Juraj Stanik Trio – Wow
CD-RECENSIEJuraj Stanik Trio - Wow
bezetting: Juraj Stanik piano, Frans van der Hoeven contrabas, Joost van Schaik drums
opgenomen: juni 2014
uitgebracht: 19 september 2014
label: OAP Records
aantal stukken: 11
tijd: 53:58
website: www.stanik.nl - www.oaprecords.com
door: David Cohen
Pianist Juraj Stanik geldt sinds jaar en dag als een zeer gewild begeleider, maar heeft zichzelf ook geregeld als soloartiest bewezen. Een zacht, elegant toucher weet hij met grote vindingrijkheid en precisie aan de piano samen te smeden tot een persoonlijke benadering en stijl.
Dat is ook het geval op ‘Wow’, de derde plaat van zijn trio, die in april in het Bimhuis werd gepresenteerd. ‘Wow’ bevat een keur aan speciaal op de triobezetting toegespitste arrangementen van zowel standards als eigen werk.
Het album begint met drie eigen stukken. Hoewel Stanik na een krachtig startschot nog wat op zoek lijkt, is die aarzeling al gauw verdwenen; het licht dissonante titelnummer ‘Wow’ wringt en swingt. Het daaropvolgende ‘There We Go’ en ‘Construction’ zijn beide wat rustiger en geven Stanik de ruimte voor uitgebreide solo’s. Van der Hoeven is als begeleider op de contrabas in goede vorm, maar zijn solospel weet minder in vervoering te brengen. Het meest sprekend van Staniks vijf composities is het licht mijmerende ‘Summer Waltz’, met prachtig brusheswerk door Van Schaik.
Van Schaik bewees zich eerder op platen van Benjamin Herman (‘Café Alto’) en Toon Roos (‘Love Revisited’) als subtiel begeleider. Als lid van Staniks trio laat hij ook als solist krachtig van zich horen op Billy Stayhorns standard ‘Upper Manhattan Medical Group’. Ook op ‘The End Of A Love Affair’ (Redding) brengt zijn wat meer aanwezige spel het trio dichter bij elkaar. Andere standaardvertolkingen zijn een ietwat obligaat ‘If I Should Lose You’ (Rainger) en een fraai ingetogen uitgevoerd ‘Lament’ (Johnson).
Stanik sluit zijn nieuwe album af met een soloversie van ‘A Nightingale Sang in Berkeley Square’, die minder rauw, grillig en doorleeft klinkt dan Bud Powells vertolking uit 1951, maar juist aan kalmte en elegantie de voorkeur geeft. Hetzelfde geldt voor het hele album: ‘Wow’ biedt èrg veel ruimte en is èrg omzichtig.
De wegen van finesse boeten op een gegeven ogenblik aan kracht in, en de momenten waarop het hele trio de voorzichtige paden verlaat en gezamenlijk het vuur opzoekt, zijn zeldzaam. Niettemin biedt ook dit derde trioalbum van Stanik veel moois. De lichte swing van Werners ‘Compensation’, het snelle ‘Wow’ en de prachtige warmte van ‘Summer Waltz’ mogen spreken voor het rijke spel van een veelzijdige componist.