Jimmy Smith - Live in ‘69
DVD-RECENSIEJimmy Smith - Live in ‘69
bezetting: Jimy Smith; Hammondorgel, Eddie McFadden; gitaar, Charlie Crosby; drums
opgenomen: 1 december 1969
release: 2009
label : Naxos Jazz Icons DVD
tracks: 11
tijd: 90.00
websites: www.jazzicons.com - www.naxos.com
door: Mischa Andriessen
Voor de cameramannen die het Jimmy Smith Trio in 1969 in het Parijse Pleyel filmden, lag het geheim van de jazz klaarblijkelijk in de handen. Ze hebben ervoor gekozen om de drie musici die vlak naast elkaar op een rechte lijn staan, vooral van opzij in beeld te brengen en dan liefst in close-up; meestal niet van de gezichten (die wanneer ze wel in beeld verschijnen inderdaad maar matig expressief zijn) maar van de handen. ‘Niets zegt meer / over onze tijd hier dan onze handen,’ dichtte Graham Swift en in deze concertregistratie blijken de handen inderdaad niet alleen fascinerend om naar te kijken, maar lijken ze ook het verhaal van de muziek moeiteloos te kunnen vertellen.
Toen Blue Note baas Alfred Lion Jimmy Smith ‘ontdekte’ was hij zo begeesterd dat hij zijn vrouw vertelde dat hij met zijn label ging stoppen en roadmanager van Jimmy Smith werd. Zo zou hij de organist elke avond kunnen horen spelen. Smith had zich geruime tijd in een pakhuis teruggetrokken om de Bebopblazersloopjes naar de Hammond te transcriberen en toen hij naar buiten kwam, was hij een instant succes. Een goed verkopend artiest die tot leedwezen van de Lions werd weggekocht door Verve. Iemand ook die van meet af aan een zelfverzekerd baasje was. De bruuske manier waarop hij op zijn plaat “The Sermon” de jonge Lee Morgan tot de orde roept (een Hammond kan heel goed als een alarmbel klinken) is legendarisch, zeldzaam bot, maar ook uiterst effectief.
In de memoires van Cees Schrama komt Smith er niet zo best vanaf. Een gemakzuchtige geldwolf die overal een slaatje uit probeerde te slaan. Die kant komt in een concertopname natuurlijk niet in beeld. Een thuis uitgedokterde show is het wel die het drietal speelt. Crosby speelt een ondergeschikte rol. Het zijn McFadden (zeer overtuigend) en vanzelfsprekend vooral Smith die de show stelen met uitgekiend maar toch ook wel heel erg lekker spel. Het is soepel, het is vet. Gospel, blues, soul en jazz samen gekneed tot muziek die nooit vooruitstrevend of zonder vangnet is en soms op het randje van bezadigd, maar opnieuw uiterst effectief. De bluesen zijn ontroerend, de uptempo nummers opzwepend. Voor alles is de dynamiek is voorbeeldig; zelfs de slapste stukken hebben een drive die aanstekelijk is. Bij vlagen is het fenomenaal van het trio doet, met dat galmende, jankende orgel als aanjager van basale maar toch wel diep doorvoelde emoties. Je hoeft geen shots van het publiek of van de gezichten te zien om te weten dat dit concert in de roos was. De handen zeggen het. Met kracht.