De kleuren van de Oriënt zijn nooit ver weg
CONCERTRECENSIE: Dhafer Youssef, Bimhuis Amsterdam, 17 april 2014
beeld: Maarten Mooijman
door: Kees Schreuders
Meteen bij opkomst wordt duidelijk dat Dhafer Youssef graag zijn publiek tegemoet komt. Joviaal wijst hij het staande publiek in het uitverkochte Bimhuis op de nog onbezette stoelen.
Dhafer Youssef met onder meer gitarist Eivind Aarset in een uitverkocht Bimhuis.
Youssef begon zijn prille zangcarrière ooit als muezzin. Dat is de man die bovenin een minaret zingend moet oproepen tot het gebed. Met zijn sprankelende persoonlijkheid en intense zang weet de Tunesiër het publiek dan ook meteen in te pakken en mee te voeren in het klankbeeld van de Arabische cultuur.
Zijn kenmerkende lenige falsetzang betovert. De nummers en fragmenten waarin de zang centraal staat, zijn überhaupt de meer ingekeerde en bezinnende momenten van de avond. Daar tegenover staan, min of meer in gelijke verhouding, de stukken waarin zijn oedspel centraal staat. Deze zijn opzwepend en bezwerend, waarin de invloeden uit rock en jazz manifest doorklinken.
Samen spelen
Dhafer heeft in zijn hele carrière al blijk gegeven van een avontuurlijke geest, door samen te spelen in allerlei combinaties van musici met diverse etnische en muzikale achtergronden. De kracht van Youssef is niet voor het compromis te gaan, maar voor de dialoog. De kleuren van de Oriënt zijn dan ook nooit ver weg.
Het repertoire van zijn laatste conceptachtige album ‘Birds Requiem’ staat deze avond centraal. Draait de cd meer om een zekere subtiele spiritualiteit, op het podium gaat het meer om expressief speelplezier. Naast het publiek weet hij ook zijn muzikanten tevreden te houden door hun voldoende tijd en ruimte te geven om hun momenten te pakken.
Kristjan Randalu, Dhafer Youssef, Philip Donkin en Ferenc Nemeth.
De Estse pianist Kristjan Randalu, de Engelse bassist Philip Donkin en de Hongaarse drummer Ferenc Nemeth vormen een aanstekelijke en stuwende ritmesectie. Met name Nemeth geniet en laat zich in de uptempo stukken flink gelden. Maar als een dirigent houdt Youssef de avond wel strak in de hand en staat hij met vingers in de lucht steeds klaar om af te tellen naar een volgende break.
De enige die zich aan dit alles onttrekt is de Noorse gitarist Eivind Aarset. Achterop het podium, verborgen achter een tafel elektronica geeft hij, als een soort Merlijn, waar nodig injecties en weeft hij ijle klanktapijten. Als een zonderlinge avonturier, steeds op zoek naar andere invullingen, klankkleuringen of een bijpassende subtiele drone.
Allerlei combinaties passeren instrumentaal, ritmisch, harmonisch en orkestraal de revue. De spanningsopbouw is degelijk gedoseerd met een goede afwisseling tussen bezinnend onderhuids en uptempo met avontuurlijk maatsoorten.
Wringen
Maar gaandeweg het concert wringt er toch iets waardoor de avond net niet gevleugeld wordt. Alle ingrediënten om het avontuur verder te verdiepen en op scherp te zetten zijn voorhanden. Maar Dhafer Youssef houdt iedereen erg graag te vriend en houdt de touwtjes om dat doel te bereiken strak in handen.
Het is natuurlijk heerlijk om te zien hoe met veel geestdrift gemusiceerd wordt en het publiek zichtbaar en hoorbaar een fijne avond heeft.Maar iets meer verassing en lef zouden de avond een magische glans hebben gegeven. Hier en daar de touwtjes wat wat meer speling geven en de randjes wat rafeliger laten. Maar een innemende persoon als Dhafer Youssef kun je dit moeilijk kwalijk nemen.
Interview Dhafer Youssef over het album 'Birds Requiem'.
Oktober 2013.