Geïmproviseerde muziek met verhalende inhoud
CONCERTRECENSIE. Doek Festival # 11, Bimhuis Amsterdam, 4 mei 2013
beeld: Charlie Crooijmans
door: Jan Jasper Tamboer
Geïmproviseerde muziek heeft wel degelijk een verhalende inhoud en koerst ook ergens op aan. Dat bleek wel weer bij een groepsimprovisatie op het podium van het Bimhuis bij het Doek Festival, het jaarlijkse hoogtepunt van muzikantencollectief Doek, dat zich internationaal hard maakt voor improvisatie in de toonkunst.
Oscar Jan Hoogland, Tobias Delius met Available Jelly Big Band, en Okkyung Lee (Trio De Joode) stonden op de zaterdag op het podium tijdens het Doek Festival.
Het trio met pianist Achim Kaufmann, rietblazer Frank Gratkowski en bassist Wilbert de Joode is een al jaren bestaand ensemble. Dat werd voor de gelegenheid aangevuld met Okkyung Lee op cello, Tony Buck op slagwerk en Richard Barrett, elektronica. Dit gezelschap heeft heel wat te vertellen. Bestaande uit gelouterde improvisatoren gaan zij een intensieve communicatie aan met elkaar en met het publiek. Het verhaal ontwikkelt zich aanvankelijk moeizaam, maar wel gestaag. De levendigheid neemt toe, samen met de beweeglijkheid en het volume. Er ontstaat iets van een plot.
Als je denkt dat het stuk wordt afgesloten, opent zich een nieuw perspectief. Er ontwikkelt zich een andere vertellijn, een van betrekkelijke verstilling. Barrett tovert lyrische tonen uit een kastje. De muzikanten nemen de leiding steeds van elkaar over op een natuurlijke, organische wijze. Niemand zit een ander in de weg.
Eenheid
Het ensemble vormt zo een volstrekt ongekunstelde eenheid. Gratkowski bijvoorbeeld neemt de vrijheid voor een bezielde solo op altsaxofoon, waarbij de modderige klanken van ver lijken te komen, maar dicht bij het publiek landen. Zo komt iedereen aan bod, met een prachtige bijdrage door celliste Lee, die excelleert in een bezwerende solo op haar instrument.
Achim Kaufmann. Frank Gratkowski en Wilbert de Joode. Han Bennink.
De avond was geopend door het duo Oscar Jan Hoogland en Han Bennink. Hoogland speelde nu eens niet op zijn vertrouwde clavichord, maar op een gewone vleugel, een geprepareerde, dat dan weer wel. Bennink nam zowaar plaats achter een compleet drumstel, in plaats van alleen een snaredrum.
Hoogland komt letterlijk het podium op gerend, wat een dadendrang. De twee produceren enkele geluiden om de toeschouwers de oren te laten spitsen voor hun dadaïstische samenwerking. Ze gaan soms met elkaar mee in hun vrije klankspel, maar net als je je daar comfortabel bij gaat voelen, stoten ze elkaar weer af. Het optreden is kort maar hevig, met oerkreten van Bennink.
Hoogland speelt een olijk salonmuziekje als het podium wordt klaargemaakt voor het volgende optreden. Bij de geluiden die even later gepaard gaan met het changement zegt bassist De Joode: "Dit is eigenlijk al muziek." Het is tekenend voor de ruime blik van de improvisatoren.
Available Jelly Big Band met trompettist Thomas Johansson en saxofonist Michael Moore.
Het duo Hoogland/Bennink opent ook de tweede set, na de pauze. Nu met de toetsenist op zijn elektrische clavichord en Bennink op snaredrum. Hoogland gaat in de weer met een melkklopper en plastic materiaal, terwijl Bennink zijn lenigheid nog maar weer eens demonstreert. Het optreden eindigt in complete anarchie als de drummer zijn instrument en kruk omver gooit.
Huisband
Als slotact staat Available Jelly Big Band op het programma. Met vijf leden van de Stichting Doek in de gelederen, mogen zij de huisband van het festival worden genoemd. Tot verbijstering van velen spelen de muzikanten een groot deel van hun muziek van blad. Gelukkkig wordt er ook geïmproviseerd, vooral in de solo's. Met twee bassisten en twee drummers is de ritmesectie royaal bedeeld, de anderen zijn allemaal blazers. Het stel kan enerveren, verstillen en wat daartussen zit. Die vellen papier met noten zij ze dan maar vergeven.