Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Jeroen de Valk veegt de stront van standbeeld Chet Baker

BOEKBESPREKING
door: Mischa Andriessen







Jeroen de Valk – Chet Baker, herinneringen aan een lyrisch trompettist

Uitgeverij van Gennep
312 pagina’s, prijs: 19.90 euro, isbn 9789055158782

“Herinneringen aan een lyrisch trompettist”. In de ondertitel van Jeroen de Valks herschreven Chet Baker biografie klinkt al heel veel door van wat de auteur met zijn boek beoogt. In de eerste plaats gaat het De Valk om de muzikant en niet de junk. Om de jazz en niet om de schandalen. De toevoeging ‘lyrisch’ geeft bovendien aan dat De Valk gecharmeerd is van een bepaald type jazz; Baker is de anti-macho, wars van effectbejag en spierballenvirtuositeit. Tenslotte maakt dat woord ‘herinneringen’ duidelijk dat De Valk Baker lang heeft gevolgd, dat hij hem van dichtbij heeft meegemaakt en zich bijzonder heeft ingespannen om zoveel mogelijk oog-en oorgetuigen te horen en hun ervaringen in zijn boek te verwerken.

De reden daarvoor is tweeledig: in de eerste plaats is De Valk een diep bewonderaar. Bovendien heeft hij het als zijn taak opgevat om zoveel mogelijk onwaarheden over Baker te ontkrachten. Na het verschijnen van de eerste druk zijn meer Baker biografieën verschenen, waarin enkele het met de waarheid niet zo nauw namen. De Valk veegt met deze uitgebreide heruitgave als het ware de duivenstront van het standbeeld van zijn held.

De bewondering van De Valk voor Baker is bepaald niet blind. Hij ontkent niet dat Baker door zijn levensstijl een wisselvallig muzikant was. Hij wil dat imago echter graag nuanceren. Tot vlak voor zijn dood gaf Baker nog bewonderenswaardige concerten. Het beeld dat vooral in Amerika bestaat dat bij Baker het beste er al heel vroeg van af was, is volgens De Valk pertinent onjuist en hij wordt daarin bevestigd door muzikanten en promotoren die tot het laatst toe met Baker hebben gewerkt.

De Valk komt meer dan goed beslagen ten ijs. Hij maakt de indruk alles te hebben gelezen wat er over de trompettist geschreven is en alle opnames te hebben beluisterd die er van Baker circuleren. Zoveel expertise herbergt ook een gevaar. De biograaf kan zich gemakkelijk in de details verliezen. Hier heeft de veelheid aan informatie echter een functie. Aan de beschrijving van chaotische leven dat Baker heeft geleid, voegen al die onbelangrijk lijkende namen van muzikanten met wie de trompettist op een blauwe maandag heeft gespeeld, een treffende sfeer van weemoedigheid toe. Bijna alles en iedereen lijkt inwisselbaar. Baker kan zich vaak al kort na een sessie niet herinneren met wie hij gespeeld heeft. Zakelijk inzicht of  een huisapotheek zijn belangrijker aanbevelingen dan muzikaal vakmanschap, zo lijkt het soms, al weet Baker precies wie hij wel en niet wil.

Tegen wil en dank werd Baker een mythe. Een van de mooiste mannen van de jaren vijftig lachte zelden naar fotografen. Deed hij dit wel dan openbaarde zich het zwarte gat van een missende voortand. Later zou hij al zijn gevoel voor decorum verliezen. De mythe die Baker is geworden, is voor een belangrijk deel het werk van biografen. James Gavin bijvoorbeeld deed er alles aan om Bakers leven en vooral zijn dood met verdachtmakingen te omgeven. De Valk is de nuchtere observant die de indianenverhalen kent en ze wil ontzenuwen.

Het maakt zijn boek minder sensationeel, dat is de prijs die je voor het benaderen van de waarheid betaalt. Juist dat alledaagse doet Baker recht. Hij was een zeer getalenteerd trompettist wiens leven ontaardde en die er meer nooit echt greep op kreeg. Zijn prestaties kwamen niet dankzij maar ondanks de drugs tot stand en als alle besognes en lichamelijke kommer en kwel hem niet in de weg zaten, speelden hij bij moment de sterren van de hemel.

Dat verbazingwekkende vermogen om door alle beperkingen heen muziek te maken die vooral op emotioneel niveau het publiek wist te raken, dat was zijn grote kracht. Zijn onconventionele techniek en muzikaal inzicht zijn hem vaak nagedragen, zoals laatdunkend is gedaan over zijn zangkunsten, zijn notoire onbetrouwbaarheid en zijn verloederde voorkomen. Iemand die een rasmuzikant als John Engels vele jaren na de dramatische val uit een hotelkamer op de Amsterdamse Zeedijk nog altijd tot tranen toe weet te raken alleen door herinneringen op te halen, zo iemand beschikte dan toch zeker over een heel bijzonder talent. De Valk hoeft geen enkel detail dikker aan te zetten om die vaststelling onaanvechtbaar te maken.  

-


© Jazzenzo 2010