Een set noten die je niet verwacht
CONCERTRECENSIE. Anton Goudsmit, Harmen Fraanje, Rudi Mahall en Samuel Rohrer.
’t Schuttershof, Middelburg, 14 januari 2014
beeld: Eddy Westveer
door: Mischa Beckers
Anton Goudsmit begon dit concert met een zachte staccato cadans van een en hetzelfde gitaarakkoord. Pianist Harmen Fraanje en de Zwitserse drummer Samuel Rohrer kleurden heel bescheiden in. De Duitse basklarinettist Rudi Mahall keek en hoorde het ontspannen aan. Wat zou hij daaroverheen gaan spelen?
Rudi Mahall, Anton Goudsmit, Samuel Rohrer en Harmen Fraanje op het podium van 't Schuttershof in Middelburg.
Juist, een set noten die je niet verwacht maar op zo’n manier gebracht dat het de aandacht direct vasthield. Met een harde, soms scherpe toon die Mahall aan de basklarinet ontlokt. Dit is een muzikant die zich niet laat binden door conventies. Als een spons zoog hij op wat hij om zich heen waarnam en reageerde daarop, spontaan en intuïtief. En dat is niet altijd makkelijk in dit gezelschap. De meeste stukken op het programma waren van Fraanjes hand. Vaak korte aanduidingen, schetsen bijna.
Maar toch school er vaak een verraderlijke complexiteit in de schuivende en in elkaar grijpende ritmiek. Mahall deerde het niet. Die trok soms de wenkbrauwen op als dat wat hij hoorde niet overeenstemde met het briefje op de lessenaar, keek dan even bij Goudsmit wat gespeeld werd en serveerde een nieuw idee, wiegde zijn basklarinet als hoorde hij een walsje en ging vervolgens een pittig duel met Fraanje aan. Op de piano rolde een patroon van links naar rechts en ontsproten daar variaties aan. Steeds iets langer en dichter. Mahall zocht aanknopingspunten, dubbelde die of ging er een andere richting mee uit. Het leverde een mooi schouwspel voor zowel de ogen als oren op.
Soms impressionistisch meanderend en dan weer hoekig, schurend en abstract.
Rohrer, die onlangs nog hoge ogen gooide met een van zijn eigen ensembles in de finale van de BMW Welt Jazz Award 2013, is een drummer die niet direct de swing, de stevige beat of de groove opzoekt. Hij gebruikte zijn drumkit meer als ware het een palet met kleuren om te schilderen. Vaak reageerde de slagwerker op een piano– of gitaarpatroon door delen daaruit te accentueren met streken langs de bekkens, enkele tikken of korte roffels of ondersteunde hij melodische aspecten in plaats van het ritme aan te geven. Eigenlijk is dat wat heel veel gebeurde: inkleuren. Als Goudsmit en Mahall thematisch dicht naar elkaar kropen vulde Fraanje de ruimte harmonisch subtiel. En als Mahall en Fraanje meer verweven speelden zocht Goudsmit naar meer aankleding van de akkoorden.
Geen makkelijke muziek. Soms impressionistisch meanderend en dan weer hoekig, schurend en abstract. Dat vergt ook wat van het publiek maar dat bleef in Middelburg tot het eind geboeid door de intuïtieve en smaakvolle aanpak en invulling van deze vier muzikanten.
Anton Goudsmit, Harmen Fraanje, Rudi Mahall en Samuel Rohrer zijn vanavond, 16 januari, nog te zien in het Bimhuis.
...en ik maar denken "hoe zou het klinken zonder basklarinet, en hoe zou Harmen Fraanje klinken alleen achter de vleugel met een partituur van Debusy op de lessenaar en stond de versterker van Anton Goudsmit wel aan, en toen schoot het me te binnen de drummer speelde mee met Wolfert Brederode..."
Peter de Kam (E-mail ) - 16-01-’14 21:23