Hidden Orchestra: repeterende en gestapelde motieven
CONCERTRECENSIE: Hidden Orchestra, LantarenVenster Rotterdam , 14 april 2013
beeld: Maurits van Hout
door: Kees Schreuders
De Schotse multi-instrumentalist, componist, producer, sounddesigner en radiopresentator Joe Acheson is de bezielende kracht achter Hidden Orchestra. Zijn manier van werken is z’n digitaal gecomponeerde nummers door geschoolde musici in de studio in te laten spelen.
Trompettist Phil Cardwell, violiste Poppy Ackroyd en Joe Acheson, de bezielende kracht achter Hidden Orchestra.
Zo ontstaat een klankbeeld van orkestrale elektronica in combinatie met live-instrumenten. Twee drummers (Tim Lane en Jamie Graham) zijn er nodig om de vele gestapelde, digitale beats live te kunnen spelen. Ritme en structuur vormen sowieso de nadrukkelijke hartslag en drive. De heren zitten dan ook letterlijk links en rechts vooraan op het podium.
Acheson is een muzikale omnivoor en haalt zijn idioom uit de grensgebieden tussen klassiek, triphop, ambient, jazz en drum ’n bass. Tevens blijkt hij een verzamelaar van geluids- en klankfragmenten. Elk nummer begint met gesamplede fragmenten van bijvoorbeeld natuurgeluiden of een dialoog uit een film.
Blindenschool
Karakteristiek is wellicht het verhaal hoe hij als radiodocumentairemaker in aanraking kwam met een Finse blindenschool, waar kinderen door klank hun omgeving aftasten. Met geluidsfragmenten uit die documentaire bouwde hij de compositie ‘Vainamoinen’ op.
Acheson staat als een knopjesfetisjist achter een console met veel elektronica en speelt bas met een batterij aan pedalen. Naast hem de klassiek geschoolde en delicaat spelende Poppy Ackroyd op viool en keyboard. Het kernkwartet wordt live wisselend aangevuld met gastmusici. Deze avond is dat trompettist Phil Cardwell.
Jamie Graham. Hidden Orchestra. Phil Cardwell en Poppy Ackroyd.
De gelaagde symfonische composities zijn veelal opgebouwd uit repeterende thema’s en motieven. Dit in combinatie met de diep- en vetklinkende bas, klankvervormingen en de ongedurig ratelende gebroken ritmes vormt een filmische wall of sound. Die je bijna bezwerend meeneemt in een dans van weidse melancholie en door het altijd nadrukkelijke ritme nooit langdradig wordt.
Omdat er relatief veel muziekpartijen en instrumenten uit de samplemachine komen is er weinig ruimte voor improvisatie. Na een aantal nummers wordt de opbouw van de stukken herkenbaar; eenvormigheid ligt dus op de loer.
Overtuiging
Soms vraagt het dan ook om iets meer overtuiging van de muziek om als publiek deelgenoot te blijven. In nummers als ‘Wandering’ en ‘Seven Hunters’ lukt dat zonder meer. De ene keer door de energiek stuwende ritmes, de andere door een pakkende melodie die door de viool over de orkestratie heen worden gespeeld.
Op andere momenten wordt het wat voorspelbaar. Er wordt met veel inzet en bevlogenheid gemusiceerd en bij vlagen is het hypnotisch, maar na anderhalf uur begint zich toch eentonigheid af te tekenen.