert toch wel wat momenten waarop de aandacht van de kijker /luisteraar verslapt. Daar staan gelukkig sterke momenten tegenover; een intrigerende bassolo van de opvallend uitgedoste Bankhead bijvoorbeeld en nu en dan momenten waarop de twee tenoristen elkaar echt vinden in hun lange zoekende tweestrijd. Anderson is tachtig, Jordan vierenzeventig; de energie van die twee is voorbeeldig, maar hun spel is wel wat wollig. De noodzakelijkheid spreekt vaker uit de geestdrift waarmee gespeeld wordt dan uit wat gespeeld wordt en dus blijven de twee toch in de schaduw van al die geëerde voorbeelden steken. Wat natuurlijk geen schande is.