STORM!: een nieuw festival met lef
CONCERTRECENSIE. STORM! CC De Grote Post, Oostende (België), 5 & 6 april 2013
beeld: Tom Leentjes, Johan Van Eycken
door: Georges Tonla Briquet
Een imponerende locatie en een programma met het accent op de jonge lichting, dat waren de twee troeven waarmee het nieuwe Oostendse jazzfestival STORM! deze twee dagen uitpakte. Opdracht geslaagd met vooral topconcerten van de twee jonge gastcuratoren, drummers Lander Gyselinck en Jens Bouttery.
Onder meer het Yaron Herman Quartet, Shai Maestro Trio, en het trio Badenhorst, Evrard, Gyselinck speelden op het nieuwe Vlaamse festival STORM!.
De organisatoren van STORM! (Kunstencentrum Vrijstaat O. in samenwerking met Dienst Cultuur Oostende, CC De Grote Post, JazzLab Series en Muziekmozaïek) benutten ten volle alle mogelijkheden van de nieuwe evenementeninfrastructuur van de stad. In de grote concertzaal (capaciteit vierhonderd plaatsen) werdenhoofdzakelijk internationale groepen geplaatst, terwijl in de kleinere zaal (capaciteit 275) de twee gastcuratoren carte blanche kregen. De entree (inclusief de originele loketten) werd omgebouwd tot bar en loungeruimte, waar dj’s voor een sfeervolle soundtrack zorgden. Hier had tevens een vinylbeurs plaats.
Waar het allemaal om draaide, was de muziek natuurlijk. Het Brussels Youth Jazz Orchestra (gelinkt aan het Brussels Jazz Orchestra) opende feestelijk onder leiding van de Amerikaanse saxofonist John Ruocco. Het repertoire bestond uit composities en arrangementen van de Nederlands-Indonesische Rob Madna. Om de drie jaar verandert de bezetting van het orkest, zodat telkens andere jongeren de kans krijgen om onder professionele omstandigheden kennis te maken met de wereld van de bigband.
In de hand
Deze lichting barst alleszins van het talent. Gezeten op zijn stoeltje had Ruocco alles en iedereen perfect in de hand en praatte hij het geheel aan elkaar met een flinke dosis humor. Een perfecte start.
Over de andere groepen in de grote zaal, waren we iets minder enthousiast. Op papier zag het er allemaal veelbelovend uit, in de praktijk klonk het eindresultaat niet altijd even intrigerend. Zowel het Shai Maestro Trio (ISR/US) als het Rémi Panossian Trio (F) en zelfs het Yaron Herman Quartet met saxofonist Emile Parisien (ISR/F) gingen zwaar gebukt onder de invloed van The Bad Plus.
Het waren zeker geen slechte concerten. Sterke momenten genoeg zelfs (zeker Shai Maestro stak er bovenuit tijdens een solopassage), maar alle bezondigden ze zich aan de stuwende en ondertussen typerende dynamiek en climaxopbouw van The Bad Plus. Goed gebracht maar toch wel met een gebrek aan persoonlijkheid.
De prijs voor de groep met het hoogste rock-‘n-rollgehalte ging naar het Roller Trio (UK). De powerjazz van saxofoon, gitaar en drums leidde tot een uiterst stevige en gebalde set. Een uitstekende festivalgroep, maar ook hier gold toch wel dat net iets meer eigenheid nodig is om op te vallen tussen het enorme aanbod.
Tijdens de ‘Soulmate Sessions’ van Bouttery en Gyselinck kwamen durf, experiment en persoonlijkheid wel met bakken aan bod. Zes concerten en meteen ook zes hoogtepunten. Improvisatie stond hierbij centraal. Met rietblazer Joachim Badenhorst (B) en gitarist Jean-Yves Evrard (F) bij zich, creëerde Gyselinck een constellatie van lichtpunten en donkere vlekken. ‘A Space Odyssey’-versie 2013, met tussendoor een kijk op een parallel ‘Alien’-universum.
Het Engelse Roller Trio. De slagwerkers Lander Gyselinck en Jens Bouttery. Shai Maestro Trio.
Les Chroniques de L’Inutile (een kwartet rond de Brusselse gitarist-componist Benjamin Sauzerau met Bouttery op drums) had voor de gelegenheid pianist Kris Defoort uitgenodigd. Ongewild trok die alle aandacht naar zich toe zodat de subtiel melodische en filmische aspecten van de debuut-cd iets minder ruimte kregen voor een hedendaags klassieke aanpak. Maar dat kon de pret niet drukken, integendeel. Meteen ook het bewijs dat de composities van Sauzerau uiterst krachtig en wendbaar zijn. Klasse over de hele lijn.
Stuff
Het heftigste concert in de kleine zaal was dat van Stuff, een collectief rond Gyselinck. Het energieke samenspel van drums, toetsen, sax, elektronica en turntables leverde een trip op in het schemerland van hiphop, jazz en dance. Hedendaagse fusion van het dansbare maar ook doordachte type en partytime in de zaal.
Vreemde eend in de bijt tussen dit alles was Blue Monday People & The Spirit Children. Bij dit gezelschap staan de vocalen centraal, met François Vaiana als leidende muezzin. De nummers zijn gedrenkt in een gloed van soul, blues, gospel en working songs. Door het perfecte evenwicht tussen vocalen (inclusief koorzang van de hele groep) enerzijds en gitaar, contrabas, drums (Bouttery) en een blazerssectie anderzijds, straalde het geheel een uiterst warme gloed uit.
Toppunt van de hele reeks waren de twee duoconcerten van Gyselinck en Bouttery. Het decor: de drummers met de rug naar elkaar, slechts wat spaarzaam licht van een kleine spot en het publiek in een cirkel rondom. Beiden slaagden er op die manier in twee avonden na elkaar iedereen haast ademloos in de ban te houden. Twee keer veertig minuten lang ontrafelden ze uiterst subtiele verhaallijnen, wars van alle drumclichés.
Als een scenarist en een striptekenaar die perfect op elkaar afgestemd zijn, vulden ze elkaar continu aan en wisselden tevens van rol. In een paar passages leek het even op een ontdubbelde Han Bennink in panavision, maar de aanwezigen maakten vooral twee intimiderende luistermomenten mee. Meteen de hoogtepunten van het festival.
Concours
Er was ook een concours met als winnaar de groep Nordmann. De hele week voorafgaand aan STORM! kon iedereen elke avond genieten van gratis concerten. Het ideale voorspel om een breed publiek warm te maken voor het hele evenement. Kinderen vanaf vijf jaar werden zaterdag uitgenodigd om te verdwalen in een soort muzikaal labyrint, met diverse installaties en muzikale happenings. Het concours werd zondag afgesloten met een literair jazzoptreden.
Natuurlijk waren er een paar schoonheidsfoutjes bij deze eerste editie. Zo liep de timing lichtjes uit de hand en de donkerblauwe festivalposter oogde niet bepaald als het toppunt van grafische duidelijkheid. Belangrijkste opmerking is vooral dat er teveel van het goede was. Met zes concerten tussen 19 en 1 uur krijg je oververzadiging. Het mag niet de bedoeling zijn om er een zoveelste jazzsupermarkt van te maken.
Het sterke punt waarmee STORM! alle andere festivals overschaduwt, is niet het programma zonder grote (Amerikaanse) commerciële publiekstrekkers, maar wel met de vinger aan de pols van de huidige generatie. Fantastisch dat jongeren hier alle ruimte krijgen. De organisatoren getuigden van het nodige lef en haalden hun gelijk door de sterke concerten in de kleine zaal. Met een paar kleine praktische aanpassingen wordt de volgende editie (2015) een absolute topper.