Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Muzikale acrobaten in net pak

CONCERTRECENSIE. Jason Moran and the Bandwagon, Bimhuis Amsterdam, 8 maart 2013
door: Stefan de Graaf

Zwart colbert, zwarte pantalon, witte blouse met vlinderstrik. Dat is de outfit van de drie heren van The Bandwagon. Hun muziek druist daar regelrecht tegen in. Natuurlijk bestaat er zoiets als een traditie van maatpakken en dresscodes binnen de jazz (ooit bedoeld om de status van deze 'inferieure' muziek op te waarderen), maar hun muziek is allesbehalve een keurige, zakelijke en affe vertoning.


Een speels, dynamisch en energiek concert van Jason Moran, Tarus Mateen en Nasheet Waits.

Onder het strakke pak borrelt het van de creatieve energie, van de experimenteerlust en van de fysieke – en bij tijden explosieve – energie. Toch heeft de charmante vlinderstrik wel degelijk een plek: gelikte funky harmonieën, verende ritmes en lekker in het gehoor liggende grooves zorgen voor een perfecte styling.

Jason Moran and The Bandwagon houdt ervan een draai te geven aan alles wat los en vast zit. Net zoals een dj nummers en fragmenten door elkaar husselt met cross fades en een eigen stempel drukt op zijn favoriete materiaal, zo geeft het trio een geheel eigen draai aan bestaande (jazz)nummers. Die alleen in de verste verte nog doen denken aan het origineel.

Fats Waller
Het trio opende het concert met eigentijdse verdraaiingen van drie Fats Wallercomposities: 'The Joint is Jumpin' ', 'Honey Suckle Rose' en 'Jitterbug Waltz'. Hun interpretatie klinkt modern, avontuurlijk en dynamisch. Geen schrijntje nostalgie te bespeuren naar verloren tijden, totdat het door Billie Holiday gezongen 'Big Stuff' (Leonard Bernstein) klinkt. Eerst als audiofragment, waarbij de band zich vanuit de krassende opname laat meenemen naar een eigen bewerking, maar uitzonderlijk dicht bij het origineel blijft.

Dynamisch is de band in meerdere opzichten. Snelle fades tussen verschillende grooves, stilistische jumps en breakbeatritmes relateren hun muziek aan funk en hiphop. Tegelijkertijd omvat hun stilistisch idioom even zoveel invloeden uit de pop, rap, blues en freejazz. De dynamiek van de band zit naast de stilistische veelzijdigheid ook heel letterlijk in de volumeknop, die een groot bereik kent.

Nasheet Waits doet daar in zijn razend knappe, maar snoeiharde en energieke drumsolo's regelmatig een flinke schep bovenop. Waarbij een ontladend applaus of een fluisterzacht vervolg de spanning weer moet laten afvloeien. Maar de genadeloze percussiviteit van de band is een constante in de muzikale dynamiek.

Jason Moran, bezield door  Thelonious Monk, toont zichzelf regelmatig een percussionist achter de piano. En met zijn flitsend hamerende akkoorden gaat hij tijdens een aantal nummers een duel aan met Waits, waarbij het energieniveau nog eens wordt opgeschroefd. Terwijl Tarus Mateen nonchalant achterover leunend aan zijn basgitaar plukt.

Onweerstaanbaar
Wat het trio zo onweerstaanbaar maakt is dat het zich niet laat begrenzen door wat voor traditie of stijlbarrière dan ook. Met tomeloos enthousiasme en lef baant Jason Moran zich met zijn bandwagon een weg dwars door bestaande stijlgrenzen en muzikale tradities om zijn eigen verhaal te kunnen vertellen.

Dat verhaal klinkt zo speels, dynamisch en energiek dat het ver uitstijgt boven elke vorm van imitatiedrang of de verleiding om iets in een nieuw jasje te steken. Moran recyclet daarmee muziek op een manier die de kern van jazz raakt.



De foto's bij deze recensie zijn archiefbeelden, gemaakt door 1. Hans Peter Schaefer 2. Timothy Forbes 3. Onbekend.


© Jazzenzo 2010