James Blood Ulmer blaast Phalanx nieuw leven in
CONCERTRECENSIE: James Blood Ulmer Phalanx revisited, ’t Schuttershof Middelburg, 26 januari
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Het concert was nog maar net op gang of saxofoniste Lakecia Benjamin besloot toch maar haar oren te voorzien van gehoorbescherming. Het startvolume bij dit concert van James Blood Ulmer met zijn Phalanx revisited-kwartet was dan ook hoog.
Veteraan James Blood Ulmer met de jonge saxofoniste Lakecia Benjamin en basgitarist Mark Peterson.
En dat verstoorde de geluidbalans in eerste instantie wat. In combinatie met het wah-wahpedaal dat Ulmer continu gebruikte en de losse manier van aanslaan, waarbij wel eens een snaartje extra klonk, werd het gitaargeluid wat zompig en was, afgezien van de afgemeten funkriffs, soms matig te horen wat hij nu precies speelde. En dat wil je wel, want dit is toch een unieke gitarist.
Geïnspireerd door de vrije en alternatieve manier waarop zijn broodmeester Ornette Coleman in de jaren tachtig met melodie, ritme en harmonie omging, ontwikkelde Ulmer een volledig eigen stijl van gitaarspelen. Met de snaren in een open stemming slaat hij met de duim percussief aan en vindt patronen en harmonieën die soms bevreemdend en mystiek aandoen. En dan weer regelrecht uit het hart de blues verklanken.
Rechthoekig
Onvervalste rechthoekige funk klonk er en later steeds meer blues. In shuffles en wat zwaardere varianten. Bassist Mark Peterson en drummer Calvin Weston zetten het strak neer. Verstopt in die ogenschijnlijke rechttoe-rechtaanstukken zaten diverse verrassingen. Zo zette Peterson met Weston meerdere malen een beat op met een stevige slappartij, maar vormde die dan steeds meer om naar een complexe melodische begeleiding onder de patronen van Ulmer. En, ineens was daar een bijna balladachtig stuk.
De jonge saxofoniste Lakecia Benjamin, die haar muzikale vuurwerk al vertoonde bij Stevie Wonder, Alicia Keys en Macy Gray had tot dan toe, wat onwennig op de achtergrond, patronen gedubbeld. Of een spelletje gespeeld met het subtiel plaatsen van langere en korte noten. Maar nu greep ze haar kans en plaatste een krachtige, met veel gevoel gespeelde solo. Te lang mocht het niet ingetogen zijn, want daar pakten ze wat aanknopingspunten en gingen er in een volledige vrije en heftige improvisatie mee aan de haal. En weer terug.
James Blood Ulmer op het podium van 't Schuttershof met drummer Calvin Weston.
De carrière van de inmiddels 73 jarige Amerikaanse jazz - en blueslegende Ulmer kwam in 1971 in een stroomversnelling toen hij op pad ging met Art Blakey's Jazz Messengers, maar ook met experimentelere artiesten zoals Joe Henderson, Paul Bley, Rashied Ali en Larry Young. Hij toert nog uitgebreid langs de internationale podia. Deze middag stond dus ‘Phalanx revisited’ centraal, het album van de James Blood Ulmer & George Adams Group uit 1986. Medio jaren tachtig van de vorige eeuw zette Ulmer samen met tenorsaxofonist George Adams de band Phalanx op. Vrij, bij tijd en wijle hard, maar ook melancholisch en coherent.
Met de huidige tour brengt Ulmer een eerbetoon aan de in 1992 overleden George Adams. De Phalanx revisited-groep werd geformeerd om de muziek van toen terug te brengen en niet noodzakelijk de mensen. Uit die tijd kende Ulmer nog drummer Grant Calvin Weston. Hij wilde graag meewerken om deze muziek opnieuw te brengen, want hij had die al dertig jaar niet gespeeld. In Mark Peterson vond Ulmer de man die Amin Ali, de oorspronkelijke bassist uit de Phalanx band, kon vervangen. Met Peterson speelt Ulmer al vijftien jaar samen.
Solomomenten
Met een “Sit back and relax” kondigde Ulmer de solomomenten voor deze medemuzikanten aan. Terwijl de rest naast het podium plaatsnam, bouwden zij in hun eentje eigenlijk een hele compositie op. Benjamin liet steeds echo’s terugkaatsen en formuleerde daarop antwoorden waarin zij staccatopatronen, plokgeluiden en extatisch klimmende en dalende lijnen integreerde. Peterson tokkelde en schoof met een akkoordsequentie die hij via een aantal tussenpartijen over liet gaan in een steeds heftiger funkpatroon.
En Weston deed iets heel bijzonders. Hij bouwde zijn solo op door de roffels en patronen over de bekkens te ondersteunen met een razendsnel gespeeld basdrumpatroon. Toen dat eenmaal een denderende cadans had bereikt ging hij er over zingen, in een soort chant.
De voornaamste reden voor Ulmer om deze tour te starten is om zijn muziek beschikbaar te maken. Hij schreef alle muziek voor Phalanx en hij wil niet dat die vergeten wordt. Daar gaf hij een mooie invulling aan toen hij na twee uur spelen een enigszins abrupt einde maakte aan het optreden en een “we want more” werd gepareerd met: “We gonna give you more… on cd. We’ll stay at the stage, so you can buy yourself our cd, go home, listen to it and go to sleep”.