Jazz Middelheim 2013 schrijft verder aan eigen rijke historie
CONCERTRECENSIE. Jazz Middelheim 2013. Park den Brandt Antwerpen, 16 en 18 augustus 2013
beeld: Jos L. Knaepen, Eddy Westveer
door: Rinus van der Heijden
Jazz Middelheim 2013 is zondagavond groots afgesloten door Randy Weston’s African Rhythms Septet. In ruim anderhalf uur haalde de 87-jarige jazzveteraan de oorspronkelijke wortels van de jazzmuziek overhoop. Waarbij het vooral deugd deed weer eens jazzmuziek te horen die terugkeert naar de zuiverste bron, die van Afrika.
John Scofield Trio, Charles Lloyd Quartet en Randy Weston’s African Rhythms Septet stonden onder meer op het programma van Jazz Middelheim 2013.
En als die dan ook nog eens wordt gedolven door Randy Weston en zijn mannen, dan borrelen herinneringen op die gebouwd zijn op jaren waarin jazz in elk geval Afrika als basis had. En niet het bedorven stoofpotje, waaraan ‘jazzmusici’ als Jamie Cullum, Caro Emerald, Norah Jones of Ilse Huizinga zijn toegevoegd. In Weston’s African Rhythms Septet viert de vele eeuwen oude Afrikaanse polyritmiek hoogtij, maar ook de elementen die Afro-Amerikaanse jazz vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw vormden. In elk stuk dat het septet speelde, was sprake van ritmische verspringingen en een zich herhalend melodisch motiefje. Het gaf noot voor noot spanning en sensatie mee en sloeg onafgebroken bruggen tussen Amerika, Europa en Afrika.
Weston’s septet telde fantastische instrumentalisten met voorop altsaxofonist/fluitist Talib Kibwe, tenorsaxofonist Billy Harper en trombonist Robert Trowers. Bij geen van hen telde academische bedrevenheid, wel het vertolken van uit de ziel opwellende muzikale emoties. En subliem was uiteraard de leider zelf, die in een solo liet horen waar het bij de jazzpiano om gaat. Niet het afraffelen van op het conservatorium opgedane leerstof, maar het op de toetsen zoeken naar… ja, naar wat? In elk geval naar avontuur, naar door emotie gevoede bedachtzaamheid, naar een onbekende horizon, naar korte stiltes, naar onder het aftasten verborgen vulkanische kracht. En bovenal naar het Afrikaanse muzikale erfgoed. Weston’s concert werd er daarmee een van zinderende spanning en hoop voor de toekomst van de mondiale jazz.
Robin Verheyen
En dan was er ook thuisspeler Robin Verheyen. Een mens zou met een bezetting zoals de sopraan- en tenorsaxofonist op Jazz Middelheim rond zich verzamelde, doodnerveus worden. De keuze voor contrabassist Gary Peacock, pianist Marc Copland en slagwerker Joey Baron mag met recht een all-starbezetting worden genoemd. Maar Verheyen bleef er doodkalm onder, althans aan zijn spel af te horen. In een gekozen setting die het woord ‘kamerjazz’ alle eer aandeed, was zijn spel op vooral sopraansaxofoon uiterst afgewogen.
Randy Weston's African Rhythms Septet. Robin Verheyen en Gary Peacock.
Daarmee gaf de fortuinlijke Belg duidelijk het concept van het kwartet aan: jazz produceren, waarin elke noot zijn juiste waarde meekrijgt. Gecreëerd door Peacock met zijn staccato basspel, die zijn noten liet dansen met de flonkerende reeksen die Copland aan zijn piano ontlokte. Plus door Baron die strelendzacht donzen dekens over het groepsspel uitspreidde. Dit was bij de laatste wel eens anders, maar wellicht geldt dat voor alle vier.
Het maakt wel dat dit kwartet van een ongeëvenaarde klasse is, de kwalificatie ‘all-star’ meer dan waardig. Daar zal het ook wel aan gelegen hebben, dat de vier geen enkele moeite deden contact te maken met hun publiek: geen af- en aankondigingen, geen toelichtingen, niets van dit alles. Ruim voor aanvang was ook al aangekondigd dat fotografen niet welkom waren. (De foto’s bij dit artikel maakte Jos L. Knaepen tijdens de soundcheck, RvdH). Dit alles versterkte het gevoel van een zekere hoogmoed. Gelukkig maar dat tegen het einde van het concert, toen de tempi wat werden opgeschroefd, de menselijkheid ín de muziek meer op de voorgrond trad. Met name bij Joey Baron, die steeds al glimlachend zijn eigen spel en dat van zijn medemusici begeleidde, maar in deze slotfase extatisch alle remmen losgooide. Het deed hem zichtbaar goed.
Robin Verheyen, Gary Peacock, Marc Copland, Joey Baron. John Scofield Trio met Steve Swallow en Bill Stewart.
Er was nog een all-starbezetting geprogrammeerd: het concert van gitarist John Scofield, basgitarist Steve Swallow en slagwerker Bill Stewart. Scofield en Swallow waren uiterst aan elkaar gewaagd: beiden begaven zich vrijelijk op elkaars terrein, waardoor het kon gebeuren dat Swallow gitaristisch achter Scofield aanzat en híj met slagwerker Stewart voor ritmische explosies zorgde. Juist in dat ritmische aspect schuilt de kracht van Stewart. En omdat die als vanzelf wordt opgenomen in het uitgesponnen spel dat de melodicus Scofield zo kenmerkt, tekende het trio voor een uniek optreden. Waarin zelfs de afgekloven klassieker ‘In A Sentimental Mood’ in vuur en vlam werd gezet.
Anthony Braxton
Vanuit de verste en duisterste hoeken van de geïmproviseerde muziek was rietblazer Anthony Braxton naar Jazz Middelheim gekomen. Met een kwartet dat de geheimzinnige naam Diamond Curtain Wall had meegekregen. Braxton behoort tot de meest vrije van de nog levende uitvoerders van ongelimiteerde improvisaties. Hij maakte heel bewust de geboorte van de free jazz en aftakkingen ervan mee en deed er zijn voordeel mee. Om uiteindelijk bij een stijl uit te komen, die nauwelijks te beschrijven valt. Ook niet voor hemzelf, want zijn partituren hebben aan notennotaties niet genoeg. Ze bestaan voornamelijk uit grafische patronen, die een eigen taal uitdrukken.
Anthony Braxton Quartet met onder andere Erica Dicker.
Het behoeft geen verdere uitleg dat de muziek die daaruit voortkomt voor fijnproevers is. Vaak bestaat zij uit onneembare vestingen van geluid, volstrekt dichtgemetseld door de sopraan-, sopranino- en altsaxofoon plus basklarinet van de leider en voorts door kornet, bugel, bastrompet, trombone, viool, tuba en nog eens sopraan-, sopranino- en altsaxofoon van zijn bandleden.
Soms wentelde de muziek van het Diamond Curtain Wall Quartet zich in symfonische passages, maar die werden altijd voorafgegaan én gevolgd door onwrikbare exercities van de groepsleden afzonderlijk. De ene keer verhief de tuba zich, dan weer de viool. Intrigerend was een passage waarin trompet, trombone en sopranino zich teweer moesten stellen tegen de steeds verder oprukkende sopraansax van Braxton, met in zijn kielzog de viool. De tuba blies hier schijnbaar achteloos een afwijkende solo tussendoor. Het concert werd ermee één lange akte van uithoudingsvermogen.
Bill Charlap. Het project 'Lobi' van slagwerker Stéphane Galland met onder andere fluitist Magic Malik.
Een grotere tegenstelling dan die tussen Braxton en pianovirtuoos Bill Charlap is niet mogelijk. De Amerikaan leidt een trio, dat The Great American Songbook op de werkbank legt en hamerend en beitelend de belegen stukken eruit, tot nieuwe vormen boetseert. Zoals gebeurde in bijvoorbeeld ‘Somewhere Over The Rainbow’, ‘Sophisticated Lady’ en ‘I’ll Remember April’. Drie keurig in pak gehesen muzikanten, die de klassieke jazz alle betekenissen van het woord meegeven. Charlap is een fantastische pianist, is subtiel in zijn toucher en trefzeker als de muziek verglijdt naar medium-tempi. Maar waar bij Braxton elke noot onvoorspelbaar is, zijn ze bij het Bill Charlap Trio slechts consumptief. Muziek om met een grote lepel naar binnen te werken.
Stéphane Galland
‘Lobi’ is de naam van een project van slagwerker Stéphane Galland. Het betekent in het Lingala (een Bantoetaal) zowel ‘gisteren’ als ‘morgen’. Stéphane Galland vangt er verleden, heden en toekomst van zijn muziek onder. Bovendien doet hij dat door musici uit allerlei windstreken samen te brengen, henzelf hun muzikale wortels te laten vertellen en die te mengen met eigentijdse ontwikkelingen binnen de improvisatiemuziek.
Evenals bij Randy Weston lagen ook hier nadrukkelijke accenten op ritmes. Binnen ‘Lobi’ werden ze uitgespreid over wonderschone melodieën uit voornamelijk het Verre- en Midden-Oosten. Fluitist Magic Malik vervulde hier een hoofdrol, met zijn instrument en ook zijn indringende, hoge falsetstem.
Charles Lloyd, Eric Harland en Jason Moran.
Na vijf jaar was saxofoonlegende Charles Lloyd weer terug op Middelheim Jazz. Vijfenzeventig jaar inmiddels, maar die leeftijd hindert hem nog steeds niet in zijn muzikale ontwikkeling. Lloyd is de man die de stortvloed van de free jazz in de jaren zestig aan zich voorbij liet gaan en zich toen al bezighield met de verkenning van de ‘zachte’ kant van de tenorsaxofoon. Die heeft hij na ruim een halve eeuw uitgebouwd tot een torenhoog monument. Maar ook de andere gebieden van de tenorsax zijn bij hem in uitstekende handen. Soms, met name bij de begintonen van bepaalde stukken, meende je toch echt de invloed van John Coltrane te horen, met opbouwende stijgende en dalende notenreeksen. Maar al snel trad Charles Lloyd weer in zijn eigen voetsporen.
Binnen het kwartet was Lloyd waarlijk de leider, maar in de triogedeelten leidden de anderen zichzelf even overtuigend. Gelukkig klonk met enige regelmaat in snellere passages de echo van de jaren zestig. Met andere woorden: die van de vrije jazz. Gelukkig maar, anders was het saai geworden. Maar met Charles Lloyd, die ingehouden in een ballad, en joyeus in de medium- en –uptempostukken onafgebroken de volle aandacht opeiste, was ook hier sprake van een prachtig concert.
Artist in residence Tigran Hamasyan gaf onder meer een duoconcert met Trilok Gurtu
Gurtu/Tigran
Het duo-optreden van percussionist Trilok Gurtu en pianist Tigran Hamasyan bleek er vooral een van uitdaging en dialoog. De piano was de ene keer melodie-instrument, dat nauw aansloot bij de percussie van Gurtu, om een andere keer tegenritmes bij het spel van de percussionist neer te leggen. Tigran zong ook, met invloeden van Brazilië tot India. Dit continent was overigens manifest aanwezig tijdens dit concert. Als twee scattende zangers haalden zij zowel de Westerse als Indiase muziekculturen overhoop. Dat ging in een steeds verder opgevoerd tempo, dat tenslotte eindigde met Trilok Gurtu achter zijn uitgebreid slagwerkinstrumentarium en een ten onder gaand stem’geplop’ van Tigran.
Jazz Middelheim 2013 trok achttienduizend bezoekers over vier dagen. Het maakte dat in vergelijking met het topjaar 2012 (toen togen twintigduizend mensen naar Park Den Brandt), zowel het podium als de eet- en drinktenten beter toegankelijk waren. En dat vrijer en ruimer kon worden genoten van opnieuw een gedenkwaardig festival.
Zie ook:
Het was Bill Saxton en niet Billy Harper bij Randy Weston
Martin Rohde - 21-08-’13 12:44